Wat de voorkeur voor komposteren boven verbranden be treft, zijn er nog steeds geen duidelijke cijfers beschikbaar- Er wordt bijzonder genuanceerd over gedacht Wij kunnen niet anders doen dan die ontwikkeling bijzonder nauwlet tend in het oog houden Overigens dringt bij ons de zaak natuurlijk wel, omdat deze installatie als zodanig aan de kleine kant is Ten opzichte van de, door de heer Van Ee, gevraagde uit breiding van het verbrandingsoventje bij het kompostbedrijf kan ik mededelen, dat er reeds voor mijn tijd als wethouder een desbetreffende aanvrage bij de provincie is ingediend, maar dat die aanvrage daar vermoedelijk ligt te wachten op het resultaat van de studies van de provincie zelve. Het is ons bekend, dat de voorstudies van de provincie op dit moment zijn afgerond en wij hopen dan ook binnen afzien bare tijd wat meer licht in deze gehele materie te krijgen ook met betrekking tot de gedachtengang van de provincie omtrent deze zaak, Ten aanzien van de plastic zakken is er thans, ook in over leg met Ëaarn, tot een uitspraak gekomen Baarn zal per 1 januari 1972 het gebruik van plastic zakken beëindigen. Ik neem aan dat deze datum enigszins verband houdt met de andere faciliteiten waarvoor Baarn vermoedelijk zal moe ten zorgen, waarbij ik met name aan papieren zakken en dergelijke denk De motie van de heer Van Ee betreffende een zuiveringschap voor het gehele stroomgebied van de Eem onderschrijft in feite het standpunt dat wij als college hebben ingenomen, In de gesprekken met gedeputeerde staten hebben wij dui delijk kenbaar gemaakt, dat wij helemaal niet zo gebrand zijn op de provinciale aanpak en de voorkeur geven aan zui veringschappen, mede omdat daardoor de inspraakmogelijk heid van de gemeenten in de gang van zaken veel duidelijker zal zijn Ook andere gemeenten (met name de grotere, maar ook de kleinere wel) en voorts de Kamer van Koophandel hebben zich reeds uitgesproken voor het vormen van zuive ringschappen, Ik kan mij haast niet voorstellen, dat ten op zichte van deze vrij unanieme mening (een enkele uitzonde ring daargelaten) de provincie een ander standpunt kan in nemen, maar dit hangt overigens nog helemaal in de lucht. Ik heb tegen de motie als zodanig geen bezwaar, mits ze wordt gezien als een ondersteuning van het beleid van het college zoals wij dat thans voeren Dan is het een motie achteraf die ons alleen maar helpt. Wat de hoogte van door de gemeente geheven belastingen betreft, is het toch wel zo, dat wij nu beslist niet meer tot de laagste, maar ook nog niet tot de hoogste behoren. Een overzicht met vergelijkingsmateriaal kon op deze korte ter mijn nog niet gegeven worden, doch ik hoop op korte ter mijn bekend te maken, eventueel via de financiële commis sie, hoe de situatie ligt Het college deelt het door de heer Oldenboom weergege ven standpunt, dat de uitgavenzijde nagenoeg de enige beïn vloedbare factor is om het tekort in de hand te houden. Het zelfde geldt voor de opvatting, dat wij ons voortdurend moe ten bezinnen op de verhouding tussen nut en offer. Dit heeft onze grootste aandacht Ik denk hierbij ook aan het bevriezen van subsidies en dergelijke, waarover de heren De Haan en Dijkstra ook al iets hebben gezegd. Bij het opstel len van de meerjarenbegroting zal te zijner tijd ook wel blij ken of daar überhaupt nog wat ruimte inzit en of wij ons er niet elke keer opnieuw over zullen moeten beraden of de subsidies nog steeds beantwoorden aan het doel waar voor ze indertijd verstrekt zijn; subsidies kunnen in de loop van een aantal jaren een soort van bloempjes van Catha- rina worden, in die zin dat je ze altijd maar in de begroting opneemt zonder je af te vragen of het niet eens tijd wordt om je erop te bezinnen Maar dat bezinnen geschiedt en ik heb begrepen dat de raad al met nadruk hééft gesteld of het geen tijd wordt dat een aantal subsidies, dat niet direct Soester belangen betreft, van de begroting wordt gemikt. Dit wordt dan wel een beetje werken met de botte bijl, maar duidelijk is, dat, als al van een botte bijl kan worden gesproken, daarom door de raad zelf is gevraagd. Over de kosten van het slachthuis, het natuurbad, de Stichting voor lichamelijke opvoeding en sport en de brand weer heeft de heer De Haan reeds iets gezegd. Ik kan eraan toevoegen dat het indexcijfer 100 voor 1965 betrekking heeft op een periode, voordat er nogal wat uitbreidingen in de totale accommodatie zijn ontstaan. Ik denk met name aan de brandweerkazerne. Het indexcijfer van de brand weer (1965 100) staat nu op 450. Ten aanzien van de opmerking van de PAK-fractie, wat een arme en een rijke gemeente is, wijs ik erop dat wij geen dringend noodzakelijke voorzieningen in de begroting heb ben geschrapt. Wel zijn, voor zover dit verantwoord was, bepaalde posten uitgesteld tot volgende jaren. De gemeen te bezit een aantal reserves. Dit zou op rijkdom kunnen duiden. Maar als men bedenkt, dat de gemeente de renten op deze reserves in de algemene dienst opsoupeert, dan zou men kunnen zeggen: Dat is geen rijkdom. Toch wordt de gemeente Soest wel eens voor rijk versleten. Ook de provincie heeft deze neiging, Dit vindt zijn aanleiding in het feit dat de gemeentelijke belastingdruk in het alge meen beneden de gestelde minimum-grenzen ligt. Wij zullen graag de dank van de PAK-fractie overbrengen aan de ambtenaren voor het bijzonder vele werk dat zij aan de investeringsnota hebben besteed. In een eerder stadium hebben wij al gesteld dat de meerja renbegroting, alsmede het investeringsplan, als een hef boom voor de financiering zullen moeten gaan dienen. Wij zullen ernaar streven de meerjarenbegroting in de loop van het volgend jaar aan de raad voor te leggen, zo mogelijk ge combineerd met - wat ik ook al eerder heb toegezegd - een aangepaste investeringsnota, want deze zouden wij van jaar tot jaar bijstellen. Een en ander vereist nogal werk. Omdat wij al enige maanden bezig zijn om een vacature op de af deling financiën vervuld te krijgen - hetgeen beslist nood zakelijk is, gezien het vele werk dat aan de genoemde no ta's verbonden is -, kan ik nu geen exacte data noemen. Ik hoop het volgend jaar op deze kwestie terug te komen en namens het college de plannen bij de raad in te dienen. Wat de opmerking met betrekking tot de kapitaalsuitgaven betreft, is het wel eens goed om nog eens duidelijk te stel len wat deze inhoudt. Indien de netto-vlottende schuld (met andere woorden: kapitaalbehoeften) de vastgestelde norm met meer dan 50% overschrijdt, dan moeten nieuwe beschikbaar komende financieringsmiddelen - bijv. uit grondverkopen - en andere inkomsten - uit leningen of der gelijke - voor de helft worden aangewend om de over schrijding ongedaan te maken. In Soest hebben wij op dit punt geen directe problemen, omdat in overleg met de griffie de opbrengst van grondver kopen van nieuwe wijken, zoals nu in het plan-Klaarwater, onmiddellijk voor het volle bedrag mag worden gebruikt voor bouwrijpmaken en aankoop van grond in andere be stemmingsplannen. Er behoeft geen angst te bestaan dat wij daarbij erg veel druk uitoefenen. Wij houden regelma tig contact met de griffie. In dit opzicht hebben wij de vol le medewerking. Wat betreft de doelmatigheidsuitkering van de rijksover heid ten aanzien van deelgenootschappelijke taken geloof ik dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten hierme de continu bezig is Er gaat haast geen dag voorbij of wij krijgen afschriften van brieven die de V.N.G. aan de diver se ministeries heeft verzonden met betrekking tot deze posten die de gemeenten nogal zorgen baren. Zo wordt re-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 190