Deze motie gaat namelijk niet om de algemene financiële
verhouding, maar spitst zich toe op een speciaal geval: de
uitkering in verband met de algemene bijstandswet. De
algemene bijstandswet betreft een rijksregeling en daarbij
draaien de gemeenten voor 20% van de kosten op. In de
motie van Purmerend wordt nog niet eens gevraagd, dat
het rijk de volle 100% voor zijn rekening neemt. Men
vraagt alleen het ten laste van het rijk komende percenta
ge te verhogen van 80 tot 90, Dat is toch een heel rede
lijk verzoek. Hier wordt de gemeente iets door een be
paalde instantie opgedrongen Dan heeft die instantie
toch eigenlijk de plicht om alle kosten daarvan te dragen.
Maar goed: 90% is in ieder geval al wat.
De VOORZITTER zegt dat naar het oordeel van het col
lege kwesties, waarbij de gemeente belang heeft bij be
paalde regelingen van het rijk, door de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten te bestemder plaatse naar voren
dienen te wotden gebracht De Vereniging van Neder
landse Gemeenten heeft talloze studiecommissies en
contactcommissies met de verschillende departementen,
waarin over dit soort problemen van gedachten wordt
gewisseld De wens van Purmerend is op zich zelf inder
daad heel redelijk Het lijkt spreker echter juister de
vraag van Purmerend voor te leggen aan de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten met het verzoek deze zaak
te bestemder plaatse naar voren te brengen en er de nodi
ge aandacht aan te besteden Dan krijgt men een georga
niseerde en gekanaliseerde actie van de gezamenlijke ge
meenten.
Mevrouw POLET-MUSLER. Daar kan ik mee meegaan.
Dat is in ieder geval meer dan voor kennisgeving aanne
men.
Hierna wordt besloten overeenkomstig hetgeen met be
trekking tot het stuk is voorgesteld
c Brief d d 12 maart 1970 van mr J F, Welle Donker,
inzake de wegverbetering Soesterberg-Amersfoort, met
voorstel deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
De heer EBBERS vraagt zich af in hoeverre de gemeente
met betrekking tot deze zaak iets heeft te zeggen, althans
iets heeft te bedisselen bij rijkswaterstaat. Bij een aantal
mensen langs de Rijksweg worden vrij grote stukken van
de voortuin afgehaald. De gedachte-opzet voor de weg is
goed, wanneer men de ruimte zou hebben Spreker vraagt
zich echter af of het, in de gegeven situatie, niet beter
ware geweest de bijzonder brede middenberm terug te
brengen tot een formaat zoals men dat kent bij de Biltse-
straatweg tussen De Bilt en Utrecht. Dat scheelt in ieder
geval ettelijke meters voor de voortuinen.
Verder is het wellicht mogelijk de ventweg tevens te be
stemmen als fietspad Ook daardoor kan terreinbespa
ring worden gevonden
De heer VERHEUS sluit zich aan bij de woorden van de
heer Ebbers Hij heeft al eerder gevraagd of het niet op
de weg van het gemeentebestuur zou kunnen liggen bij
rijkswaterstaat de visie van het actiecomité naar voren te
brengen De betrokken mensen zijn allemaal bereid grond
achter hun woningen af te staan Tijdens de zitting van
de desbetreffende Kamercommissie bleek dat de be
windsman in het geheel niet op de hoogte was van het al
ternatieve plan van de bewoners, De bewoners zouden
gaarne bereid zijn grond af te staan, wanneer rijkswater
staat bereid zou zijn de weg achter de woningen om te
leggen Het tracé kan dan zeker zo breed worden als nu.
Bovendien zou een dergelijke oplossing financieel voorde
liger zijn dan het huidige tracé, Misschien is het moge
lijk dat van de zijde van het gemeentebestuur ter zake op
rijkswaterstaat enige druk wordt uitgeoefend?
De VOORZITTER deelt mede dat in Soesterberg nog een
zitting zal plaats hebben, waar alle belanghebbenden hun
wensen, bezwaren en opmerkingen naar voren kunnen
brengen. Op die zitting zal een vertegenwoordiger van
het gemeentebestuur aanwezig zijn. Spreker is van me
ning dat men die zitting moet afwachten om de argumen
ten pro en contra te horen. Daarna kan het gemeentebe
stuur zich beraden over de vraag, of er aanleiding is zich
achter een bepaald voorstel te scharen. Bedoelde zitting
zal naar spreker meent plaatsvinden in de tweede helft
van mei.
Hierna wordt besloten overeenkomstig hetgeen met be
trekking tot het stuk is voorgesteld,
d Brief van 9 maart 1970 van bewoners van de Becke-
ringhstraat inzake de situatie van enige bedrijven aan de
Beckeringhstraat, met voorstel deze brief voor kennisge
ving aan te nemen, daar op niet getekende brieven niet
kan worden ingegaan (er is overigens geen adres bekend
voor het verzenden van een eventueel antwoord).
Mevrouw POLET-MUSLER is het ermede eens dat men
een brief moeilijk kan beantwoorden, wanneer het adres
van de afzender niet bekend is. De onderhavige brief kan
men echter beschouwen als een noodkreet. Er heerst ter
plaatse een ontstellende troep. Hoelang zal de huidige
toestand nog voortduren?
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
zegt dat het college goede hoop heeft, dat deze misère tot
het verleden zal behoren als de werkzaamheden aan de
Beckeringhstraat voltooid zijn. Er vindt al enige tijd een
correspondentie plaats over de afrastering die ter plaatse
moet komen, Dat hangt op de levertijd van het hekwerk.
In ieder geval zullen de auto's er niet meer mogen staan,
wanneer de Beckeringhstraat klaar is. Ze moeten dan op
eigen terrein worden geplaatst. Spreekster heeft verno
men dat inmiddels met het aanbrengen van het hekwerk
is begonnen,
Hierna wordt besloten overeenkomstig hetgeen met be
trekking tot het stuk is voorgesteld,
e. Brief van 25 maart 1970 van de Bond van Kermisbe-
drijfhouders, inzake openstellen van kermissen op zon
dag, met voorstel dit stuk in handen te stellen van burge
meester en wethouders.
De heer EBBERS merkt op dat wordt voorgesteld het
stuk te stellen in handen van burgemeester en wethouders.
Voor afdoening of voor advies?
De VOORZITTER: Voor afdoening.
De heer DE GROOT verwondert het dat hier niet, zoals
in andere gevallen, wordt voorgesteld het stuk te stellen
in handen van burgemeester en wethouders om advies.
In het laatste geval kan de raad te zijner tijd een beslis
sing nemen. Hij heeft er ernstig bezwaar tegen het stuk
te stellen in handen van burgemeester en wethouders ter
afdoening. Het betreft hier toch zeer zeker wel een zaak,
waarover de raad een beslissing moet nemen. Hij stelt
daarom voor het college advies over deze aangelegenheid
te laten uitbrengen, zodat de raad te zijner tijd een be
slissing in dezen kan nemen.
De heer PIEREN sluit zich aan bij de woorden van de
heer De Groot.
De VOORZITTER deelt mede dat deze aangelegenheid
tot de bevoegdheid van burgemeester en wethouders be
hoort. Daarom moet het stuk in handen van burgemees
ter en wethouders ter afdoening worden gesteld.
Mevrouw POLET-MUSLER: Zoudt u er geen prijs op stel
len om van tevoren de mening van de raad te weten?
De VOORZITTER: Ik heb er geen bezwaar tegen om het