A f. 7.000,--
doorhaling g.g.k.
sporthal kost nog altijd meer dan f. 2,- per hoofd per jaar.
Dat maakt al een aanzienlijk verschil uit. Voorts hebben wij
ons in het afgelopen jaar genoodzaakt gezien een gymnastiek
zaal te bouwen. Dat betekent dat er per jaar zo'n
A £-700,000,— bij moet, gewoon omdat de centrale overheid
in dezen blijkbaar niet bij de tijd was. Dit zijn allemaal fac
toren die op de kosten werken. Het is zinvol om de sport
verenigingen, de gebruikers van de verschillende objecten
die door de sportstichting worden geëxploiteerd, te betrek
ken bij het zoeken naar mogelijkheden om de kosten wat te
verlichten, althans niet sterk te doen stijgen. Ik heb niet de
indruk dat het belang van de sportbeoefening door de bevol
king ook maar in twijfel is getrokken.
Het probleem van de reclame op de sportvelden is opnieuw
teruggespeeld naar de sportstichting om alle voors en te-
gens van deze aangelegenheid nog eens heel uitvoerig op
een rijtje te laten zetten. De sportstichting heeft uit haar
midden twee fervente voorstanders en tegenstanders aange
wezen, om met redelijke assistentie van een ambtelijk fi
guur al de argumenten bijeen te harken en om de sport
stichting en daarna de gemeenteraad van advies te kunnen
dienen.
Ten aanzien van de volksgezondheid heb ik weinig punten
ontdekt die directe beantwoording behoeven.
Wat de huisvesting betreft, is terecht opgemerkt dat in
Klaarwater de doorstroming niet voldoende effect sorteert.
De begroting die een vrij aanzienlijk aantal mensen had
opgezet voor doorstroming naar de eengezinswoningen in
Klaarwater op basis van de oude berekening - die toch nog
altijd ruimschoots onder de f. 300,— per maand lag - is vol
komen in de war gestuurd door de sterke prijsstijging. Dat
betekent dat een aanzienlijk aantal mensen die nu in rede
lijk betaalbare eengezinswoningen en goedkope flats wo
nen, de sprong naar Klaarwater niet waagt en dat een aantal
huiszoekenden moet wachten, omdat er voor hen nog geen
betaalbare huizen zijn. De huurliberalisatie zou, wanneer zij
zich verder zou uitstrekken over onze dreven, het hele pogen
om een enigszins sociaal beleid ten aanzien van de huisves
ting te voeren, sterk doorkruisen.
Wat de ontboezemingen van de heer Pieren over de straatter
reur betreft, geloof ik dat wij twee zaken uit elkaar moeten
houden: de gevolgen die de heer Pieren heeft geschetst en
de oorzaken van het euvel, waarnaar wij nog bezig zijn te
zoeken. Elke golfbeweging heeft een oorzaak. Het betreft
hier een golfbeweging die zich ook na de eerste wereldoor
log heeft voorgedaan. Toen was er in bepaalde landen - in
Nederland wat minder omdat het van die oorlog weinig te
lijden had gehad - ook het een en ander aan de hand. Het
overschakelen op kortere werktijden heeft voor het leefpa
troon ernstige gevolgen gehad. Door sterke veranderingen
in het leefpatroon nu zijn grote manco's ontstaan in het ge
drag van de jeugd en van de burgerij. Het zoeken naar oorza
ken is niet zo'n bijzonder ingewikkelde opgave. Wij hebben
er zeker geen team van externe adviseurs voor nodig om te
kunnen constateren dat in allerhande nieuwe leefvormen -
vooral het kastje kijken, een vorm van „ontspanning" die
een tamelijk verwoestend effect heeft op het gezinsleven -
een belangrijke bron ligt voor de narigheden.
Mevrouw de voorzitter. Ik wil nog even een belangrijk as
pect uit het gemeentelijk leven van dit jaar memoreren, nl.
de wisseling van kapitein op de brug van de gemeente.
Door het feit dat ik als loco-burgemeester ben aangewezen,
heb ik daaromtrent al het een en ander meegemaakt en
moeten doen. Ik moet zeggen dat de continuïteit in het col
lege van burgemeester en wethouders en de wijze waarop het
college werkt als team, bepaald niet heeft geleden onder de
ze kapiteinswisseling. Als wij op deze manier voortgaan,
zullen wij zeker tot gelijke resultaten kunnen komen als
voorheen.
Wethouder DIJKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Er is niet
zo heel veel gezegd over het kleuter- en lager onderwijs.
Wel is onder onze aandacht gebracht dat wij onze plan
ning, met name een andere verdeling tussen openbaar en
bijzonder onderwijs, zouden moeten herzien met betrek
king tot de bouw van nieuwe scholen. Wij hebben dat ze
ker gedaan en het resultaat daarvan kan men zien in de wij
ken Klaarwater en Smitsveen, Wij hebben geconstateerd dat
in het nieuwe Soest een andere verhouding ligt tussen open
baar en bijzonder onderwijs dan in het oude Soest. De oude
verhouding was 1 3, zij is ongeveer 1 1 geworden. Wij
zijn er zeker op attent, maar het is natuurlijk voor ons een
onmogelijkheid om bij het ontwerpen van een nieuwe wijk
vooraf te enqueteren, hoewel men maanden, eigenlijk jaren
van te voren klaar zou moeten zijn met de scholenplanning.
Wij doen echter ons best en observeren zo nauwkeurig moge
lijk de trend.
Van politiek bevriende zijde is een en ander gezegd over het
oude gedeelte van Soest. De heer Van Poppelen weet wel
dat dat mij ten zeerste interesseert. Helaas wacht het uit
voeren daarvan op de reconstructie van de desbetreffende
wijk. Wij weten allemaal dat het niet mogelijk is om van
daag te zeggen, dat wij de heleboel tegen de grond halen en
er iets nieuws bouwen. Wat mogelijk is, gebeurt. Men heeft
dat gezien aan de bouw van de nieuwe katholieke kleuter
school die in een gevorderd stadium is. Voorts is er een uit
voerbare mogelijkheid die, als alles, van het rijk afhankelijk
is. Zodra het rijk besloten heeft voor zijn rekening te ne
men de uitbreiding van de scholengemeenschap Eemland -
technische school en huishoudschool - en over de brug
komt en ons bod aanvaardt op de bestaande Koningin Em-
maschool, dan zijn wij een heel eind verder. Dan staat ons
voor ogen om de Koningin Emmaschool te verbouwen en
daaraan een bepaalde bestemming te geven ten behoeve van
het bijzonder onderwijs.
Er wordt nogal eens door het christelijk schoolbestuur ge
klaagd over de Da Costaschool. Zij dateert uit 1905 en is
een van de oudste scholen in Soest. Het valt nogal mee,
wij zijn op deze school zeer attent. Wij kunnen ook deze
school niet tegen de grond halen en er een nieuwe neerzet
ten, want dat hangt nauw samen met de reconstructie van
de stationswijk. Dat is, meen ik, allemaal bij het betrokken
schoolbestuur bekend, maar het is aardig om het hier ook
in het openbaar te zeggen.
De terugloop van leerlingen baart ons zorgen. Wij kunnen
er niet al te veel aan doen. Wij hebben de gezinsvorming
bepaald niet in de hand. Ik kan er in elk geval niet persoon
lijk voor zorgen. Het is ons tot nu gelukt om voor een drie
tal openbare en een enkele bijzondere school die dreigden
terug te vallen van zes op vijf leerkrachten, deze terugval
uitgesteld te krijgen.
Het departement van onderwijs en wetenschappen is ons
zeer welgezind en heeft op ons verzoek om de zesde leer
kracht te laten blijven, goedwillend beschikt, hoewel deze
scholen duidelijk onder de norm zijn gezakt. Zoiets lukt
natuurlijk niet altijd. Wij letten er bijzonder op dat het kwa
lijk is om klassen te combineren. Om een en ander zo goed
mogelijk op te vangen, moeten wij naar een enkel geval dat
ons zorgen baart, iets extra's sturen. Wij zijn er voortdurend
mee bezig.
Ik ben dankbaar voor de bescheiden lof die twee fracties
hebben toegezwaaid voor de onderwijsactiviteiten. Wij doen
wat wij kunnen, Wij bouwen regelmatig. Dat blijft, ijs en
weder dienende, zo voortgaan.