ruimte voor deze mensen te zoeken, bijzonder groot.
Er zijn met name vrij frequente contacten geweest
met de Zakenkring en met enige bedrijven. Men is
daarna gaan zoeken naar oplossingen, waarbij ook het
plan van de heer Van Kampen weer naar voren kwam
om het Witte Huis uit te breiden; dat plan is door
hem ook al eens in de politieke soos getoond en in de
pers gepubliceerd. De vraag is gesteld wat er met deze
panden zal gebeuren wanneer de buitenlandse werkne
mers er eventueel niet meer zouden zijn. De gedachte
die aan het idee van de heer Van Kampen ten grond
slag ligt, is om dit pand dan door middel van een vrij
geringe ingreep geschikt te maken voor de huisvesting
van alleenstaanden en oudere mensen. Vanwege be
paalde planologische bezwaren was dat plan blijven
liggen, maar mede door de aandrang die door het be
drijfsleven werd uitgeoefend is de gedachte opgeko
men om in de periode die voor de realisering van dat
plan nodig zou zijn, in de ogenblikkelijke nood te
voorzien door een tijdelijke huisvesting te scheppen.
Er is toen contact opgenomen met de eigenaar van
het terrein waarover het thans gaat, die graag tot ver
koop daarvan bereid was, omdat hij geen vergunning
kreeg tot het huisvesten van jonge gezinnen, daar dit
na korte tijd prompt tot woonruimteproblemen zou
leiden. De tijdelijke huisvesting die op dit terrein zal
worden geschapen, zal worden gebruikt totdat op
perceel 138 een definitieve huisvesting tot stand zal
zijn gekomen.
Wethouder mevrouw W ALTER-VAN DER TOGT
merkt op dat de heer Van Kampen, toen deze voor de
beslissing stond of hij het pand al of niet zou aanko
pen, ervan verzekerd wilde zijn of hij iets zou kunnen
beginnen met de op het terrein staande zomerhuisjes.
Hij was bereid om in het pand buitenlandse werkne
mers te huisvesten. Op het terrein staan een stuk of
negen vreemde bouwsels, waarmee hij eigenlijk niet
goed raad wist. Hij is toen met de gemeente gaan pra
ten en heeft gezegd: als het legale bouwsels zijn - geve
rifieerd is, dat dit inderdaad het geval is -, mag ik dan
niet, als ik ze afbreek, een nieuwe vleugel aan mijn huis
bouwen, want dan zal ik de gehele zaak in een renda
bele sfeer kunnen brengen; krachtens overgangsrecht
zou dit mogelijk moeten zijn, want het huis staat er
als woonhuis en als vakantieverblijf. Het college heeft
dit nagegaan, waarbij bleek dat dit inderdaad mogelijk
zou zijn. Dit kon evenwel natuurlijk niet op korte
termijn worden gerealiseerd.
In de tussentijd kreeg de heer Van Kampen van „De
Lichtenberg" het aanbod om de tijdelijke bebouwing
van het zusterhuis, die moest worden gesloopt, over
te nemen. Hij kwam de gemeente toen vragen of hij
dat geval op zijn terrein mocht neerzetten, in plaats
van het bouwsel achter het terras. Het college heeft
daarop gezegd dat dit niet kon, omdat, als daar zou
worden gebouwd, dit een definitief gebouw zou moe
ten zijn, omdat een ander gebouw op den duur pro
blemen met zich zou brengen. Dit zag de heer Van
Kampen ook zelf wel in, waarop hij met de gedachte
kwam het gebouw van „De Lichtenberg" met een tij
delijke vergunning neer te zetten, daar hij thans nog
niet de vervanging van de af te breken zomerhuisjes
door een nieuwe vleugel aan zijn huis kan realiseren.
De vergunning voor die tijdelijke bouw is nog niet
aangevraagd. Er is ook nog niets gedaan, behalve dan
dat het terrein voor die tijdelijke bouw in gereedheid
wordt gebracht, in afwachting van de vergunning, die
uiteraard langs de normale legale weg zal moeten wor
den aangevraagd en verleend. Gezien de bestaan
de huisvestingsnood is het college echter zeker bereid
met het verlenen van de vergunning spoed te betrach
ten, Spreekster veronderstelt dat de raad hiervoor al
le begrip zal hebben, ook gezien de bij de begrotings
behandeling gestelde vraag wat de overheid voor de
buitenlandse werknemers kan doen.
Het tijdelijke gebouw van „De Lichtenberg" moet
nog worden afgebroken. Het kan pas worden her
bouwd wanneer de daarvoor benodigde fundering ge
reed is; men begint daar pas in januari aan, zodat het
echt nog wel even zal duren voordat er kan worden
gebouwd.
Van het feit dat er bomen zijn gekapt, is de dienst
van gemeentewerken op de hoogte, Er zijn in hoofd
zaak vruchtbomen gekapt, en daarvoor is geen kap-
vergunning nodig Er zijn voorts inderdaad wat jonge
beuken gekapt. Spreekster weet niet of het mogelijk
was geweest een paar van die bomen te sparen door
de bouw een klein beetje op te schuiven, maar van
de plantsoenendienst heeft zij begrepen dat helemaal
niet kan worden gezegd dat er desastreus is gekapt
Voorts heeft de heer Van Kampen de tijdelijke bouw
een zodanige plaats moeten geven dat daardoor niet
de te zijner tijd te realiseren aanbouw in het gedrang
zou komen. Er is dus al met al niet méér gebeurd dan
dat een eigenaar in zijn tuin een stukje grond gereed
heeft gemaakt voor een eventuele bouwerij, waarvoor
hij de vergunning nog moet krijgen
Er is spreekster niets bekend over kabels van de
P.U.E.M waarmee problemen zouden zijn. Zij zal
hiernaar echter nog informeren. Voorts is in dit geval
geen artikel 19-procedure nodig. Een noodgebouw kan
immers niet staan op een plaats waar planologisch
definitieve bouw mag plaatsvinden. De bouwvergun
ning voor dit noodgebouw zal daarom gebaseerd moe
ten zijn op artikel 17, welke dan hoogstwaarschijnlijk
voor vijfjaar zal worden verleend
Voorts is er nog het probleem van de riolering Er vin
den reeds jarenlang besprekingen plaats met de ge
meente Amersfoort, omdat het bijzonder moeilijk is
deze hoek van de gemeente Soest op het gemeentelijk
riool aan te sluiten De gemeente Amersfoort is bereid
een riool te „ontvangen" naar de afvoer Amersfoort,
waarmee uiteraard wel kosten zijn gemoeid. De heer
Van Kampen is van het begin af aan, ook toen van de
tijdelijke bouw nog geen sprake was, bereid geweest
alle kosten die hem daarvoor in rekening zouden wor
den gebracht te dragen zelfs meer dan dat -, iets wat
spreekster niet kan zeggen van zijn buurman Voor de
uitvoering van de aanleg van het riool wordt op het
ogenblik op de toestemming van Amersfoort gewacht.
Deze zaak zal binnenkort wel geregeld kunnen worden.
De heer VAN EE heeft van het college niet gehoord
hoe het tegenover de concentratie staat. Voorts meent
hij dat artikel 17 niet is toegepast zoals het had moe
ten gebeuren
De VOORZITTER wijst erop dat artikel 17 nog niet
is toegepast. De formele bouwaanvrage is nl, nog niet
binnen. Wanneer die bouwaanvrage binnen is, wordt
zij veertien dagen ter inzage gelegd, opdat daartegen
eventueel bezwaren kunnen worden ingebracht. Als
het college die bezwaren niet gegrond acht, wordt de
vergunning verleend, met kennisgeving daarvan aan de
inspecteur voor de ruimtelijke ordening.
De heer VAN EE: Past u dan artikel 17 of artikel 19
toe?
207