De VOORZITTER stelt voor de in het ontwerp-be-
sluit onder punt 4 vermelde voorwaarde te doen ver
vallen.
Het aldus gewijzigde voorstel wordt zonder hoofdelij
ke stemming aangenomen.
182 Voorstel tot aankoop van grond met opstallen, gele
gen aan:
a. de Eigendomweg van de Erven C.E. Hilhorst;
b. de Nieuweweg van de heer L.J. van den Bos.
183 Voorstel tot verkoop van grond, gelegen nabij de
Nieuweweg aan de heer E. Kareisen.
184 Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst inzake
uitbetaling van rente in verband met een gesloten
koopovereenkomst met:
a. de heer P.C. Kuijer;
b. de Erven C.E. Hilhorst.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
185 Voorstel tot het wijzigen van de statuten voor de
„Stichting Soester Natuurbad".
De heer DE GROOT leest in artikel 1 van de ont-
werp-statuten:
„De stichting draagt de naam „Stichting Zwembaden
Soest". Zij is gevestigd te Soest."
Hij vraagt zich af of die tweede zin wel nodig is. Hij
acht deze zin overbodig.
Voorts vraagt hij zich af of het wel nodig is in artikel
5, lid 4, achter de namen van de leden te vermelden,
dat zij wonende te Soest zijn. Ook dat komt hem van
zelfsprekend voor. Voor het ene lid dat in Soester-
berg woont - dat trouwens ook Soest is -, zou tussen
haakjes „S'berg" vermeld kunnen worden.
De VOORZITTER deelt mede dat de wet op de stich
tingen de vermelding vereist, dat de stichting te Soest
is gevestigd.
Wat de bestuursleden betreft, zou men zich kunnen
voorstellen dat een niet in de gemeente Soest woonach
tig iemand lid van het bestuur is. Je zou iemand kun
nen hebben, die lid is van een Soester sportvereniging,
maar die woont in Baarn of in Amersfoort. Spreekster
gelooft dan ook dat het nuttig is de woonplaats van
de bestuursleden te vermelden. Zij meent dat daarte
gen in ieder geval geen bezwaren bestaan.
De heer HOEKSTRA merkt op dat onder de bestuurs
leden achter de heer Brink staat vermeld: „wonende
te Soest, Julianalaan 80". Dat zal wel niet kloppen.
De VOORZITTER: Dat moet 8 zijn.
De heer DETMAR zou dan ook graag achter zijn naam
„Bartolottilaan 41" veranderd zien in: Bartolottilaan
14.
De VOORZITTER: Ook die wijziging zal worden aan
gebracht.
Mevrouw KORTHUIS-ELION merkt op dat Soest op
het ogenblik twee zwembaden heeft. Ze zijn beide in
beheer bij de stichting. Waarom worden ze dan ook
niet beide in artikel 3, lid 2a, genoemd? Daarin is nl.
alleen sprake van het Soester Natuurbad.
De VOORZITTER deelt mede dat het andere bad
eigendom van de stichting is. Het Soester Natuurbad
daarentegen is eigendom van de gemeente. Daarom
staat in de statuten vermeld, dat de stichting het be
heer, de exploitatie en het onderhoud van het aan de
gemeente toebehorende Soester Natuurbad krijgt.
114
Het voorstel wordt, met inachtneming van de daarin
aangebrachte wijzigingen, zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
186 Verdeling door loting van de raad in 2 afdelingen in
verband met de behandeling van de gemeentebegro
ting 1974.
Bij loting worden de afdelingen als volgt samenge
steld:
Eerste afdeling: de leden De Haan (voorzitter), Blaauw,
mevrouw Oranje-Entink, Detmar, Storimans, Korte,
Van Logtenstein, Stam, Oldenboom, Levinga en Joos-
ten.
Tweede afdeling', de leden mevrouw Walter-Van der
Togt (voorzitter), Van Ee, mevrouw Korthuis-Elion,
mevrouw Alting-Ambrosius, Smit, Van Poppelen,
Hoekstra, Verheus, Grift, Van Vloten, Jonker en De
Groot.
187 Voorstel tot het verlenen van ontheffing als bedoeld
in artikel 1 van de Zoneverordening Hinderwet ten
behoeve van 14 gasdrukregelstations, gelegen in Soest
en Soesterberg.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
188 Voorstel tot het verlenen van medewerking als be
doeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920
aan het bestuur van de Stichting voor Katholiek On
derwijs te Soest voor het vergoeden van de herstel-
kosten van de stormschade aan de Mariaschool voor
g.l.o.
Mevrouw ORANJE-ENTINK heeft zich er bijzonder
over verbaasd, dat de schoolbesturen niet weten dat
hun scholen niet tegen stormschade zijn verzekerd.
Zij hoopt dat ze dit nu op de een of andere manier
aan de weet komen.
De VOORZITTER: Wij zullen zorgen dat ze het -
voor zover ze het nog niet weten - aan de weet ko
men.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
189 Voorstel tot verkoop van grond, gelegen aan de Weeg
breestraat te Soest, aan de heren P.H. Walter en
J.B.M. Eggink.
De VOORZITTER deelt mede dat de commissie
grondbedrijf en uitbreidingsplannen voorstelt de ver
koopprijs van de grond te bepalen op f. 75,- per m2
in plaats van de door het college voorgestelde f. 60,--
per m2.
De heer DE GROOT deelt mede in de commissie te
hebben ingestemd met het daar naar voren gekomen
voorstel de grondprijs te verhogen. Dit gezien het
feit, dat de grondprijzen de laatste jaren sterk zijn ge
stegen. Reeds geruime tijd geleden stond deze prijs
op f. 60,- per m2. Thans staat ze op een belangrijk
hoger peil. Na de commissievergadering is er ech
ter een brief van de betrokken kopers gekomen, waar
in zij hun standpunt uiteenzetten. Spreker weifelt nu
tussen beide standpunten. Gaarne verneemt hij van
het college, hoe het komt dat de onderhandelingen
over deze verkoop zo lang hebben geduurd. Ligt de
schuld daarvoor inderdaad geheel of in hoofdzaak bij
het gemeentebestuur of komt ook een gedeelte hier
van voor rekening van de betrokken kopers? Van het
antwoord op deze vraag hangt het af, of hij zijn stem
aan het collegevoorstel geeft dan wel met het voor
stel van de commissie meegaat.