Spreker is benieuwd, hoe lang de periode van enkele maanden - zoals de directie heeft aangekondigd - zal duren. Hij bevindt zich ten aanzien van deze beden king in het gezelschap van de heer Van Ee. Het zal wel aan de levertijden liggen, als het wat langer zal duren. Misschien spreekt de raad het volgend jaar om deze tijd nog over deze kwestie Spreker merkt op, dat de hoge giertoon die door het loskoppelen van een leiding te niet zou zijn gedaan, afgelopen maandag in 't Hart weer te horen is ge weest. De heer PIEREN zegt, dat de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan uitvoerig over de klachten inzake hinderlijke bedrijven op het Soester industrieterrein heeft gesproken, Ook spreker heeft zich, gelet op de ervaringen elders in het land, in de commissie uitge sproken voor een onderzoek, in hoeverre een snuffel- paal waardevolle diensten kan bieden om bepaalde, vervelende stank te signaleren. Spreker is geschrokken van bepaalde mededelingen die de heer Van Poppelen heeft gedaan. Was men hier van tijdens de bespreking in de commissie op de hoogte geweest, dan had de concept-brief een andere inhoud gekregen. De commissie had dan ongetwijfeld voorstellen gedaan om bepaalde zinnen drastisch te wijzigen. Spreker meent, dat de bestrijding van de milieuveront reiniging niet is gekomen met de oprichting van D'66. Hij heeft nog niet gelezen, dat alle leden van D'66 hun auto hebben verkocht. De heer JONKER: Ik ben vanavond wel op de fiets, mijnheer Pieren. De heer PIEREN merkt op, dat hij voor de tweede maal vanavond moet zeggen, dat men het schuurtje bij het schuurtje dient te laten. Ieder raadslid is be zorgd over de milieuverontreiniging. Dat is de regering ook, dat zijn de mensen in het Rijnmond-orgaan even eens. Men moet zich goed realiseren dat men twee dingen kan doen. Men kan wel allerlei fabrieken slui ten, maar aanvaardt men dan een situatie van 750.000 werklozen? Dan zegt de Nederlandse bevol king „neen". Het valt te betreuren dat een drs. Jon ker, econoom zijnde, dergelijke uitlatingen doet. Dit kan spreker niet hebben. Men moet beschaafd debat teren. Men moet niet discussiëren op de wijze zoals de heer Jonker iedere keer doet, alsof alleen D'66 heilig en zaligmakend is Spreker sluit zich volkomen aan bij hetgeen de heer Van Ee en de heer Van Poppelen naar voren hebben gebracht. Zij hebben na de commissievergadering na dere mededelingen gekregen en hebben verzocht deze mededelingen te verifiëren. Dat zal dan niet moeten gebeuren op de manier van: Wilt u ons met een brief je bevestigen of u de machines hebt besteld, Het ge meentebestuur zal de bestelbon moeten worden ge toond, bij welk bedrijf en voor welke datum de ma chines zijn besteld. De heer STORIMANS zegt, dat zo langzamerhand het bedrijfsleven in Nederland wordt uitgescholden voor en afgeschilderd als dieven en moordenaars. De directeur van Intertuft heeft misschien iets te veel gezegd. Hij zal de machines wel gaan bestellen, maar men dient voorzichtig te zijn om - precies zoals de heer Pieren heeft opgemerkt een bepaald deel van het Nederlandse volk, in casu het bedrijfsleven, met een maar te gaan afschilderen als de milieuverontrei- nigers. Zou de gemeente geen commissie in het leven kunnen roepen-, die zich met de milieuverontreiniging gaat bezighouden en waarin misschien leden van de ge meenteraad zitting nemen, liefst heel slimme men sen, niet drs. enz. Laat men proberen te komen tot een samenwerking. Spreker gelooft niet, dat de directeur van Inter tuft een schoffie is; de directeur van Lindner ligt ook wakker van de problematiek met betrekking tot zijn bedrijf. Hij heeft van het fluiten op zijn dak veel meer last dan de mevrouw die daartegen sput tert. Hij weet niet precies hoe hij de kwestie moet oplossen. Hij zit met zijn afvalwater, met al de pro blemen die zijn fabriek toevallig produceert. De vraag is hoe men kan komen tot een samenwerking, waarvan de burgerij zegt: „Die vent doet er alles aan, de gemeente doet er alles aan, de gemeenteraad doet er alles aan," Als wij, burgerij, proberen het leefbaar te houden, dan wil zo'n fabriek er echt geld tegenaan gooien en dan wil de gemeente er ook geld tegenaan gooien. Spreker wordt af en toe misselijk als hij hoort, dat er weer wordt afgegeven op het bedrijfs leven. Dan moet men allemaal weer boer worden, aan flower power doen, een bloemetje in het haar steken en in een hut op de hei gaan zitten, Maar dat kan niet meer. Mevrouw ORANJE-ENTINK: Graag, want dan ben ik van al die soesa af! De heer STORIMANS: Goed, dan ga ik met u mee, maar dan niet in Nederland. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT zegt, dat opgemerkt is dat de concept-brief moet worden veranderd, maar dat haar niet duidelijk is ge worden op welke punten. De heer Van Poppelen meent, dat in de brief staat, dat Intertuft het p.v.c.- proces gestaakt zou hebben. Dit is niet het geval. Dit staat ook niet in de concept-brief. Gezegd is, dat men nog zo lang moet doordraaien tot de nieuwe apparatuur er is. De heer VAN POPPELEN: Er staat in de vierde alinea van de brief dat bij bepaalde, voor de aangrenzende woonwijk hinderlijke windrichtingen, het p.v.c.-pro- ces werd gestaakt. Gebleken is dat op 7 oktober 1971 dit proces nog in gang was. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Het bedrijf gaat af op de weersverwachting die De Bilt verstrekt, maar De Bilt heeft het niet altijd bij het rechte eind. Wilt u op dit punt de brief wijzigen? De heer VAN POPPELEN: Ik zou in de brief duidelijk willen vastleggen, dat het p.v.c.-proces moet worden gestaakt, wanneer de wind in de richting van de wo ningen waait; en dat bewijsmateriaal moet worden overgelegd van de bestellingen en ten aanzien van de levertijd. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Ik had de indruk, dat het bedrijf zoveel mogelijk naar aanleiding van de weersverwachting de produktie op zet en niet naar de weersomstandigheden van het moment. Maar goed, daarop kan in de brief worden gewezen. Inderdaad zal het ook goed zijn dat meege deeld wordt, dat aan Intertuft een schriftelijke beves tiging wordt gevraagd van de mondelinge toezeggin gen en dat Lindner zal worden verzocht nadere inlich tingen te geven omtrent de bestellingen van de beno digde apparatuur. Voortgaande zegt spreekster, dat uit de raad de wens

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 144