op die enquete moet worden gehouden en over de
inhoud van de te stellen vragen zal overleg worden ge
pleegd met de commissie voor de woonruimteverde
ling en met de commissie voor openbare werken.
Daarbij zal ook de prijsbepaling aan de orde moeten
komen, want hij kan zich voorstellen dat mensen die
thans bericht ontvangen dat de gemeente nog niet tot
verkoop wil overgaan, zich afvragen voor welke prijs
zij hun woning zullen kunnen kopen wanneer het wél
zo ver komt. Spreker is het ermee eens dat het eigen
woningbezit grote voordelen heeft en dat de gemeente
in principe geen grote huiseigenaar moet zijn, maar de
huidige situatie geeft toch aanleiding te zeggen dat
men niet te vlug tot verkoop van woningen moet over
gaan, omdat dit voor een vrij groot aantal mensen ver
velende gevolgen kan hebben.
De heer VAN POPPELEN is de wethouder erkentelijk
dat deze een heel eind aan de wensen van zijn fractie
tegemoet komt. Ook spreker heeft gesteld dat, alvo
rens tot verkopen kan worden besloten, eerst de uit
slag van een in te stellen onderzoek bekend zal moe
ten zijn. In maart van het volgend jaar zal het vier jaar
geleden zijn dat deze zaak voor het eerst aan de orde
kwam. Zoals men heeft gehoord, is er in die vier jaar
nog weinig concreets op tafel gekomen. De wethou
der zal daarom begrijpen dat spreker nu de termijn
van een half jaar heeft genoemd. Misschien zal het wel
acht of negen maanden worden, maar in ieder geval
zal er vóór de volgende begrotingsvergadering meer
duidelijkheid in deze kwestie moeten worden ver
schaft.
De heer VAN EE herinnert zich dat vanuit de raad al
eens eerder is verzocht om onder de bewoners van
premiewoningen en woningwetwoningen te enquete-
ren.
De heer VAN POPPELEN: Dat is toen afgestemd.
De heer VAN EE bevestigt dit. Hij is blij dat bij het
college thans de behoefte bestaat meer inzicht in deze
materie te verkrijgen. Hij wil dit voorstel na toevoe
ging van het woordje „nog" wel aannemen, want dat
verschilt niet van aanhouding van het voorstel, maar
hij heeft er wel behoefte aan een termijn te stellen.
Het college zal hopelijk een toezegging dienaangaan
de willen doen.
De heer HOEKSTRA kan het eens zijn met de voor
gaande sprekers. Hij wil nog graag omschreven zien
wat de wethouder met „zo spoedig mogelijk" bedoelt.
De heer DE GROOT is zeer onvoldaan over de situatie
die momenteel aan de orde is, maar is voldaan over het
standpunt van de wethouder.
Hij zou echter wel heel graag zien dat zou worden ge
tracht de toegezegde informaties binnen de tijd van
zes maanden te verstrekken.
De VOORZITTER merkt op dat het college de tijd
tot 1 september een mooie termijn lijkt, want 's zo
mers heeft men te maken met vakanties. Het college
zal zijn uiterste best doen zich aan deze termijn te
houden.
Spreekster concludeert dat aan de verzoekers zal
worden geschreven dat de raad op dit moment nog
niet tot verkoop wil overgaan, dat de materie wordt
onderzocht en dat men hoopt voor 1 september te
kunnen mededelen of toch nog tot verkoop kan wor
den besloten en zo ja, tegen welke prijs.
Aldus wordt besloten.
De VOORZITTER deelt mede dat nog twee ingeko
men stukken aan de agenda worden toegevoegd. Van
het eerste wil zij de raad met enige droefheid mede
deling doen. Als voorzitter van de raad heeft zij nl.
een brief gekregen van mevrouw Walma van der Mo
len, die als volgt luidt:
„Tot mijn bijzonder grote spijt moet ik u medede
len, dat ik mij, om gezondheidsredenen, genoodzaakt
zie, mijn werkzaamheden als raadslid van deze gemeen
te neer te leggen. Daarom verzoek ik u bij deze, mij
per 1 februari 1973 te willen ontheffen van mijn func
tie.
Vergezeld van dit schrijven, gelieve u aan te treffen:
de verklaringen van drie candidaten, die achter mij
op de kieslijst komen, dat zij bij voorbaat reeds afzien
van een benoeming tot raadslid. Ik hoop, dat hun
verklaringen de procedure ter voorziening in mijn op
volging zal versnellen. Mocht zulks niet het geval zijn,
dan ben ik bereid aan te blijven totdat in mijn opvol
ging is voorzien.
Ik heb lang geaarzeld, alvorens deze beslissing te ne
men, en zij valt mij bijzonder zwaar. Het werk als
raadslid heeft mij bijzonder geboeid en ik heb mijn
functie steeds met plezier vervuld, al was zij soms
zwaar. Dit afscheid, en zeker de reden ervan, stemt
mij dus verre van blij.
Ik wens u en de raad toe, dat u met vrucht, en tot
tevredenheid der burgers, voor Soest verder mag wer
ken, en dat er zegen op uw werk zal rusten."
Spreekster heeft, zoals gezegd, met droefheid van de
ze mededeling kennis genomen. In de januari-zitting
zal men nog gelegenheid hebben om van mevrouw
Walma van der Molen afscheid te nemen. Het bedroeft
spreekster altijd als een jonge, energieke vrouw - de
heer Pieren zal het haar niet kwalijk nemen dat zij dit
zegt - om bepaalde redenen werk dat zo'n vrouw lief
is moet opgeven.
De heer PIEREN: Ik vind vrouwen ook lief, hoor!
De VOORZITTER: Wij zullen in januari op dit schrij
ven terugkomen
Besloten wordt dit schrijven voor kennisgeving aan te
nemen.
De VOORZITTER deelt vervolgens mede dat van
middag een aan de gemeenteraad gericht telegram is
ontvangen, dat als volgt luidt:
„Met verbazing heeft Stichtse Milieufederatie kennis
genomen van vergunning B. en W. voor vellen houtop
standen op dit ogenblik te Birkstraat 132 te Soest -
Dringen aan op stopzetting bouwactiviteit totdat juis
te vergunningen zijn verleend - Welke doelstelling
ook wordt nagestreefd, gemeentebestuur zal voor
beeld moeten geven bij hantering wet ruimtelijke or
dening - Gelegenheidsplanologie die hier wordt geho
noreerd ondermijnt iedere rechtszekerheid - Van der
Ven, secretaris."
Spreekster begrijpt dat zij niet kan voorstellen dit
telegram voor kennisgeving aan te nemen.
De heer VAN EE meent dat het in dezen niet gaat
om het pand aan de Birkstraat dat men het Witte Huis
noemt, maar om een pand dat er enkele panden naast
is gelegen, alwaar bepaalde activiteiten zijn ontplooid.
Hij gelooft dat in deze zaak door het college klaarheid
moet worden gebracht, omdat er, zoals ook uit het te
legram blijkt, heel wat punten zijn die een nadere ver
klaring behoeven. Er wordt gesproken over het kap
pen van bomen. Spreker heeft zich laten vertellen dat
dit veertig jaar oude beukenbomen zijn. Voorts wordt
gesproken over het bouwen van een tijdelijke behui-