zing; hij heeft zich laten vertellen dat, als een en an der één meter was opgeschoven, de bomen hadden kunnen worden gespaard. Verder heeft hij gelezen dat op het terrein bij het bewuste pad helemaal niet mag worden gebouwd, want enkele jaren geleden heeft het college geschreven: „Ook afgezien van het streekplan hebben gedeputeer de staten ernstig bezwaar tegen elke vorm van parasi taire bebouwing onmiddellijk tegen de grens van de gemeente Amersfoort en in de omgeving van het regio nale woonwagenkamp." Spreker wil nu graag weten of het ook in dit geval om parasitaire bebouwing gaat. Hem is gezegd dat het een tijdelijke bebouwing betreft, waarbij wordt gesproken over vijfjaar. Hij weet dat die termijn nog eens met vijfjaar kan worden verlengd, zodat hij zich afvraagt wat onder „tijdelijk" wordt ver staan. Bovendien wordt er naar zijn mening gebouwd op grond van artikel 19. Is de artikel 19-procedure in derdaad toegepast? Misschien gaat het ook wel om artikel 17; deze materie is nogal ingewikkeld. Een feit is - en dat is des Pudels Kern - dat naar een oplossing wordt gezocht voor de huisvesting van een aantal buitenlandse werknemers, die thans in een be huizing zitten die niet aan een aantal daaraan te stel len eisen voldoet. Die behuizing zal worden verbeterd, maar om dat te kunnen gaan doen, moeten die buiten landse werknemers tijdelijk elders worden onderge bracht. De behuizing van buitenlandse werknemers gaat sprekers fractie natuurlijk zeer aan het hart. Zij begrijpt dat deze voor de mensen in het Witte Huis bijzonder goed geregeld is. Wel vraagt zij zich af of, als in het Witte Huis 120 mensen zijn ondergebracht en in de tijdelijke behuizing nog eens 100, niet een concentratie ontstaat waarachter men een vraagte ken moet zetten. Spreker wil graag uitgelegd zien wat er nu eigenlijk aan de hand is. De heer PIEREN stelt vast dat alle fractievoorzitters zowel gisteren als vandaag over deze materie zijn be naderd en zich daarmee hebben beziggehouden. Hij kan zich thans volkomen aansluiten bij hetgeen de heer Van Ee hierover naar voren heeft gebracht. Er leven in dit verband vele vragen, niet alleen bij de om wonenden, maar ook bij de burgerij. Spreker wil graag vernemen welk artikel in dezen is toegepast, artikel 17 of artikel 19. Een vraag die hij nog wil stellen is hoe het ter plaatse zit met de hoogspanningskabels van de P.U.E.M. Er is hem nl. medegedeeld dat ook de P.U.E.M. ernstig bezwaar zou hebben tegen een bebouwing aldaar. De heer HOEKSTRA kan kort zijn door het college namens zijn fractie te vragen dit aan de agenda toege voegde ingekomen stuk zo uitvoerig mogelijk toe te lichten. De heer VAN POPPELEN heeft weinig aan de al ge stelde vragen toe te voegen. Hij wil er alleen nog even op wijzen dat onder de buurtbewoners een zekere on gerustheid bestaat ten opzichte van het ontstaan van een te grote concentratie van buitenlandse werkne mers. Als zodanig is die concentratie wel belangrijk, maar wat gebeurt er als deze werknemers eens weg zouden gaan? Men zit dan met een zekere concentra tie van bepaalde woningen. De heer JONKER merkt op dat ook hij vanmiddag ter plaatse heeft rondgelopen en dat hij met verba zing heeft gezien wat daar was gebeurd en wat er aan de gang was. Hij onderschrijft de vragen van de heer Van Ee en de vraag van de heer Pieren over de hoog spanningskabels van de P.U.E.M.; die kabels lopen er ongeveer recht boven. Met name wil hij vernemen of er wel of niet een kapvergunning is verleend en door wie die vergunning eventueel is verstrekt, door de provincie of door de gemeente. De VOORZITTER deelt mede dat namens het colle ge eerst de heer De Haan zal antwoorden. Deze heeft bemoeienis gehad met de buitenlandse werknemers, wat op dit moment in deze gemeente een bijzonder urgent punt is, aangezien per 31 december een aantal pensions zal worden gesloten omdat zij niet aan be paalde normen voldoen. Wethouder DE HAAN stelt vast dat in de Birk een bepaalde ontwikkeling aan de gang is. Het huidige Witte Huis is vroeger een café of een hotel-café of een danstent geweest; dat hing ervan af welke exploi tant er op een gegeven moment in zat. Het is nimmer een agrarisch bedrijf geweest. Toen de heer Van Kam pen zich hier had gevestigd, is deze er na enige tijd toe overgegaan om gerepatrieerden huisvesting te verle nen. De manier waarop dat gebeurde was goed. Spre ker heeft hiermee vanuit twee disciplines van doen ge had, enerzijds als wethouder en anderzijds vanuit het ziekenfondswezen en de sociale wetgeving, en in bei de gevallen heeft hij kunnen constateren dat de huis vesting van de gerepatrieerden uitstekend was. Op een gegeven moment is gevraagd dit pand wat te mogen verbeteren en uit te breiden. Door de gemeen te is daartegen enig bezwaar gemaakt op grond van planologie, maar in overleg met gedeputeerde staten is toch een oplossing gevonden die het mogelijk maak te huisvesting te scheppen voor de bewoners van het pand - inmiddels waren dat geen gerepatrieerden meer, maar spijtoptanten - en te zorgen voor een zeke re vorm van recreatie. Dit terrein en de omgeving er van waren daar uitermate geschikt voor. Ook gedepu teerde staten hebben dit als argument gebruikt om de zaak op deze manier aan te pakken. Naast het Witte Huis bevindt zich een hoenderpark. De houder van dat hoenderpark heeft bij tijd en wijle het een en ander gebouwd, maar niet altijd met de vereiste vergunning, en heeft wel eens geprobeerd ook andere bezigheden dan het houden van hoenders te beginnen, tot het huisvesten van Amerikaanse mili tairen in kippenhokken toe. Weer daarnaast stond de villa van de oude heer Kalf, waarmee verder niets aan de hand was. Die villa heeft echter op een gegeven moment een andere eigenaar gekregen, die op het bij behorende terrein wat zomerhuisjes heeft neergezet. Ook deze mijnheer heeft zich niet altijd aan de regels van het spel gehouden; de gemeente heeft er wel eens woonruimtegevallen aan overgehouden. Die mijnheer is inmiddels weer verdwenen, waarna de eigenaar een Soester inwoner werd, die meende daar grootse plannen voor recreatieve voorzieningen te zullen kunnen uitvoeren. Zo wilde hij er stacaravans neerzetten, maar dat gaat daar niet en bovendien was de provincie bepaald niet van zins in die richting me dewerking te verlenen. Deze mijnheer heeft daarna, weer niet geheel correct, delen van het huis verhuurd, hetgeen wederom woonruimteproblemen tot gevolg had, waarop deze man de vergunning tot het verhuren van gedeelten van zijn pand is onthouden. Op een gegeven moment werd het noodzakelijk over te gaan tot sluiting van een aantal verblijven voor buitenlandse werknemers. Daardoor werd de druk van de kant van het bedrijfsleven om naar vervangende 206

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1972 | | pagina 213