communis opinio in de fractie zijn gekomen, dus met sterk persoonlijk getinte woorden, wil ik de openbaarheid van commissievergaderingen beschouwen. Gezien het feit dat er bij de openbare commissievergaderingen nagenoeg geen pu bliek aanwezig is, dacht ik dat deze proef, qua communica tie, als mislukt is te beschouwen. Persoonlijk ben ik van me ning, dat de aard van het beraad in een commissievergade ring zich ook moeilijk verdraagt met een op communicatie gericht vergaderen in het openbaar. Het zou naièf zijn te veronderstellen, dat een besloten commissievergadering zou impliceren een geheim of geheimzinnig bestuur, waarbij al les in regentenstijl achter gesloten deuren zou worden be disseld. In de mening dat een openbare commissievergade ring in feite het nastreven van twee min of meer onverenig bare doeleinden is, word jk gesterkt door de geluiden die opgaan om de commissievergadering in twee delen te split sen, nl. in een openbare en een besloten vergadering, waar bij het laatste deel dan weer zou voldoen aan de behoefte om via brain-storming-achtige informatie-uitwisseling tot standpunten en meningen te komen en waardoor de open bare commissievergadering in feite een vooruitlopen op de raadsvergadering zou zijn. Dus weer een scheiding van com municatie-gerichte activiteit en interne beraadsactiviteit. Een onmisbare schakel in de communicatie is nog steeds de pers. Met name het optreden van onze voorlichtingsambte naar heeft, naar mijn mening, een gunstige invloed gehad op de informatie-overdracht gemeente - pers - burgerij. In het algemeen is een compliment aan de pers in deze op zijn plaats. Een goede journalistiek houdt, naar mijn mening, in dat er een duidelijke scheiding moet zijn tussen bericht geving en commentaar. Het merendeel van onze lokale pers voldoet gelukkig aan deze kwaliteitseis. MILIEU. Veel aandacht wordt er tegenwoordig geschonken aan het milieu en terecht. Wij produceren zowel per m2-oppervlak- te als per persoon zo angstwekkend veel niet-waardevolle bijprodukten, dat een nauwlettend volgen hiervan onver mijdelijk is. Zelfs een jarenlang bestaande toestand kan door een cumulatie met nieuwe hinder plotseling onhoud baar worden. Zeker, het instrumentarium van de overheid is nog beperkt, echter, maken wij wel voldoende gebruik van onze mogelijkheden? Wel veel waardering hebben wij voor het optreden in de zaak-,,Randstad". Gemeentewerken gaat nu een geluidsmeter aanschaffen om een goede controle van de hinderwet mogelijk te maken. Zou dit ook niet kunnen worden overwogen door de poli tie, om geluidshinder van vervoermiddelen, met name van bromfietsen, te kunnen controleren? Een actief overheids optreden op dit punt is zeker mogelijk. Het vuilcontainersysteem heeft de aandacht van het colle ge. De opstelling achter de brandweerkazerne van de contai ners voldoet aan een grote behoefte. De vraag in hoeverre hier meer georganiseerd toezicht te realiseren is, bevelen wij graag in de aandacht van het college aan. Ten aanzien van klachten van omwonenden over bedrijven, hebben wij wel de indruk, dat deze door de overheid dik wijls onderschat worden, zoals ook bleek uit het bezoek van enige raadsleden aan enkele bedrijven op het industrie terrein. Hoewel dit nauwelijks van belang is voor het milieu van on ze eigen gemeente, zijn wij dankbaar voor de doortastende wijze, waarop in Soest begonnen is met de bouw van een moderne rioolwaterzuiveringsinstallatie. Met klem willen wij nogmaals wijzen op de waarde en de noodzaak van een juis te bemonstering van de toeleverende industrieën. Tot het milieu behoren ook de bomen van de gemeente Soest. Het is een kostbaar, op korte termijn nagenoeg on vervangbaar goed, Een flat wordt in acht maanden uit de grond gestampt. Hoe veel jaren duurt het, voordat een boom tot volle ontwikkeling is gekomen? Dit is een in zicht dat bij velen, ook bij de burgerij, slechts langzaam schijnt door te dringen. Wat de burgerij betreft, behoef ik slechts te wijzen op het vandalisme, kort geleden, van een lokale notabele. Wij menen met klem te moeten aandringen op een voortdurend bewaken van ons boombezit. Is het waar, dat de gemeente reeds geruime tijd geleden is bena derd door Aerocarto Nederland, om tot een diagnose van de gezondheid van de bomen te komen, doch dat men dit niet nodig vond? Welke maatregelen zijn genomen, c.q. zul len worden genomen, om ons plaatselijk boombezit beter te beschermen? In de literatuur wordt in het algemeen het aardgas als de grootste schuldige beschouwd, vervolgens een te gesloten wegdek. Is het college bereid, ten aanzien van de aard en situering van het wegdek, in de toekomst re kening te houden met de behoefte van bestaande en nieuwe bomen? HUISVESTING EN WONINGBOUW. Gelukkig moeten wij zijn met het relatief grote aandeel van de woningwetbouw de laatste tijd in de gemeente Soest, zoals onder meer blijkt uit het onderzoek van de heer Van Arkel. Ook voor de toekomst is een, ten opzichte van de omgeving, gunstig te noemen beleid te verwachten. Immers, te verwachten is dat tot en met 1975 in Soest 3640 wonin gen zullen worden gebouwd, waarvan 42% in de woningwet sector en 33% in de premiehuursector. Ter vergelijking van deze situatie volgen de percentages in enige andere gemeen ten: W.W. P.H. Amersfoort 37 25 Baarn 22 38 Eemnes 37 42 Hoevelaken 11 41 Leusden 8 13 Nijkerk 34 2 Wij staan met de woningwetbouw, zowel in het verleden als in de toekomst, veruit aan de top. Dat hiermede de huisvestingsproblematiek in Soest automatisch snel zou worden opgelost, is echter een utopie. De gereedkomende woningwetwoningen zullen in een huurklasse liggen, die ze ker niet voor de minst draagkrachtigen haalbaar is. In dit verband moge ter zijde nog worden opgemerkt, dat de grondkosten van f. 13.000,- onder de nieuw te bouwen woningen ons hoog voorkomen. Hierover is echter door het college reeds een overzicht toegezegd. Een paniekreactie op de te verwachten huren is zeker mis plaatst. Ik herinner mij nog goed, hoe alle gereed gekomen woningwetwoningen in de raad aanleiding gaven tot opmer kingen en schrikreacties, ook ten aanzien van de huren van f. 150,- enige jaren geleden. De minder draagkrachtigen die nen te worden geholpen met een goed doorstromingsbeleid. Hoewel enige resultaten behaald zijn, is de vrijwillige basis waarop tot heden gewerkt is, een ondeugdelijk uitgangspunt gebleken. Het is bekend dat bijv. in Soesterberg mensen met inkomens van f. 25.000,- tot f. 50.000,- per jaar hu ren betalen van f. 100,- tot f. 165,- per maand. Wij dach ten, dat met name ten aanzien van mensen in overheids dienst, die vaak met voorrang woningwetwoningen betrok ken hebben, een geforceerde doorstroming mogelijk was. Ernstige bezwaren hebben wij tegen het opknappen van premiewoningen. Indien de bewoners bereid en in staat zijn een hogere huur te betalen, dan dienen zij een duurdere wo ning te betrekken, aldus woonruimte beschikbaar stellend voor mensen met lagere inkomens. In dit verband zouden wij ook de woningbouwverenigingen gaarne tot behoed zaamheid willen manen bij het amoveren van bestaande wo ningen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 170