ker gemeend er goed aan te doen, dit schrijven aan het college en de raad ter kennis te brengen. De raad heeft deze brief bestudeerd - zodat aan het verzoek van „Randstad" is voldaan maar uit het zojuist door de heer Van Ee namens de gehele raad naar voren ge brachte standpunt c.q. getrokken conclusie blijkt, dat de raad zijn standpunt niet heeft gewijzigd en nog ge heel staat achter het door het college ter zake gevoer de beleid. De raadsman van „Randstad" schrijft nog dat zijn cliënt er bezwaar tegen maakt dat haar schrijven,dat bedoeld was om als ingekomen stuk te worden behan deld in de raadsvergadering van 18 november 1971, thans slechts wordt behandeld in een besloten com missievergadering, waardoor de publiciteitsmedia en het publiek van de inhoud van dit schrijven en de re actie van de raad daarop geen kennis kunnen nemen. Hier is een abuis in het spel. Toen spreker zijn betoog namens de raad had gehouden, heeft de voorzitter ge antwoord dat er nog een brief van „Randstad" was ingekomen. Terecht heeft de voorzitter erop gewezen dat het zonder uitvoerige bestudering van deze brief niet mogelijk was, toen al een standpunt in te ne men. Het is juist, dat de gehele raad kennis heeft kunnen nemen van deze brief en tot een conclusie is gekomen, zoals zojuist door de heer Van Ee kenbaar is gemaakt. De VOORZITTER zegt, dat de door de heer Van Pop- pelen bedoelde brief van „Randstad" vlak voor de vo rige raadsvergadering was binnengekomen. Toen heeft spreker gezegd, dat de brief te laat was ingekomen om behoorlijk te kunnen worden behandeld. Op zijn voorstel is de brief naar de volgende raadsvergadering verwezen. Derhalve is zij nu aan de orde. Het is dus niet juist dat, zoals mr. De Vink schrijft, de brief in een commissievergadering zou worden behandeld. De zaak waarom het gaat, is een administratief-rechte- lijke kwestie, die helemaal niet zo moeilijk is, dat de in het administratief recht gespecialiseerde ambtelij ke medewerkers van de gemeente haar niet zouden aankunnen. Er zijn inderdaad wel eens zulke moeilij ke juridische kwesties, dat extern om advies moet worden gevraagd, maar het administratief-rechtelijke gedeelte van deze zaak is helemaal niet zo ingewik keld. De zaak zal volgende maand worden behandeld voor de Raad van State. Vermoedelijk doelt het door de heer Van Ee aangegeven krantebericht hierop. De Raad van State heeft advies gevraagd aan de directeur- generaal van de arbeid. De behandeling voor de Raad van State is een openbare behandeling. De adviezen die daar binnenkomen, zijn openbare stukken. Ieder een kan er afschriften van krijgen. Het advies van de directeur-generaal van de arbeid, de stukken van „Randstad" en de stukken van burgemeester en wet houders van Soest zullen bij de behandeling voor de Raad van State ter sprake komen. Uit het krantebe richt heeft men kunnen zien, dat de directeur-gene raal van de arbeid de betrokken minister in overwe ging geeft, te bevorderen dat het beroep van „Rand stad" ongegrond wordt verklaard. Hoe dit zal lopen, is een tweede, maar het gaat hier om een advies van een belangrijk ambtenaar. Over de juridische kwesties bestaat eigenlijk geen verschil van mening. Het gaat meer over het interpreteren van feiten en daarover kan men natuurlijk verschil van mening hebben. Het ge meentebestuur kan er dankbaar voor zijn, dat de di recteur-generaal voor de arbeid zoveel begrip heeft voor de feitelijke situatie. Met betrekking tot dit stuk wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld, k. Controlerapporten van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen der Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Deze rapporten worden voor kennisgeving aangeno men. 293. Voorstel tot het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 1 van de Zoneverordening Hinderwet ten behoeve van het oprichten, in werking brengen en in werking houden van een inrichting: a. voor het opslaan van butagasflessen, alsmede een propaangasinstallatie op/in het perceel De Zoom 11 te Soest, Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof delijke stemming aangenomen. b. tot het bakken van voedings- en genotmiddelen in oliën en vetten op/in het perceel Van Weedestraat 7b. De VOORZITTER zegt, dat in verband met de on derhavige kwestie mr. J. Knoppers, namens de heer F.K.H. Trapp, wonende Van Weedestraat 7a, nog een bericht aan de raad heeft gestuurd. Dit schrijven is te laat binnengekomen om in de raad te kunnen worden behandeld. Mr. Knoppers schrijft o.a. „In de eerste plaats zou cliënt er op willen wijzen, dat de laatste gebruiker van het pand Van Weedestraat 7b gedurende enige tijd een snackbar in Bussum heeft ge ëxploiteerd, Voor deze snackbar werden door de heer Galesloot van tijd tot tijd patates-frites voorgebakken in zijn slagerij aan de Van Weedestraat. Op dagen, waarop dit geschiedde was het woongenot van de heer Trapp sterk verminderd. De olielucht dringt overal door; wasgoed, dat buiten hing werd vet en het was een verademing,wanneer de heer Galesloot gereed was gekomen, Cliënt vreest, dat vestiging van een snackbar hem dag in dag uit met deze ellende zou confronteren. Voorts vreest de heer Trapp, dat de klanten van zijn bloemenzaak in kleinere getale zijn winkel zullen be zoeken. Een snackbar trekt vrij veel jeugd wier knet terende bromfietsen uiteraard ook voor de bloemen winkel terecht zullen komen. Er is ter plaatse weinig ruimte om deze voertuigen te parkeren. Cliënt vreest voorts de vervuiling van de straat ter plaatse door vet tige papieren zakjes, klodders fritessaus en dergelijke. Tenslotte zou vestiging van een snackbar ter plaatse betekenen,dat over een afstand van ongeveer 100 me ter drie van dergelijke zaken aanwezig zouden zijn. Uiteraard behoeft Uw Raad zich niet af te vragen of de ondernemer, die daar een zaak wil vestigen rede lijke financiële vooruitzichten heeft, maar wanneer omwonenden zoals mijn cliënt, ernstige bezwaren hebben, zou het feit, dat de voorgenomen snackbar waarschijnlijk niet levensvatbaar zou zijn toch wel enig gewicht in de schaal kunnen werpen." Spreker zegt, dat het hem goed lijkt als hij eerst even ingaat op deze brief. Er worden dus bezwaren naar voren gebracht 1. op grond van het feit dat de olielucht overal door dringt en de was buiten vettig maakt. Er wordt ver wezen naar het bakken van frites door de heer Gale sloot in het verleden. Zover spreker bekend is, heeft de heer Galesloot

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 229