a. de Dorresteinweg aan B.V. Konstruktiebedrijf C.J. van Hengstunaen Zn.; b. nabij de Steenhoffstraat aan F. van Essen; c. aan Smitsweg en Ereprijsstraat aan de Stichting Li chamelijke Opvoeding en Sport Soest; d. aan de Johannes Poststraat aan de Provinciale Utrechtse Electriciteits Maatschappij N.V. e. aan de Nijverheidsweg aan Gebr. Roest N.V. te Soest. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 281 Voorstel tot verhuur van het genot van de jacht op enige percelen nabij de Wieksloterweg aan W. van Dorresteijn. De VOORZITTER deelt mede dat de commissie voor de financiën op één lid na met dit voorstel ak koord gaat. De heer LEVINGA geeft te kennen dat hij dat lid is en dat hij er thans even iets van wil zeggen, zoals hij dat ook verleden jaar heeft gedaan. Waarschijnlijk zal het even weinig succes hebben als verleden jaar. Hij krijgt al rillingen als hij het voorstel leest, waarin wordt gesproken over het genot van de jacht, de verplichting het konijn zo veel mogelijk uit te roeien en het bemachtigen of doden van schadelijk wild. Kan het college hem vertellen wat schadelijk wild is? Een ieder maakt zich zorgen over het milieu. Spreker vindt het puur milieubederf als de paar beestjes die aan de grens van de bebouwing van Soest nog rondhuppelen, worden neergeknald. Als het ge lukt het konijn uit te roeien, heeft men wederom een diersoort van de aardbodem weggevaagd. Men heeft al zo veel in het natuurlijk evenwicht verstoord. Laat men daar nu mee stoppen en laat men de noodzakelij ke regeling van de wildstand - dat argument wordt al tijd aangevoerd - overlaten aan de vaklui, in casu de boswachters. De heer DE GROOT wil hierover, ook evenals verle den jaar, graag even het woord voeren, waarbij hij wil proberen de heer Levinga tot andere gedachten te brengen, met waarschijnlijk even weinig succes als de vorige keer. Hij begrijpt dat de bezwaren van de heer Levinga tegen dit voorstel voortkomen uit diens grote liefde voor de wildstand in het algemeen. Het is ech ter niet juist te menen dat het uitroeien van het konijn schadelijk zou zijn voor de wildstand, integendeel, de praktijk heeft geleerd dat, als het konijn in een jacht gebied onbelemmerd voortteelt, dit ten koste gaat van de werkelijke wildsoorten. Het is juist om de wild stand te beschermen dat bedoelde bepaling in de jacht wet is opgenomen; zij is in dit contract terecht over genomen. De VOORZITTER dankt de heer De Groot, want diens betoog was eigenlijk het antwoord van het colle ge- De heer LEVINGA wijst de heer De Groot erop dat er een groot verschil is tussen uitroeien en de wildstand op peil houden. In het contract staat duidelijk dat het konijn moet worden uitgeroeid en niet dat het tot een aanvaardbaar aantal moet worden gedecimeerd. De heer DE GROOT repliceert dat „trachten uit te roeien" betekent: „op peil houden", want het is nog nooit iemand gelukt de konijnenstand werkelijk uit te roeien, en dit zal zijns inziens ook nooit lukken. De heer LEVINGA meent dat het in dit geval best zal lukken, ook gezien de omstandigheid dat het terrein in kwestie vlak tegen de bebouwing aan ligt Als er nooit meer gejaagd wordt, verdwijnt het konijn daar ook wel. Mevrouw ORANJE-ENTINK is het in grote lijnen ge heel met de heer Levinga eens. Zij is beslist tegen het genot van de jacht, zoals de term luidt,zodat zij haar stem niet aan dit voorstel kan geven. Zelfs de heer De Groot heeft haar niet kunnen overtuigen De heer VAN POPPELEN wil de woorden die de heer De Groot heeft gesproken onderschrijven Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen, onder aantekening dat de heer Levinga en mevrouw Oranje-Entink geacht willen worden te heb ben tegengestemd, 282 Voorstel tot het instellen van een rechtsvordering tot onteigening tegen een aantal eigenaren van grond, ge legen in het bestemmingsplan Industrieterrein. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde lijke stemming aangenomen, 283 Voorstel tot het garanderen van rente en aflossing van een door de Vereniging tot Voortzetting van Patri- monium's Woningbouw te sluiten geldlening De heer JONKER heeft in de stukken tevergeefs ge zocht naar een mededeling dat er belangstelling voor de te bouwen garageboxen bestaat. Mag hij aanne men dat die belangstelling bestaat? De VOORZITTER meent dat men met deze zestien garageboxen bijzonder gelukkig zal zijn Er is in dezen geen diepgaand onderzoek ingesteld, maar er komt nogal eens een aanvrage voor een garagebox binnen. Zij gelooft dat het risico voor de gemeente met betrek king tot deze garageboxen uitermate klein zal zijn Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 284 Voorstel tot het geven van straatnamen De VOORZITTER deelt mede dat dit voorstel is be sproken in de straatnamencommissie, die met het col lege van mening was dat ten aanzien van de straat- naamgeving moest worden voortgegaan met het geden ken van verzetslieden. De heer DE GROOT is bijzonder blij met dit voorstel, maar toch wil hij vragen een kleine correctie aan te brengen, nl. onder punt f, waar wordt voorgesteld aan een straat de naam „Tante Riekhof" te geven Hij weet dat in verzetskringen mevrouw Kuipers Rietberg beter bekend is geweest onder de naam „tante Riek", maar of dit de thans opgroeiende en de komende ge neraties zal aanspreken, waagt hij te betwijfelen Hij deelt niet het bezwaar van het college dat de naam „Mevrouw Kuipers-Rietberghof" verwanend zou kun nen werken ten aanzien van de F.C Kuyperstraat en de Albert Cuyplaan. Spreker heeft er nog nooit van gehoord dat de F.C, Kuyperstraat en de Albert Cuyp laan met elkaar werden verward- Hij wil het college thans graag voorstellen voor de naam „Mevrouw Kuipers-Rietberghof" te kiezen De heer VAN EE meent dat men de naam „Tante Riekhof" wel kan gebruiken als men er op het straat naambordje bij zet dat dit de verzetsnaam was van mevrouw Kuipers-Rietberg. De heer LEVINGA vindt dit een ernstige zaak. Men wil een verzetstrijdster eren, maar men geeft de straat in kwestie nu een naam die in zekere zin de lachlust opwekt. Zijn voorstel is daarom het andersom te doen, nl. door de straat „Mevrouw Kuipers-Rietberg hof" te noemen en dan op het bordje te zetten dat zij 211

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1972 | | pagina 218