housiast compliment aan het adres aan de brandweer
wil maken. Zij is er zeer over verheugd dat de bedoelde
voorzieningen in de scholen worden getroffen. Zij hoopt
dat er geregeld geoefend zal worden in het snel doen
ontruimen van dergelijke gebouwen, opdat de veiligheid
van de kinderen zoveel mogelijk gewaarborgd is. Wellicht
dat op een en ander wat controle moet worden uitge
oefend.
De VOORZITTER zegt dat het in de bedoeling ligt om -
de commandant van de brandweer streeft daar in ieder
geval naar - de leerkrachten op te wekken de nodige pre
ventieve maatregelen te nemen en om oefeningen met
de kinderen te houden.
De heer VERHEUS zegt dat in het voorstel staat:
„Door de commandant van de brandweer is een onder
zoek ingesteld naar de brandveiligheid van de in deze
gemeente aanwezige scholen." Voldoen de scholen in
Soesterberg ook aan deze eisen of is de commandant
van de brandweer daar niet geweest?
De VOORZITTER: Soesterberg ressorteert onder een
andere brandweercommandant. Beide functionarissen
hebben wel contact met elkaar ten aanzien van dit punt.
De wethouder DIJKSTRA is mevrouw Oranje bijzonder
dankbaar voor haar compliment. Enige maanden geleden
is al het personeel van alle openbare en bijzondere scho
len in het kader van bijzondere herhalingsoefeningen in
de brandweerkazerne bijeen geweest met het doel, gron
dig te worden geindoctrineerd inzake het nemen van
maatregelen op het gebied van de brandveiligheid. Bij
deze gelegenheid en dat is later herhaald, is aan alle
hoofden en besturen van scholen zeer duidelijk verzocht
om geregeld te oefenen met de aanwezige apparatuur.
Het blijkt dat, hoewel iedere school deze apparatuur
heeft, niet iedereen even handig is in het gebruik daarvan.
Per school dient ook een vluchtschema te worden opge
steld. Daar zit het college achterheen.
De Van der Hucht-kleuterschool is tussen wal en schip
gevallen, Men had deze school niet vergeten, maar zij
was bij het typen „overboord" gevallen.
De scholen in Soesterberg komen nog aan de orde. Ook
dit is niet vergeten, maar deze kwestie loopt over een
tweede schijf.
Het voorstel wordt - met inachtneming van het voorstel
van de onderwijscommissie tot verhoging van het krediet
met f. 1.300,- zonder hoofdelijke stemming aangeno
men.
59 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een aanvullend
krediet voor het vernieuwen van de toiletruimten in de
Mariaschool voor g.l.o.
De VOORZITTER deelt mede dat de onderwijscommissie
met het voorstel akkoord gaat en dat de financiële com
missie antwoord verzoekt op de volgende vragen:
1. Is de kostenverhoging alleen veroorzaakt door het
tijdsverloop tussen ooispronkelijke raming en datum van
uitvoering en door het inschakelen van een andere archi
tect?
2. Waarom is men overgegaan op een andere architect?
3. Heeft deze overschakeling het uitstel veroorzaakt?
4. Hoe groot is het bedrag dat aan de oorspronkelijke ar
chitect moet worden betaald?
5. In welk stadium bevindt zich de uitvoering van het
werk?
6. Waarom werd niet eerder een aanvullend krediet ge
vraagd?
Spreker verleent het woord aan de heer Dijkstra.
De wethouder DIJKSTRA merkt op dat het zijn nut
heeft om naar aanleiding van de door de financiële com
missie gestelde vragen iets te zeggen over de gehele pro
cedure van artikel 72-gevallen. Het ligt in principe aldus
en spreker stelt dit ter wille van de duidelijkheid (de prak
tijk is anders) scherp:
De desbetreffende wet stelt dat bij aanvraag van artikel
72-gevallen - dus van besturen van bijzondere scholen -
de gemeenteraad medewerking dient te verlenen, (De
raad kan dus ook weigeren). De uitwerking van de ver
leende medewerking zoals de bepaling van de hoogte van
het bedrag en de beoordeling van de efficiency van de
uitvoering, is door de wet in handen gelegd van burge
meester en wethouders. Feitelijk is de raad in dit geval
dus niet bevoegd om op- of aanmerkingen te maken over
de hoogte van het te besteden bedrag. Wanneer een zaak
bijzonder exceptionele proporties zou aannemen, dan kan
spreker zich voorstellen dat in de gemeente X de gemeen
teraad zou weigeren de desbetreffende begrotingspost
goed te keuren. Deze gang van zaken heeft zich in Soest
nog niet voorgedaan. Spreker zal bepaald de laatste zijn
om zo kinderachtig te zijn om hier aldus te werk te gaan.
Met het zich verdiepen in een verhoging van een uitgave
inzake een aanvraag van een bijzondere schoolvereniging
moet de raad dus bijzonder voorzichtig zijn. De raad mist
de formele bevoegdheid om zo'n uitgave kritisch te be
oordelen. Uiteraard doet het college dit wel. Spreker kan
mededelen dat hij geschrokken is van het uitlopen van het
bedrag, nodig voor een paar toiletten. De verbetering van
het sanitair lijkt een simpele zaak, maar wordt van
f. 42.000,- op f. 78,000,- gebracht. Hij heeft zich in
deze aangelegenheid verdiept. Er ligt 2 1/2 jaar tussen de
aanvraag en de completering van de uitvoering. Dat is erg
lang, het had vlugger kunnen gebeuren. Natuurlijk heeft
de vertraging van de uitvoering kostenverhogend gewerkt.
Het inschakelen van een andere architect heeft echter ab
soluut niet kostenverhogend gewerkt. Het bedrag dat als
honorarium aan de architect is uitgekeerd, is conform
het percentage dat gemeentewerken in soortgelijke geval
len stelt. De eerste architect, die is heengezonden en ver
vangen, krijgt een deel van het honorarium, in overleg
met de tweede architect. De gemeente bepaalt zich al
leen tot de totaalpost en bemoeit zich niet met de wijze
waarop - het heeft te dien aanzien ook geen recht van
spreken - de schoolvereniging deze zaak met de architect
afdoet
De vraag waarom men is overgegaan op een andere archi
tect onttrekt zich aan de beoordeling van het college. Het
mist te enen male de bevoegdheid om een schoolbestuur
een bepaalde architect voor te schrijven. Het college kan
wel gissen naar de verandering, maar het past het niet
om daarover een oordeel uit te spreken.
Voor zover het college het bekijken kan, heeft de over
schakeling op een andere architect niet veel uitstel van
de uitvoering der werkzaamheden veroorzaakt. Er was
blijkbaar tussen het bestuur van de schoolvereniging en
de eerste architect onvoldoende harmonie ter zake van
de uitvoering. Het werk is nu bijna klaar.
Er is niet eerder een aanvullend krediet gevraagd, omdat
het college het betrokken schoolbestuur een voorschot
heeft verstrekt tot een bedrag van de aanvankelijke ra
ming, f. 42.000,-. Toen bleek dat deze raming te laag
was, heeft het college het schoolbestuur verzocht om met
een nieuwe degelijke raming te komen. Dat heeft nogal
tijd gekost. Het college heeft dit verzoek gedaan medio
1970 en de aanvullende begroting is na enige tijd inge
diend. Het college kon met deze begroting echter niet
akkoord gaan. Het bedrag leek het college niet realis
tisch: het was veel te hoog. Er is toen enig heen en weer