een koopavond wordt ingesteld. Het verdient aanbeveling het onderhavige voorstel thans te aanvaarden. Wanneer de vakorganisaties over een jaar op grond van een gefundeerde enquete onder het winkelpersoneel kunnen aantonen dat er ten gevolge van de koopavond sprake is van wantoestanden, zal het gemeentebestuur zich opnieuw dienen te bezin nen over de onderhavige kwestie. Zelf gelooft spre ker op dit moment beslist niet dat het personeel zal worden benadeeld. Het werk-klimaat voor het perso neel is belangrijk. Daarom kan geen enkele midden stander het zich permitteren zijn personeel slecht te behandelen. Daarom is er geen enkele reden, het onder havige voorstel niet aan te nemen. De heer OLDENBOOM merkt op, dat in het verleden het heden ligt. Het college heeft zich ongetwijfeld me de laten leiden door hetgeen er in het verleden reeds over het al dan niet instellen van een koopavond is ge zegd. Een van de grote voorvechtsters van een koop avond op vrijdagavond, is altijd mevrouw Polet ge weest. Hij begrijpt dat men niet altijd behoeft vast te houden aan het verleden, maar hij zou graag willen weten of er wellicht een heel nieuwe partij deel uit maakt van de raad, zodat er niet alleen van een naams verandering kan worden gesproken. De heer PIEREN: Er was sprake van een persoonlijke gedachte van mevrouw Polet. Ik betreur het dat de heer Oldenboom thans aandacht besteedt aan die per soonlijke gedachte. Men moet niet met dergelijke in sinuerende opmerkingen komen.. De heer OLDENBOOM zegt dat er geen sprake was van een persoonlijke gedachte van mevrouw Polet. Mevrouw Polet heeft steeds gezegd dat er nooit wordt gevraagd naar de mening van de consument. Thans is men zover dat de argumenten van de consument zwaar wegen. De middenstand brengt thans een grote visie naar voren, zij steunt het verlangen van de consument. Thans komt ineens dat bijzonder vreemde geluid van de PAK-fractie naar voren. Spreker begrijpt er eerlijk gezegd niets van. Misschien heeft de heer Pieren alleen voor Soesterberg gesproken, want daar kan de situatie nog iets anders liggen. De heer DE GROOT zegt, het voorstel van het college tot het instellen van een koopavond te willen onder steunen, te meer daar er geen sprake is van een gebod tot het openstellen van de winkels op vrijdagavond, maar van het slechts wegnemen van een verbod. Dit betekent dat de winkelier volkomen vrij is om zijn zaak al dan niet te openen op vrijdagavond. Weinig winkeliers zullen zich echter de luxe kunnen permit teren om gesloten te zijn, want in tal van omliggende gemeenten bestaat reeds een koopavond. Bekend is dat een steeds toenemend aantal plaatsgenoten op vrijdagavond naar Hilversum gaat, omdat de winkels op die avond in Hilversum wel open zijn. Het is dan ook een bittere noodzaak dat de Soester winkels op vrijdagavond open zijn. Spreker heeft zich geërgerd aan het feit, dat sommige plaatselijke winkeliers door middel van advertenties in de Soester Courant hebben laten weten, dat zij vrij dagavond a.s. open zijn. Er wordt geen enkel voorbe houd gemaakt, terwijl de raad vanavond nog een be slissing moet nemen. Er is sprake van een bijzonder incorrecte handelwijze jegens de raad. Te hopen zij, dat de betrokken winkeliers excuses zullen aanbieden. De heer LEVINGA merkt op dat, de door de heer Ol denboom gereleveerde, grote visie van de middenstand waarschijnlijk tot uitdrukking wordt gebracht door de grote koppen in de krant, waaruit te lezen valt welke winkels op vrijdagavond open zijn. De heer Van Ee heeft gesteld dat alle betrokken par tijen een koopavond wensen; een partij - die van het winkelpersoneel - wil beslist geen koopavond. Wanneer er toch een koopavond moet komen, dan dienen de winkeliers hun winkels de gehele zaterdag middag te sluiten. Dat kan best. De heer HOEKSTRA dankt burgemeester en wethou ders voor de uitgebreide documentatie die met be trekking tot de onderhavige kwestie is verschaft. De raadsleden zijn van alle finesses op de hoogte ge steld. Tijdens de laatstgehouden algemene beschouwingen heeft de namens de K.V.P. en de P.C.F. optredende woordvoerder gezegd, dat beide fracties voor het in stellen van een koopavond zijn. De raadsleden hebben door de uitgebreide documen tatie de zaak van alle kanten kunnen bekijken. De wethouder EBBERS zegt, dat is gebleken dat het grootste deel van de raad voor het instellen van een koopavond is, slechts de PAK-fractie heeft bedenkin gen tegen een koopavond. Hij vleit zich niet met de hoop, de PAK-fractie van ge dachten te doen veranderen, maar deze fractie dient te bedenken dat er een aantal belanghebbenden is, nl. de consument, de winkelier en de werknemer. Er is uit gebreid overleg geweest met de verschillende groepen. Het standpunt van de DECOM was reeds bekend voor dat het overleg plaatsvond. Het spijt het college bijzon der dat de DECOM geen reden had, op haar eenmaal ingenomen standpunt terug te komen, te meer daar door de Soester winkeliers onder meer is gewezen op het wegvloeien van de koopkracht uit Soest naar om liggende gemeenten. In Baarn, Hilversum, Zeist, De Bilt, Spakenburg, Bunschoten, Nijkerk en Leusden zijn reeds koopavonden, terwijl er ook in Amersfoort spoedig een koopavond zal komen. Dat zou beteke nen dat Soest op een gegeven ogenblik als een eiland in een grote zee zou komen te liggen, waardoor de zaak voor de detailhandel alleen maar moeilijker zal worden. Van de zijde van de winkeliers komt het bijzonder ple zierige voorstel, om te komen tot een uniforme maan dagsluiting, waardoor ook voor de winkeliers zelf een vijfdaagse werkweek kan ontstaan. Veelal wordt ver geten dat de winkeliers nog steeds geen vijfdaagse werkweek hebben, terwijl zij ook nog lang niet toe zijn aan de 40-urige werkweek. Op vrijwillige basis kunnen de winkeliers komen tot een algehele sluiting op maandag, waardoor er ook voor de werknemers een goede compensatie zou ontstaan. De heer PIEREN gelooft niet dat een vijfdaagse werkweek voor het winkelpersoneel spoedig zal zijn gerealiseerd. In de verordening van het hoofdbedrijf schap voor detailhandel en ambacht wordt de vijfdaag se werkweek door middel van roostervoorschriften geregeld, maar in de praktijk komt er van die regeling niet veel terecht. Het valt in hoge mate te betreuren dat de vertegen woordiger van D'66 - de partij die zo'n voorstand ster van inspraak is - zegt dat hij een bepaald stuk gelukkig niet heeft gekregen. Dat stuk is samenge steld door mensen die inspraak wensen. Tot sprekers grote verwondering zegt de vertegenwoordiger van D'66, zich niets te willen aantrekken van die in spraak. De heer JONKER: Ik heb het verhaal van de DECOM 116

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 117