zijn en zal proberen om een bouwstroom in de regio tot stand te brengen waardoor er niet in iedere gemeente hon derden van dezelfde woningen worden gebouwd, maar in de regio toch kan worden geprofiteerd van de prijsdrukken- de invloed die zo'n stroom heeft Misschien zal dit tot ge volg hebben, dat er toch eens een niet zo dure woning uit de bus kan komen De heer VAN EE; Ik wil graag even een verduidelijking vra gen met betrekking tot mijn eerste motie, mijnheer de voor zitter Ik heb begrepen dat mevrouw Walter heeft gezegd, dat zij aan de commissie openbare werken ter inzage geeft de rapporten waarover zij spreekt in het schriftelijke ant woord van het college op het verslag van het afdelingsonder- zoek. Heb ik dat zo goed begrepen' Wethouder mevrouw WALTER VAN DER TOGT: Nee, dat heeft u niet goed begrepen Die mpporten zijn natuur lijk sterk verouderd Ik heb ze zelfs nog nooit gezien. De heer VAN EE: Maat u voert ze zelf op als argument om te zeggen, dat het niet nodig is Als u die rapporten niet aan ons geeft dan handhaven wij onze motie Wethouder mevrouw WAL TER VAN DER TOGT' Ik weet niet waar ze zijn De VOORZITTER: Ik wel. Wethouder mevouw WALTER VAN DER TOGT: Ik zal ze aan de commissie voorleggen, maar ze zijn totaal verou derd. De heer JONKER: Het heeft geen enkele zin, mijnheer de voorzitter, de commissie een rapport voor re leggen dat tien jaar oud is De VOORZITTER: Zeven jaar Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Ik ge loof dat ze aanzienlijk ouder zijn De heer VAN EE: Dan handhaven wij de motie, zij het dat we er straks een kleine verandering in aanbrengen, nl. door hierin „vooronderzoek" te vervangen door: voorlopig vooronderzoek. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Door de commissie? De heer VAN EE: Nee, door een efficiencybureau. Na uw aanvullende informatie, waarui' blijkt dat de rapporten die u heeft gebruikt als motivering om het nier meer te doen, in feite verouderd zijn en geen waarde hebben, lijkt het ons gewenst om onze motie, die het instellen van een efficien cyonderzoek beoogt, te handhaven. De heer PIEREN: Ik geloof dat er een misverstand aan het groeien is mijnheer de voorzitter Ik kan op dit moment mevrouw Walter ook niet volgen, Vanmorgen heeft zij ge zegd, dat er onlangs op bepaalde onderdelen van gemeente werken een aantal onderzoekingen is verricht Het zoeven bedoelde heel oude rapport, dat inderdaad van ongeveer ze ven jaar geleden dateert, omvat de totale dienst. Als de V. V.D.-fractie de motie handhaaft, zullen wij haar niet steunen als aanneming van de motie betekent, dat er een al lesomvattend onderzoek bij gemeentewerken moet worden ingesteld Deze dienst is nl zo gelieerd aan andere diensten (aan de secretarie, aan de afdelingen 1 en 2, hij doet ook werkzaamheden voor het gasbedrijf en voor het Soester Na tuurbad), dat dan het totale gemeente apparaat zou moeten worden doorgelicht. Dat zou f. 100 000, kosten, Wethouder DIJKSTRA: Minstens De heer PIEREN; Het ging mij om de rapporten van het on derzoek dat onlangs ten aanzien van bepaalde onderdelen van gemeentewerken is ingesteld, mijnheer de voorzitter. Wanneer deze rapporten ter bespreking worden gegeven aan de commissie openbare wei ken, kan waarschijnlijk blij ken, dat er belangrijke facetten inzitten die verder doorwer ken, wat het onderhoud van de plantsoenendienst betreft bijv. ten opzichte van het Soester Natuurbad, Toen ik be stuurslid van dit bad was, zijn wij wel eens geschrokken van de kosten van het onderhoud van de ligweide en van andere onderhoudsposten. Als deze rapporten aan de com missie openbare werken ter bespreking worden voorgelegd, heb ik geen behoefte aan de motie van de V.V.D -fractie. Het feit dat hier nu over verschillende rapporten is gespro ken, heeft volgens mij een misverstand in de discussie te weeggebracht. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Ja, dat geloof ik ook. Van de deelrapporten is er nu eén bekend,nl. betreffende het efficiencyonderzoek met betrekking tot de autower kplaats, waaruit de hele regeling ten aanzien van het centrale onderhoud is voortgekomen. De heer PIEREN: Dat rapport hebben wij nooit gezien Wethouder mevrouw WALTER VAN DER TOGT: Dat mag u wel zien. De heer VAN EE: Wat is er nog meer in onderzoek? Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: De plant soenendienst. De heer VAN EE: En wat nog meer? Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Meer niet. Maar er is jaren geleden een overall-onderzoek van het gehele gemeentelijke apparaat geweest. Het desbetreffende rapport is zeer oud, maar in bepaalde onderdelen is er niet veel veranderd. Ik zelf heb dat rapport nooit gelezen, maar wij kunnen er wel enigszins op teruggrijpen, want in de to tale structuur is er niet zo gek veel veranderd; er zijn natuur lijk wel mensen bijgekomen. Wanneer u twijfelt aan de effi ciency van de werkwijze van bepaalde onderdelen (om maar eens wat te noemen: de onderhoudsdienst van het woning bedrijf), zou u kunnen zeggen: Laten wij dat nog eens goed bekijken. Dat wilde ik dan graag in de commissie openbare werken bespreken De heer VAN POPPELEN: Ik zou de heer Pieren, die mij vanmorgen heeft ondersteund, willen danken voor hetgeen hij nu gesteld heeft, mijnheer de voorzitter. Zoals hij het nu gesteld heeft, heb ik het vanmorgen ook bedoeld en zo had ik het ook begrepen uit de woorden van de wethouder en voorts uit de woorden van de heer Van Ee in het inter ne overleg dat wij eerder op deze dag hebben gehad. Ik ben er nu wel benieuwd naar wat de V V.D.-fractie met haar motie doet. Ik dacht, dat zij de motie had ingetrokken in verband met de toezegging betreffende het verschijnen van nieuwe deelrapporten, Ik ben het er met de heer Jonker volkomen over eens, dat het helemaal geen zin meer zou hebben als wij nu rapporten van zeven jaar geleden gingen opeisen De hele situatie in Soest is nl dermate veranderd, dat die rapporten voor mij een waarde van nul komma nul hebben. De heer VAN EE: Mijnheer de voorzitter! In het schrifte lijke antwoord van het college op het verslag van het afde- lingsonderzoek wordt het rapport dat hier nu wordt aange duid als een rapport dat verouderd en niet meer van toepas sing is, gebruikt als argumentering om gemeentewerken niet door te lichten. Als dat rapport zo verouderd is, moet de wethouder het niet gebruiken om te zeggen: Omdat wij dat rapport hebben is een onderzoek niet meer nodig. Als hier wordt gezegd dat het toch waardeloos is, moet het niet meer als argument gebruikt worden. De heer VAN POPPELEN: Dat heeft zij niet gezegd. De heer VAN EE: Er is hier gezegd dat dat rapport verou derd is en dat wij het niet eens meer mogen zien. Toch staat er in het antwoord van het college op het verslag van het afdelingsonderzoek: Op de vr aag of geen (efficiency-)on-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 202