kelijk constateert.) Wanneer de inhoud van de contai ner dan als grof vuil wordt gestort in een zandgat, dan worden er ratten aangetrokken. De heer PIEREN is er dankbaar voor, dat er direct een onderzoek is ingesteld en maatregelen zijn geno men. Er zijn niet sinds vandaag of gisteren ratten in Soes- terberg. Reeds in de periode 1956-1959 werd Soester- berg overstelpt met ratten. Ook toen heeft spreker er vragen over gesteld in de raad, waarbij hij heeft ge sproken van: ratten zo groot als katten. Aan de Amersfoortsestraat heeft spreker zelf de rat ten gezien. Daarbij heeft hij geconstateerd dat er be halve grof huisvuil ook afgekeurde levensmiddelen, waaronder repen chocolade van een bekende fabriek die niet goed waren gefabriceerd, werden gestort. De ratten zaten er heerlijk op de dikke buik te slaan, want er was chocolade in overvloed aanwezig. Soesterberg wordt nu al een aantal jaren omgeven door een aantal zandgaten. Ook wanneer er in die gaten alleen grof huisvuil wordt gestort, zitten er rat ten in. Ratten eten namelijk niet alleen levensmidde len, ze snoepen ook graag van oude vloerbedekking. Toen spreker zeer onlangs 's avonds zijn auto in de garage zette, zag hij daar twee grote ratten. Die rat ten kropen toen snel tegen een muur naar boven en via een ruimte tussen de muur en het dak van de ga rage bij de buurman naar binnen. Zelfs aan de Van Angerenstraat, bij het Dorpsplein, wordt de aanwezigheid van ratten geconstateerd. De ratten lopen door het hele dorp heen. De mensen strooien graag op verschillende plaatsen stukjes brood voor de vogels. Ook daardoor worden ratten aangetrok ken. Spreker zou graag zien dat wanneer de ratten binnen kort verdelgd zijn, er ook een regelmatige controle op het wel of niet aanwezig zijn van ratten plaats vindt, bijvoorbeeld eens per maand of per twee maan den. Hij bepleit met klem dat de raad een defintieve uitspraak in dit opzicht doet. Wethouder EBBERS zegt dat de bevolking beter zal moeten oppassen. Spreker is een paar keer bij de con tainer in Soesterberg geweest en hij heeft toen gecon stateerd, dat men daar gewoon de vuilnisbak in om keert, hetgeen wel degelijk medewerkt aan het kwe ken van een rattenplaag. De heer PIEREN is het volledig met de heer Ebbers eens. Op zaterdagavonden te omstreeks elf uur kan men constateren dat verschillende bedrijven uit Den Dol- der en Utrecht met volle vrachtwagens naar de con tainer in Soesterberg komen om daar alle mogelijke rommel in te storten. Dat is werkelijk bar en boos. De container aldaar zou eigenlijk op bepaalde tijden gewoon afgesloten moeten worden, net zoals dat in Soest gebeurt. De VOORZITTER meent dat het college zich er nog eens over zou moeten beraden hoe de zaak beter af gedekt kan worden. Zij heeft niet de illusie dat er nooit meer de aanwezigheid van een rat zal worden geconstateerd, maar zij meent dat toch wel moet wor den geprobeerd het euvel zoveel mogelijk tegen te gaan. Spreker is de heer Pieren erkentelijk voor de laatste waarschuwing die hij het gemeentebestuur heeft mee gegeven. De heer DE GROOT onderstreept gaarne de woorden van de heer Pieren. Spreker herinnert zich dat hij tijdens de begrotingsbe handeling in november 1966 er met klem op heeft aangedrongen de rattenbestrijding in de gemeente meer en intensiever ter hand te nemen. Hij heeft toen ook zijn verbazing uitgesproken over het feit dat er slechts een luttel bedrag, naar hij meent slechts enkele dui zenden guldens, op de begroting voor de rattenbestrij ding was uitgetrokken. Hij herinnert zich dat hij toen heeft aangedrongen op vergroting van het bedrag en van de activiteiten en dat hij toen steun van de heer Pieren heeft ontvangen. Na zeven jaar wil hij die hulp graag met wederhulp beantwoorden. De VOORZITTER constateert dat de behandeling van de schriftelijke vragen van de heer Pieren als beëindigd kan worden beschouwd. Hierna spreekt zij de volgende woorden: Dames en heren! Wij zijn aan het einde van de agen da gekomen. Er wacht ons nu nog een heel droeve taak: wij moeten afscheid nemen van een raadslid, namelijk de heer Pieren. De heer Pieren is van 1 september 1953 af onafgebro ken lid van de gemeenteraad van Soest geweest. Hij is dus bijna twintig jaar raadslid geweest. Het is jam mer dat hij de twintig jaar net niet vol wil maken. Wanneer je zo eens even in de notulen nakijkt waar over de heer Pieren in de loop der jaren heeft gespro ken, dan zie je zoveel, dat het eenvoudigweg niet meer te tellen is. Het gaat over de volksgezondheid, over allerlei sociale maatregelen, over de rattenbestrijding en heel veel meer. De laatste jaren heeft de heer Pieren altijd de algemene beschouwingen voor zijn fractie gehouden. Ik heb eens even nagekeken wat de heer Pieren als fractievoorzitter heeft gezegd. Dat ging dan natuurlijk over alle onderwerpen. In 1972 heeft de heer Pieren bij de behandeling van delbegroting gezegd: De democratie is geen ter wille van de efficiency in het leven geroepen procédé. Wanneer je dit nu zo uit zijn verband gerukt gebruikt, dan is het natuurlijk een heerlijke stelling om morgen met een grote kop ergens in een krant te worden aan getroffen, want dan zou ze kunnen betekenen, dat de heer Pieren niet van de democratie houdt. Als je zegt dat de democratie geen ter wille van de efficiency in het leven geroepen procédé is, dan kan dat namelijk betekenen dat je zegt: Ik hoef haar niet. Het is echter altijd zeer gevaarlijk om iets uit zijn verband gerukt te gebruiken. De heer Pieren heeft deze woorden juist gebruikt om te zeggen, dat er in de openbare raads vergadering eigenlijk over alle dingen gesproken moet worden en dat ook de tegenstellingen die er politiek kunnen bestaan, duidelijk uit de doeken moeten ko men. Er wordt natuurlijk in een gemeenteraad wel eens gezegd: Nou ja, wij zijn het soms wel met elkaar on eens en het hoeft niet allemaal zo uitgepraat te worden. Maar ik heb het gevoel, dat men de democratie deugd doet wanneer juist in de openbare raadsvergaderingen alles goed uit de doeken wordt gedaan. Dat werkt clan misschien niet efficiënt, maar het werkt dan wel goed voor de democratie. Bij de laatste begrotingsbehandeling heeft de heer Pieren een onderwerp aangeroerd dat eigenlijk hele maal niet met de begroting van Soest te maken heeft. Hij heeft het toen namelijk gehad over een deel van onze tegenwoordige jeugd, waarbij hij heeft gezegd, 103

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 104