Als spreker ziet dat een korfbalclub in Soesterberg
voor f. 45,-- per lid speelt en een korfbalclub in Soest
voor f. 276,- per lid, vindt hij dat een schrikbarend
verschil.
Wethouder DE HAAN merkt op dat de bedoelde korf
balclub uiteraard een uitspringer is. Dit is mede te wij
ten aan een inzinking in het clubleven die op de telda
tum gaande was. Inmiddels is het aantal leden praktisch
verdubbeld, zodat het sommetje over 1972 een geheel
andere uitkomst zal hebben. Bij de opzet van de ac
commodatie is er duidelijk van uitgegaan dat zij bestemd
was voor een bestaande vereniging die haar levensvat
baarheid had bewezen en een zekere omvang had be
reikt. Op het moment dat het veld werd aangelegd,
was de club aanzienlijk groter dan de staat nu laat zien.
Uiteraard moet, als bij een bepaalde club het ledenver
lies zich voortzet, een en ander worden beëindigd,
maar dit zal al op natuurlijke wijze gebeuren als de
huren worden opgevoerd, want die zijn dan voor een
club met bijv. 25 leden niet meer op te brengen. Als
dan zal zeker naar een combinatie met een andere
sportvereniging moeten worden gestreefd. Het beleid
van de sportstichting is er steeds op gericht geweest
om de accommodaties zonder de mogelijkheid van
onderhuur aan de clubs te verhuren, ten einde te
voorkomen dat clubs zouden gaan denken: Dit is ge
heel van ons, wij kunnen ermee doen wat wij willen.
Zodoende is het mogelijk om ruimte te reserveren
voor toevallige evenementen of voor beginnende
clubs, waardoor de bestaande accommodaties zo goed
mogelijk kunnen worden benut.
De begroting van de Stichting Lichamelijke Opvoe
ding en Sport Soest wordt hierna zonder hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
De VOORZITTER schorst hierna te 12.52 uur, de
vergadering.
De VOORZITTER heropent, te 13.49 uur, de verga
dering.
(De heer Van Poppelen is wederom ter vergadering
aanwezig).
De VOORZITER stelt aan de orde:
De behandeling van de onderdelen van de gemeente
begroting voor het jaar 1973 in engere zin.
DE IN DEZE NOTULEN NIET AFZONDERLIJK
VERMELDE ONDERDELEN DEZER BEGROTING
WORDEN ALLE ZONDER DISCUSSIE EN ZON
DER HOOFDELIJKE STEMMING VOORLOPIG
VASTGESTELD.
GEWONE DIENST.
HOOFDSTUK II. ALGEMEEN BEHEER.
De heer VAN POPPELEN memoreert dat dezer dagen
al het een en ander is gezegd over de zware taak die
het college van burgemeester en wethouders te vervul
len heeft. Hij onderstreept de opmerking van de heer
De Groot over het zich landelijk voordoende grote
verloop onder raadsleden en wethouders. Misschien
kan hieraan door middel van verhoging van de jaar
wedden van de wethouders iets worden gedaan. Soest
is een van de weinige gemeenten die voor hun wethou
ders een zo karige regeling hebben getroffen. Er is
een bepaald basissalaris vastgesteld, maar in andere
gemeenten krijgen de wethouders evenals de raadsle
den ook presentiegeld voor het bijwonen van com
missievergaderingen. Er is nu een goed team wethou
ders, en dat moet men proberen te houden.
De heer JONKER constateert dat onder volgnr. 2.70,
Bevordering van de burgerzin, de kosten worden ge
raamd voor de uitgave van een boekje over burgerzin.
De bedoeling van dat boekje is het wekken van inte
resse voor o.m. het ontstaan en het functioneren van
de gemeenteraad. Op de tekst van dat boekje wil hij
nu niet ingaan; het streven is in ieder geval nuttig. Het
gaat hem om de vraag wat, als de interesse eenmaal
gewekt is, aan de follow up zal worden gedaan. De
voorzitter heeft zich vanmorgen in haar repliek afge
vraagd of spreker niet een aantal dingen door elkaar
had gehaald. Het lijkt hem daarom dienstig nog even
het systeem van zijn algemene beschouwingen uit de
doeken te doen. De algemene vraag is: hoe betrekt
men de burger er bij? Hij heeft hiervan een drietal fa
cetten genoemd, ten eerste de inspraak per project,
ten tweede het ter inzage leggen van stukken en ten
derde het houden van een periodiek vragenuurtje. De
ze opsomming is bepaald niet volledig. Over deze drie
facetten wil hij, ten einde de onduidelijkheid die hier
over bij de voorzitter kennelijk bestaat weg te nemen,
nog het volgende opmerken.
De inspraak per project slaat kennelijk enigszins aan,
zij het naar het gevoelen van sprekers fractie niet op
een al te vroeg moment. Zelfs aan het veel geroemde
werk van de Kerkpad-commissie is een grote frustra
tie bij de bewoners vooraf gegaan.
Met betrekking tot het voor een ieder ter inzage leg
gen van de stukken is het aantal lieden dat van zo'n
gelegenheid gebruik maakt, geen enkele maatstaf. Dat
aantal zal groeien naar mate de interesse bij de bevol
king toeneemt. Spreker is ervan overtuigd dat hiervoor
nu al interesse bestaat bij de pers, bij leden van de
wijkraad en bij leden van de werkgroep gemeentepoli
tiek. Hij meent dat dit onderwerp eens aan de orde
is geweest in een gesprek met de wijkraad en dat de
voorzitter toen heeft gezegd dit in het college te zul
len bespreken. Haar afwijzend antwoord geldt, naar
hij aanneemt, ook voor de wijkraadsleden.
Het derde punt is dat van het periodieke vragenuur
tje, bijv. om de drie maanden na afloop van de offi
ciële raadsvergadering. Sprekers fractie ziet dit als
een algemene mogelijkheid voor Soester burgers om
dingen naar voren te brengen of te signaleren. De
voorzitter stelt dat dit maar via de raadsleden moet
gebeuren. Dit kanaal wordt alreeds veelvuldig benut.
Vele mensen weten de raadsleden goed te vinden.
Niettemin blijft dit een indirect systeem, evenals het
aan de raad schrijven van brieven. Met beide moge
lijkheden heeft spreker ruime ervaring opgedaan
toen hij nog niet in de raad zat en als voorzitter van
de werkgroep gemeentepolitiek op de publieke tribu
ne het werk van de raad gadesloeg. Hij kan verzekeren
dat dit veel lastiger en frustrerender is dan rechtstreeks
het woord te kunnen voeren. In andere gemeenten,
zoals Wormerveer, is dit laatste wél mogelijk. Spre
kers fractie is derhalve niet erg gelukkig met de nogal
categorische afwijzing van haar suggestie. Het niet tij
dig scheppen van voldoende communicatiekanalen
maakt de bodem rijp voor toekomstige actiegroepen.
Het is hem overigens duidelijk dat het voor hen die in
een andere tijd en in andere systemen zijn opgegroeid,
nog wat moeilijk is om aan een gewijzigde aanpak te
wennen. Hij blijft hopen op een betere follow up van
de eenmaal bevorderde burgerzin.
De heer PIEREN sluit zich geheel aan bij de opmerkin-