per personeelslid, Soest haalt zonder automatisering al ruim 22.000 boeken pet jaar. In dit licht bezien, is het personeel overbelast. Soest ligt wat betreft de efficiency en de produc tiviteit per personeelslid dus ver boven de norm van het mi nisterie. Er kan derhalve geen bezuiniging op de post perso neel worden aangebracht. Eerder zal het omgekeerde het ge val moeten zijn. De bibliotheek is dezer dagen doende met de automatisering van de uitlening en van de administratie. Het laatste is al in kannen en kruiken. Met een aantal andere bibliotheken maakt Soest gebruik van een computer die daarvoor speciaal is geprogrammeerd. De kosten van de ad ministratie zijn aanzienlijk teruggebracht. Voor de uitlening is een apparaat besteld - het staat er misschien reeds waar door het mogelijk wordt om ook de uitlening te automatise ren. Dit zal gepaard gaan met een vermindering van de dienstverlening. Als de uitlening half of driekwart geauto matiseerd is, is er veel minder personeel om de mensen in de bibliotheek wegwijs te maken. Het volgnummer wordt zonder hoofdelijke stemming voor lopig vastgesteld. Hierna stelt de VOORZITTER wederom aan de orde: VOLGNUMMER 8,70.12. De VOORZITTER merkt op dat de provincie Zuid-Holland en ook de gemeenten buiten de provincie Utrecht aan het U-S.O. geen subsidie verstrekken. Het rijk verleent een aan merkelijke subsidie, ruim f. 1 miljoen, de provincie Utrecht en de gemeente Utrecht leveren het leeuwedeel, Daarnaast dragen diverse gemeenten in de provincie Utrecht bij. De heer PIEREN zegt, dat, als blijkt dat de raad voor het schrappen van de subsidie voor het U.S.O, is, dit aan het U.S.O. bekend zal moeten worden gemaakt. Zou de voorzit ter in dit geval aan het U.S.O. willen mededelen dat het zich voor de f. 4.000,-- maar tot de provincie Zuid-Holland moet wenden? De heer VAN EE sluit zich aan bij de vraag van de heer Pie ren. De VOORZITTER zou willen zeggen dat, als de raad be sluit om deze subsidie te handhaven, aan het U.S.O. in over weging kan worden gegeven om zich tot de gemeenten in Zuid-Holland te wenden, maar dat, wanneer de gemeente Soest het U.S.O niet meer subsidieert, het gemeentebestuur van Soest geen enkel recht heeft om tegen het U.S.O. te zeggen, dat het maar aan andere gemeenten in een andere provincie subsidie moet gaan vragen De heer VAN POPPELEN stelt voor om maar tot stemming over te gaan. De VOORZITTER brengt hierna in stemming het voorstel van het college om de onder volgnummer 8,70,12 vermelde subsidie te handhaven Dit voorstel wordt verworpen met 18 tegen 4 stemmen. Tegen stemmen de leden: Hoekstra, Smits, Smit, mevrouw Alting-Ambrosius, Blaauw, mevrouw Walma van der Molen- De Vries, Geerlings, Grift, Van Poppelen, mevrouw Kort- huis-Elion, Levinga, Pieren, Van Ee, De Groot, mevrouw Oranje-Entink, Van Logtenstein, Korte en Verheus. Voor stemmen de leden: Dijkstra, mevrouw Walter-Van der Togt, Ebbers en De Haan. VOLGNUMMER 8.70.38 De heer VERHEUS merkt op, dat hij tegenover de onder dit volgnummer vermelde post betreffende kosten van mu ziekonderwijs in het geheel geen ontvangsten in de vorm van lesgelden heeft aangetroffen. Deze subsidie komt neer op een uitgave van de gemeente van f. 392,- per leerling. Spreker heeft niets tegen het muziekonderwijs, maar hij neemt aan dat de leerlingen toch wel lesgeld moeten beta len en hij wil daarom graag weten, waar de desbetreffende inkomstenpost te vinden is. Wethouder DIJKSTRA antwoordt dat deze begrotingspost betreft de nettobijdrage van de gemeente Soest aan de mu ziekschool waarin Soest met Amersfoort participeert, met andere woorden: het aandeel van Soest in de dekking van het nadelige exploitatiesaldo. Er zijn uiteraard ook ont vangsten in de vorm van lesgelden Deze lesgelden zijn bij zonder hoog, ze zijn tot het uiterste opgevoerd; dit is ook gebleken uit een vergelijkend onderzoek ten aanzien van al le muziekscholen in Nederland De desbetreffende in komstenpost staat in de begroting van de muziekschool. Het volgnummer wordt zonder hoofdelijke stemming voor lopig vastgesteld. VOLGNUMMER 8.70 42. De heer DE GROOT heeft ernstige bezwaren tegen de, on der dit volgnummer vermelde bijdrage van f. 15.000,- aan hoofdstuk XI ter storting in het fonds voor aankoop van kunstwerken, Hij heeft niet de illusie dat deze bezwaren door andere raadsleden worden gedeeld. Daarom wil hij geen hoofdelijke stemming vragen, Het volgnummer wordt zonder hoofdelijke stemming voor lopig vastgesteld, waarbij wordt aangetekend dat de heer De Groot geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. VOLGNUMMER 8.70 82. De heer SMIT stelt voor. de onder dit volgnummer vermel de subsidie aan de Stichting Kunst en Bedrijf te schrappen op grond van het vanmiddag reeds meermalen besproken principe ten aanzien van de subsidies. De heer PIEREN leest onder dit volgnummer niet het woord „subsidie" maar het woord „bijdrage". In verband hiermede vraagt hij of de gemeente deelnemer of deelheb ber in de onderhavige stichting is en of er dus inderdaad niet van een subsidie kan worden gesproken. Wethouder DIJKSTRA stelt namens het college voor, de onder dit volgnummer vermelde uitgave te handhaven. Het betreft hier een stichting die veel meer en iets geheel an ders doet, dan uit de onder dit volgnummer gegeven sum miere toelichting blijkt. Men denkt misschien, dat de ge meente deze stichting om advies vraagt als de gemeente eens een kunstwerk bij bijv. Colenso of een school opricht. Maar dat is bepaald niet in de eerste plaats de opzet. De op zet van deze stichting is om te adviseren bij bijv. de inrich ting van industrieterreinen en van utiliteitsgebouwen. Wan neer de N.V Nederlandse Spoorwegen haar station in Soest zou willen moderniseren, dan is de Stichting Kunst en Bedrijf typisch een stichting die waardevolle adviezen kan geven. Het is dus ook typisch een stuk milieuverbete ring waaraan ze medewerkt. Spreker weet niet, hoeveel adviezen de gemeente dit jaar al aan deze stichting gevraagd heeft, maar hij stelt zich voor dat deze stichting een be langrijke rol kan gaan spelen in het geheel van de culturele activiteiten en werkzaamheden in de gemeente en vooral bij de planning van stadswijken, industriewijken en dergelijke. De heer PIEREN wijst erop, dat nog niet is geantwoord op zijn vraag of de gemeente Soest deelnemer of deelhebber in de onderhavige stichting is. De heer LEVINGA vraagt of de stichting al haar adviezen geeft voor de onder dit volgnummer vermelde f. 75,- dan wel zich voor elk advies apart laat betalen. Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN-DE VRIES gelooft, dat men nu aan het haarkloven is. In het ene geval gaat het over verenigingen Daarvan kan de gemeente lid zijn en dan verleent de raad volgens zijn Principienreiterei de desbetref fende bijdrage wel In het onderhavige geval gaat het over een erg goede stichting. Daarvan kan de gemeente geen lid zijn. Daarom wordt er een begunstigersbijdrage verleend. Maar dan komen er in de raad principes om de hoek kijken op grond waarvan geen bijdrage zou moeten worden ver- 208

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 215