244 245 acht wenst te worden te hebben tegen gestemd. 243 Voorstel tot ruiling van gronden, gelegen nabij de Bosstraat en de Wieksloterweg O.Z, en ten zuiden van het landgoed „Pijnenburg" ter hoogte van het kam- peercentrum ,,De Blokhut" met mr. J.H.O. Insinger en consorte. Dit punt wordt aangehouden. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het plaatsen van een drieklassige, semi-permanen- te kleuterschool nabij de Prins Hendriklaan ten behoe ve van het protestants christelijk kleuteronderwijs. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst inza ke de uitbetaling van rente in verband met een geslo ten koopovereenkomst met: a. Th. Wolfsen; b. A. de Graaf; c. mevrouw B.A. Wessel-Verweij. 246 Voorstel tot het garanderen van rente en aflossing van een door de N.C.H.B, te sluiten geldlening voor de afsluitende financiering van het bejaardencentrum Molenschot. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 247 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de uitbreiding van de kantoorruimte van het gasbedrijf. De heer VAN EE merkt op, dat in het onderhavige pre-advies staat, dat ten aanzien van enige posten een te lage raming heeft plaatsgevonden. Vermeld wordt de verkoop van 6.000.000 en de inkoop van 5.400.000 kubieke meter gas. Dit verschil van 600.000 kubieke meter is een wat onbegrijpelijke zaak. Men zou kunnen denken dat er 600.000 kubie ke meter gas ergens vandaan is gehaald. Wethouder EBBERS zegt, dat het hier gaat om ramin gen die in het begin van het jaar zijn gemaakt ten aan zien van de meet- en lekverliezen Deze blijken op het ogenblik bijzonder ver te zijn teruggelopen. Vandaar dat er zo'n verschil is opgetreden. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Voorstel tot wijziging van de afschrijvingstermijn van de investeringen van het gasbedrijf. Het voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde lijke stemming aangenomen Voorstel tot wijziging van de gastarieven voor flatge bouwen met één aansluiting. De heer VAN EE zegt, dat het bijzonder plezierig is dat het gemeentebestuur een methode heeft kunnen vin den, waardoor de kosten van een flatbewoner voor het hebben van gas worden verlaagd. Spreker hoopt, dat het college nog meer mogelijkheden van deze aard vindt. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 250 Voorstel tot het verhogen van enkele gemeentelijke belastingen en retributies. De VOORZITTER stelt voor om puntsgewijs op de respectieve belastingverhogingen in te gaan. De heer GEERLINGS zegt, dat hij enkele algemene opmerkingen heeft te maken. Het onderhavige stuk is een nogal gedetailleerde beschrijving van de door het college voorgestelde belastingverhoging. Tijdens de openbare behandeling van deze kwestie in de finan- 248 249 ciële commissie enkele dagen geleden is toch wel ge bleken, dat voor een verantwoorde besluitvorming iets meer achtergrondinformatie, meer dus dan de be schrijving alleen, nodig is. Deze achtergrondinforma tie zou in het bijzonder twee punten moeten betref fen: 1. Waarom vindt het college behandeling van deze belastingverhogingen vlak voor de begrotingsbehan deling gewenst? Het college zou het verwijt op zich kunnen laden, dat het op de feiten vooruitloopt. 2. Welke andere stappen aan de uitgaven- en op brengsten-kant heeft het college genomen of overwo gen, alvorens met deze voorstellen te komen? Beant woording van deze vragen lijkt spreker onontbeer lijk om tot behoorlijke, volledige afweging van zaken te kunnen komen. De heer PIEREN merkt op, dat het de laatste jaren gebruikelijk is, dat het college met voorstellen tot belastingverhoging komt vlak voor de behandeling van de begroting. Het doet het onderhavige voorstel tot verhoging van de belastingen, om met een sluitende begroting te kunnen komen. Door sprekers fractie is in het verleden meermalen betoogd, dat het op deze manier sluitend maken van de begroting onjuist geacht moet worden. De fractie is van mening, dat de rijks overheid meer gelden aan de gemeenten ter beschik king moet stellen. In de afgelopen jaren is door vele gemeenten, hoe zij ook politiek waren samengesteld, ernstige kritiek geuit op de financiële politiek van de rijksoverheid ten opzichte van de gemeenten. Ook bij de algemene be schouwingen in 1970 heeft sprekers fractie te dien op zichte kritiek geuit. Gaat men echter uit van het feit of van de gedachte, dat deze belastingverhogingen er moeten zijn of komen, dan zal toch wel in het bij zonder de progressi- viteit daarbij in acht genomen moeten worden. Daarnaast kan worden opgemerkt dat er de laatste tijd allerwege op wordt aangedron gen, dat prijsstijgingen moeten worden voorkomen; van regeringszijde wordt aangedrongen op loonmati gingsmaatregelen. Prijsstijgingen doen zich echter ge regeld voor. De onderhavige belastingverhogingen rekent men na tuurlijk niet tot de prijsstijgingen. Maar de burgerij, en dan vooral de kleine man, kan de grote lasten dra gen. Het voorstel tot belastingverhoging van de vuilnis rechten komt de fractie verwonderlijk voor. Bij de behandeling van de begroting van 1971 en daarna is reeds gesproken over kredietbewaking en begrotings bewaking. Het college had in de loop van dit jaar, bij de constatering dat door de werkzaamheden de kos ten te hoog opliepen, tijdig, bijv. in mei/juni 1971, moeten bijsturen en de raad daarover moeten inlich ten. Nu komt het college met deze voorstellen - die de raadsleden een week in huis hebben - ongeveer tien dagen voor de behandeling van de begroting in de af delingen. Het college had de raad hieromtrent eer der kunnen inlichten, c.q. voorlichten. Verwacht het college dat een raadslid van welke partij dan ook, in staat is de consequenties van het voorstel op alle on derdelen te bestuderen en op alle facetten te beoor delen? Deze vraag sluit enigszins aan op hetgeen de heer Geerlings heeft gezegd. Hoe is een en ander gewo gen? Hoe moet de raad dit doen? Het zal voor de raad moeilijk zijn om te komen met een alternatief voor stel. De bestrijding van de vervuiling zal men met elkaar 150

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 151