gekocht, wordt een dergelijke bepaling ook niet opge nomen in de verkoopvoorwaarden. De fractie stelt dan ook voor de anti-speculatiebepaling in het con cept-besluit te schrappen. Er is nogal wat kritiek geleverd op de samenstelling van het enquêteformulier. Kritiek was er vooral op vraag 20, betrekking hebbende op de hoogte van het inkomen van de bewoner. Deze vraagstelling zal wel een achtergrond hebben gehad, maar die achtergrond was de bewoners niet duidelijk. Waarom is deze vraag gesteld? In het gemeentelijk voorlichtingsblad heeft onlangs een artikel gestaan, waarin duidelijk werd gepleit voor het eigen-woningbezit. Financiering zou op an- nuiteitenbasis moeten geschieden. Op zich zelf was er sprake van een zeer goed artikel. Het verdient echter aanbeveling dat in het voorlichtingsblad ook aandacht wordt besteed aan andere financieringswijzen, bijv. een hypotheekbasis van 2%, 3% of 5%, waardoor de koper bij een verkoopprijs van f. 55.000,- tot f. 60.000,- een bedrag van f. 10.000,— tot f. 12.000,- kan besparen. Spreker gelooft dat het de moeite waard is daarop de aandacht te vestigen in het voorlichtingsblad. De heer JONKER zegt dat er in de voorbereiding tot het onderhavige voorstel veel zorg is besteed aan het overleg met de verschillende raadscommissies. De enquete was professioneel van opzet. Er zat geen gevaar van dubbele interpretatie in. Helaas is er in de bij het enquêteformulier behorende brief wel een zinsnede geslopen die prompt aanleiding heeft gege ven tot enig misverstand, zoals blijkt uit de brief van een aantal bewoners. In de brief aan de bewoners werd vermeld wat de prijs van de betrokken woning bij vrije oplevering is. De bewoners menen dat de ver melde prijs niet op hen kan slaan, omdat er sprake is van huizen in bewoonde staat. Dat betekent dat het ja van de bewoners op de vraag of zij het door hen bewoonde huis willen kopen in wezen een geclausu leerd ja is, wanneer zij op vorenbedoelde wijze heb ben gereageerd. Het voorstel is maandagavond jl. uitvoerig aan de or de geweest in het politieke café Proest van D'66 en P.P.R. Allerlei geschiedenissen uit het verre en het meer nabije verleden kwamen naar voren. Spreker heeft zich beperkt tot het geven van een uitleg terza ke de situatie zoals hij die heeft meegemaakt vanaf december 1972. Terecht werd echter opgemerkt dat niet helemaal kan worden voorbij gegaan aan hetgeen zich voor die tijd heeft afgespeeld. Er zouden door hoge gemeentelijke autoriteiten bepaalde toezeggin gen tot aankoop tegen redelijke prijzen zijn gedaan. Hij heeft om de schriftelijke bevestigingen terzake gevraagd. Die waren er natuurlijk niet, want het ging om gesprekken, waaruit de bewoners bepaalde con clusies hebben getrokken. Met deze mededelingen van de zijde van sommige bewoners kan derhalve niet zoveel worden gedaan. Dat neemt echter niet weg dat een en ander bij de betrokkenen anders is overgekomen dan het gemeentebestuur meent. Dat feit dient men bij de beschouwing van de zaak in het achterhoofd te houden. In de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan is vrij uitvoerig gesproken over de prijsstijging die heeft plaatsgevonden sinds de taxa tie op 1 januari 1973. De prijsstijging werd destijds vrij hoog geacht (een dikke f. 8.000,-), maar deskun digen hebben spreker nadien verteld dat de stijging slechts ongeveer f. 5.000,- bedraagt, terwijl op het ogenblik een zekere afremming van de prijsstijging zou zijn te constateren. De vraag is gerezen of er niet moet worden gekozen voor „vrij op naam" in plaats van „kosten koper". Wanneer voor vrij op naam wordt gekozen, zullen de lasten voor de kopers worden verminderd met een bedrag van f. 5.000,-. Er zal echter meer geld binnen komen voor de sociale woningbouw, wanneer er meer huizen worden verkocht. Sommige bewoners kunnen nu eenmaal niet meer dan een bepaalde prijs betalen. Op het ogenblik is nog niet bekend hoeveel huizen er zullen kunnen worden verkocht. Het zou bijzonder te betreuren zijn, wanneer het project niet zou kunnen doorgaan, want. het is een goede zaak om in de financiële sfeer wat te doen aan de doorstroming. Spreker wil zich geheel aansluiten bij de met betrek king tot de anti-speculatiebepaling naar voren ge brachte bezwaren. Deze bepaling hoort z.i. niet in de voorwaarden thuis. De heer OLDENBOOM dringt er namens de protes tants-christelijke fractie op aan om de anti-specula- tiebepaling uit de voorwaarden te schrappen. Het vervolg van zijn betoog is niet namens de frac tie, maar a titre personnel. De gemeenschap heeft, voor wat de huisvesting be treft, de zorg voor de sociaal zwakkeren. Zijn langdu rige ervaring op het gebied van de woonruimteverde ling heeft geleerd, dat er een grote behoefte bestaat aan de thans in het geding zijnde eengezinswoningen. De noodzaak om deze woningen beschikbaar te heb ben voor o.a. medische noodgevallen, heeft hem er bij voortduring van weerhouden om al te enthousiast aan te dringen op verkoop van de betrokken huizen. Die verkoop bevordert wel het particuliere woningbe- zit, maar wanneer men het particuliere woningbezit wil bevorderen, moet dat niet gebeuren door het ver kopen van gemeenschapsbezit aan particuliere bewo ners. Die bevordering zal moeten gebeuren door het ontwikkelen van initiatieven door die bewoners, bijv. door middel van het stichten van huizen. Het is niet waar dat er thans geen doorstroming is. Men weet echter niet hoe de doorstroming in de toe komst zal zijn. Dat is moeilijk voorspelbaar. Uitge komen is hetgeen de raad in de vorige samenstelling vreesde dat zou gebeuren, wanneer er zou worden geënqueteerd onder de bewoners. Er is een bal aan het rollen gebracht die niet meer kan worden tegen gehouden. Er kan thans eigenlijk al niet meer met goed fatsoen worden gezegd, dat er niet zal worden verkocht. De vraag over het al dan niet verkopen van de huizen komt op het ogenblik gewoon niet meer ter sprake. Zonder dat de raad dat wilde is de materiële beslissing om de huizen te verkopen in feite reeds genomen. De heer VAN POPPELEN: Neen, dat is niet waar. De heer OLDENBOOM zegt dat het bevorderen van de doorstroming via de boekwinst een aardige ge dachte is. Hij meent echter dat deze doorstroming niet het effect zal hebben dat zou worden bereikt, wanneer de gemeente de doorstroming met de be trokken huizen zelf zou kunnen regelen. Het stuit hem tegen de borst om de betrokken hui zen te verkopen, maar hij meent toch dat het moet gebeuren. De verkoop zal dienen te geschieden tegen de door het college voorgestelde prijzen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 122