Nr. 5. 15 april 1970
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op woensdag 15 april 1970, te 19 30
uur.
VOORZITTER de burgemeester, de heer mr. S P. Baron
Bentinck.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: J. van den Arend, J.W.D. Berkel
bach van der Sprenkel, J,K. de Bruin, drs. L,J. Dijkstra,
J.J. Ebbers, B.H.A Elbertse, M. de Groot, K. de Haan,
J.H. Hom, J.C. Korte, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J.
Oranje-Entink, P.C. Pieren, mevrouw S.M. Polet-Musler, J.R.
van Poppelen, D.Chr, Stam, J.N.H. Veldhuijsen, C. Verheus
en mevrouw M.C.P. Walter-Van der Togt.
Afwezig met kennisgeving de leden: G.C. van den Berg, P.
Grift, P.L.J.M, Storimans en A,S. Westra.
De voorzitter opent de vergadering en doet voorlezing
van de gebedsformule.
Hierna spreekt de VOORZITTER de volgende woor
den.
Dames en heren. In het privé leven van enige onzer
zijn vreugdevolle en verdrietige dagen geweest.
Ik wil de heer De Bruin condoleren met het overlij
den van zijn moeder.
De heer Pieren wil ik gelukwensen met het vieren van
zijn zilveren bruiloft de afgelopen week.
Vervolgens deelt de VOORZITTER mede dat bericht
van verhindering is ontvangen van de heren Westra, Grift en
Storimans.
Op voorstel van de voorzitter wordt besloten aller
eerst aan de orde te stellen punt 22 van de agenda:
83 Onderzoek van de geloofsbrief van het nieuw benoemde
raadslid, de heer J.G. Hilhorst.
De VOORZITTER benoemt tot leden van de commissie
tot onderzoek van de geloofsbrief de heren Berkelbach
van der Sprenkel, Pieren en De Bruin en schorst de verga
dering ten einde de commissie in de gelegenheid te stel
len haar werkzaamheden te verrichten.
Na hervatting der vergadering deelt de heer PIEREN na
mens de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief
mede, dat de commissie de geloofsbrief heeft onderzocht
en in orde heeft bevonden.
De VOORZITTER stelt daarop voor de heer Hilhorst
toe te laten als lid van de raad.
Daartoe wordt z.h.st besloten.
De VOORZITTER dankt de leden van de commissie tot
onderzoek van de geloofsbrief voor de verrichte werk
zaamheden.
Mevrouw POLET-MUSLER vraagt zich af of het niet ver
standig zou zijn de heer Hilhorst reeds vóór diens beëdi
ging te laten „meedraaien" in de commissievergaderin
gen.
De heer VAN POPPELEN deelt mede dat de K.V.P.-frac
tie in de volgende raadsvergadering een voorstel had wil
len doen om in verband met de benoeming van de heer
Hilhorst tot een hergroepering te komen van de leden
van de K.V.P.-fractie in verschillende commissies. In ver
band met de suggestie van mevrouw Polet zou hij op deze
hergroepering reeds willen vooruitlopen met betrekking
tot de commissievergaderingen voor de volgende raads
vergadering.
De VOORZITTER zegt dat het college daartegen geen
enkel bezwaar heeft, wanneer tenminste de raad er geen
bezwaar tegen maakt, dat het college vooruitloopt op
een beslissing van de raad!
84 Notulen van de vergadering d.d, 19 november 1969.
Deze notulen worden zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
Mevrouw POLET-MUSLER dringt er bij het college op
aan alle pogingen in het werk te stellen om de achter
stand in de vervaardiging van de notulen te doen inhalen.
De VOORZITTER: Wij zullen onze uiterste best doen om
de achterstand in te halen.
85 Ingekomen stukken.
a, Brief van het Gasbedrijf Centraal Nederland, waarbij
wordt toegezonden de begroting voor 1970 van het
G.C.N., met voorstel met deze begroting akkoord te
gaan
De VOORZITTER leest het volgende advies van de gas
commissie voor:
„1. Het wordt noodzakelijk geacht dat door het G.C.N.
een nota betreffende de te verwachten investeringen op
langere termijn gemaakt wordt. Een overzicht van de in
vesteringen op langere termijn zou jaarlijks aan de begro
ting moeten worden toegevoegd.
„2 Het wordt wenselijk geacht er bij het G.C.N. op aan
te dringen voortaan de begroting vóór de aanvang van
het dienstjaar in te dienen.
„3. Volgnummer 76 (bladzijde 7 van de begroting) be
hoort niet onder het hoofd „Aanlegfonds gasvoorzie-
ning nieuwe gemeenten". Een afzonderlijk hoofd wordt
wenselijk geacht.
Ook een toelichting op deze post zou in de begroting
moeten worden opgenomen. In de aanbiedingsbrief
voor de leden van de algemene raad van het G.C.N. is wel
een toelichting opgenomen.
„4. Op bladzijde 16 onder volgnummer 6 wordt een be
drag geraamd wegens premie ziekenfondsenbesluit. Dit
moet zijn: premie ziekenfondswet.
„De gascommissie adviseert deze opmerkingen ter kennis
van het G.C.N, te brengen. Daarbij moet speciaal de aan
dacht worden gevestigd op punt 1, De punten 2 tot en
met 4 zullen in de desbetreffende brief als zijdelingse op
merkingen vermeld moeten worden."
Het college sluit zich bij deze opmerkingen aan en advi
seert de raad in de door de gascommissie aangegeven zin
te besluiten.
Mevrouw POLET-MUSLER merkt op dat er ook nog
een advies is van de financiële commissie.
De wethouder VAN DEN AREND merkt op dat de fi
nanciële commissie er bezwaar tegen heeft, dat de begro
ting wederom te laat is ingediend. De financiële com
missie wil nadrukkelijk stipuleren dat het nu de derde
keer is, dat kritiek moet worden geleverd op het te late
inzenden van de begroting.
De VOORZITTER zegt dat ook daar het college zich bij
aansluit. Dit zal dus niet terloops, maar als een duidelijk
punt in de brief vermeld worden.
Hierna wordt besloten overeenkomstig hetgeen met be
trekking tot het stuk is voorgesteld.
b. Brief van burgemeester en wethouders van Purmerend
met verzoek adhesie te betuigen aan een motie van de
raad der gemeente Purmerend inzake de financiële ver
houding, met voorstel deze stukken voor kennisgeving
aan te nemen.
Mevrouw POLET-MUSLER gelooft dat het goed is om
wél adhesie met de motie van Purmerend te betuigen.