de voor: „Mogen wij u verzoeken een afschrift van
deze brief te sturen aan de leden van de raad"; dat is
helaas niet gebeurd - worden argumenten tegen het in
stellen van een koopavond aangevoerd. De DECOM
voert steekhoudende argumenten aan. Reeds her en
der in den lande zijn er koopavonden. Het zijn veelal
de winkeliers uit een winkelcentrum die om een
koopavond vragen, zodat man en vrouw op vrijdag- of
donderdagavond gezamenlijk hun inkopen kunnen
gaan doen. Vergeten wordt echter dat de winkeliers
die niet in zo'n winkelcentrum zitten, in grote mate
worden beconcurreerd. Uit gegevens uit andere plaat
sen is reeds gebleken dat sommige detailhandelsbe
drijven een flinke knak hebben gekregen. Uit hoofde
van zijn beroep zou spreker nog meer bijzonderheden
kunnen geven.
Gesteld wordt dat de koopavond een omzetvergroting
tot gevolg zal hebben, waardoor de zaak tot bloei kan
komen. Niets is minder waar, want het kostenvraag-
stuk is groot (vooral in de wintermaanden), waardoor
de winkelier niets heeft aan die omzetvergroting, zo
deze er al is.
Een belangrijker punt is de positie van het personeel.
Gesteld wordt, dat de op de koopavond te werken
uren zullen worden gecompenseerd, maar het is na
drukkelijk bekend dat dat niet waar is. Uit de ar
beidsvoorwaarden in de detailhandelssector blijkt, dat
er wel een minimum loonregeling is, maar deze rege
ling wordt gewoon met voeten getreden. Bovendien
houden de werkgevers zich niet aan het te werken
aantal uren en de vakantieregeling. Ook de verorde
ning die de secundaire arbeidsvoorwaarden regelt,
wordt met voeten getreden.
In de Soester Courant van dinsdag jl. wordt de me
ning van de algemene bond Mercurius over de koop
avond weergegeven. De mening van deze bond wordt
door de PAK-fractie volkomen onderschreven. De
fractie stelt dan ook met het oog op de belangen van
het winkelpersoneel en ter bescherming van de mid
denstand zelf voor, niet over te gaan tot invoering
van een koopavond.
De heer SMIT zegt dat de werknemersorganisaties tot
taak hebben de positie van de leden - en ook van de
niet-leden - te beschermen. Het is zeer sympathiek
van de heer Pieren dat deze in diens beschouwing te
vens heeft gedacht aan de bescherming van de midden
stand.
In vrijwel alle omliggende gemeenten worden er koop
avonden gehouden. Daarnaast vraagt de werkende
vrouw om een koopavond. Men heeft op recreatief ge
bied te maken met het verschijnsel van het lange week
einde. Er zijn nog meer omstandigheden die de winke
liers ertoe pressen een koopavond in het leven te roe
pen.
Reeds jarenlang wordt er in Soest gesproken over het
al dan niet instellen van een koopavond. Thans heeft
de winkeliersvereniging de Smitshof als eerste om
een koopavond gevraagd. De overige Soester midden
standers menen op het initiatief van de Smitshof te
moeten inhaken. Overigens zij opgemerkt dat de win
keliers op zich zelf ook niet zo geweldig enthousiast
zijn voor een koopavond.
Uit een publicatie in de Soester Courant van dinsdag
jl., blijkt duidelijk dat Mercurius een heel eind kan
meegaan, wanneer de winkels o.a. op zaterdagmiddag
vroeger dicht gaan. Over dit punt zijn de Soester mid
denstanders het bijna geheel eens, want op het mo
ment dat de koopavond wordt ingesteld, zal 80% van
de winkeliers hun winkel op zaterdagmiddag om vijf
uur sluiten. Daarnaast wordt er op het ogenblik reeds
aandacht geschonken aan de door Mercurius gewenste
uniforme sluiting op maandag.
De middenstanders hebben een dienstverlenende taak
aan het publiek. Daarom hebben de winkerliersorgani-
saties enorm veel aandacht besteed aan het onderwer-
pelijke probleem. Men meent thans dat de instelling
van een koopavond niet langer kan worden uitgesteld.
Ten behoeve van het winkelpersoneel bestaan er be
paalde arbeidsvoorwaarden. Aangenomen mag wor
den dat iedere winkelier er belang bij heeft om voor
zijn personeel een zo gunstig mogelijk werk-klimaat
te verschaffen, daar men anders de kans loopt dat het
personeel vertrekt. Iedere winkelier die de koopavond
wil invoeren, zal wel degelijk verplicht zijn voor een
compensatie te zorgen. Wanneer de arbeidsvoorwaar
den niet worden nageleefd door de werkgever, heeft
het betrokken personeelslid te allen tijde het recht om
via de vakorganisatie te protesteren. Deze mogelijk
heid houdt, naar sprekers wijze van zien, voldoende
waarborgen in.
De heer VAN EE merkt op dat er bij de onderhavige
kwestie drie partijen betrokken zijn. In de eerste plaats
de consument. Deze is gewoon gediend met het feit
dat hij meer gelegenheid krijgt om te kopen. Voor be
paalde categorieën consumenten zal het tijdstip waar
op kan worden gekocht worden verbeterd door het
instellen van een koopavond.
In de tweede plaats de verkoper. Het is de verkoper
die om de koopavond verzoekt.
In de derde plaats de werknemers. Er is slechts veron
dersteld dat de werknemer wellicht verminderde ar
beidsvoorwaarden zal krijgen.
Terecht heeft de heer Smit opgemerkt dat niet mag
worden verwacht, dat een werkgever goede werkne
mers in dienst kan houden, wanneer het werk-klimaat
ongunstig is.
Tot nog toe heeft spreker nog geen enkel behoorlijk
argument tegen de koopavond gehoord. Deze koop
avond wordt door alle betrokken partijen gewenst.
De heer JONKER zegt dat in het gemeenteprogram
ma van D'66 voor de gemeente Soest staat, dat er
een koopavond moet komen. Dat betekent dat de
fractie in principe gelukkig is met het onderwerpelij-
ke voorstel.
Aan de onderhavige kwestie zitten verschillende kan
ten. Het belang van de consument stelt de fractie
zeer hoog. Belangrijke argumenten voor het instel
len van een koopavond zijn ook de positie van de
werkende vrouw en het lange weekeinde.
De heer Pieren heeft echter terecht gewezen op een
schaduwkant, nl. de positie van het winkelpersoneel.
De heer Pieren heeft het betreurd dat de raadsleden
de brief van de DECOM niet hebben gekregen. Spre
ker betreurt het niet zo erg dat hij deze brief niet
heeft gekregen, want hij heeft zelden zulke langdra
dige verhalen gelezen. Het is natuurlijk niet ieder
een gegeven om zich compact uit te drukken. De DE
COM heeft ontzettend veel woorden nodig gehad.
Met enige moeite heeft hij de strekking van de brief
begrepen, het gaat om de belangenbehartiging van het
personeel.
Het is zinvol om de positie van het winkelpersoneel
in de gaten te houden. Op dit moment weegt het ar
gument van de positie van het personeel echter niet
zo zwaar, omdat slechts kan worden verondersteld
dat het personeel zal worden benadeeld, wanneer er
115