tweede plaats hebben de bewoners van de Molen straat de zaak zo grondig uitgediept dat een en ander wel goed moet worden bekeken, want er zijn altijd financiën bij betrokken. Het belangrijkste bij dit alles vindt zij dat de bewo ners van de Molenstraat zich zozeer voor deze zaak hebben ingezet. De heren Van Vloten en Joosten hebben gevraagd of spreekster haar beleid ten aanzien van het kraken van woningen wilde verduidelijken. Een aantal woningen is duidelijk bestemd om te verdwijnen, maar niet ieder huis wordt meteen nadat het leeggekomen is af gebroken, omdat het soms beter is zo'n huis voorlopig leeg te laten staan totdat alle huizen die moeten wor den afgebroken leeg zijn. Op zich is dit voor degenen die in zeer beroerde woonomstandigheden verkeren of die graag voor zich zelf woonruimte willen hebben, een heel nare zaak. Met betrekking tot de Molenstraat gaat het enerzijds om woningen die moeten worden afgebroken en anderzijds om woningen die, als de plannen daartoe kunnen doorgaan, zouden kunnen worden gerenoveerd. Wanneer men nu bepaalde wo ningen gaat opknappen, zullen de bewoners daarvan er tijdelijk uit moeten, want men kan een huis niet grondig opknappen terwijl de bewoners er in blijven zitten. Dit is mede een reden waarom men huizen leeg moet laten staan. Wanneer er in Soest een pand leeg komt waarvan men meent dat het toch nog wel een tijd kan blijven staan, heeft de wethouder van volkshuisvesting daarvoor een groot aantal medische gevallen op zijn lijst staan, die nodig van een flat af moeten en in aanmerking komen voor een eengezinswoning. Het is dan bijzonder pret tig om van de lijst af te kunnen werken. Wanneer het gaat om woningen die binnenkort moeten worden geamoveerd of die, als de plannen die bij college, raad en bewoners van de Molenstraat leven zouden kunnen worden uitgevoerd, moeten worden gerenoveerd, moe ten er op een bepaald moment woningen beschikbaar zijn waarin tijdelijk die mensen kunnen worden ge huisvest wier woning moet worden gerenoveerd. De heer Joosten heeft met name geïnformeerd naar vier kraldngsgevallen. Bij het krakingsgeval van zo'n vier maanden geleden ging het om een kraker die als woningzoekende stond ingeschreven en wiens omstan digheden zodanig waren dat hij spoedig voor huisves ting in aanmerking zou moeten komen. De betrokken jongelui hebben het gekraakte pand vrijwillig verlaten en hebben de toezegging gekregen dat zij te zijner tijd voor iets in aanmerking zullen komen. Een volgend kraakgeval, door de heer Joosten met name genoemd, betrof twee jongelui, van wie de heer Pauw sinds 1 no vember als inwoner van de gemeente Soest stond inge schreven; daarvoor was hij ingeschreven in de gemeen te 's-Hertcgenbosch. Hij stond echter helemaal niet ingeschreven als woningzoekende; dat is pas gebeurd op 14 november. Nu moet men wel eens onderscheid maken tussen kraken en kraken. Wanneer het betrok ken huis ooit nog bewoond zal kunnen worden, zal dit beslist niet kunnen gebeuren door iemand die hier niet eens als woningzoekende bekend was. Vandaar dat de heer Pauw de aanschrijving heeft gekregen de woning binnen anderhalve dag te verlaten. Wanneer er dan door een rechtskundig adviseur een brief wordt geschreven dat hij overweegt om aan de woningbouw vereniging een huurcontract te vragen, en dat hij over weegt wellicht een kort geding aan te spannen, moet men naar spreekster meent met een dergelijke brief geen rekening houden. Wanneer men een kort geding wil aanspannen, spant men dat meteen aan. Dit alles bij elkaar is de reden ge weest dat de betrokken kraker er op zeer korte termijn is uitgezet. Vervolgens hebben zich twee nieuwe krakingsgeval- len voorgedaan, en de daarbij betrokkenen waren wel als woningzoekende ingeschreven. Hun rechtskundig adviseur - het was de zelfde als in het andere geval - heeft, voordat de termijn waarbinnen moest worden ontruimd afgelopen was, namens de krakers een kort geding tegen de gemeente aangespannen, in dit geval duidelijk tegen de burgemeester, omdat deze is belast met de uitvoering van de woonruimtewet. Daarna heeft spreekster een brief geschreven waarin was ver meld dat zij, in afwachting van het kort geding, de ontruiming had opgeschort. Dit kort geding heeft van middag gediend, waarbij de burgemeester bij de pro cureur is verschenen. Voorts is de wethouder van huisvesting ter zitting verschenen, omdat het nuttig is om de president desgevraagd bepaalde achtergronden van het huisvestingsbeleid te kunnen toelichten. Spreek ster meent te hebben begrepen dat de uitspraak is be paald op de volgende week vrijdag. Dit betekent dat eventuele maatregelen in ieder geval tot na de uit spraak opgeschort blijven. De heer VAN VLOTEN dankt het college van harte voor de uitgebreide inlichtingen die zijn gegeven. Daardoor zijn vele tippen van sluiers opgeheven. Toch meent hij in de argumentatie enige tegenspraak te be speuren. Enerzijds zegt wethouder De Haan dat het college nog niet zo goed weet wat er allemaal gaat ge beuren, want het is nog vaag; men weet niet wat de provincie en het rijk doen en hoeveel geld er voor be schikbaar komt. Anderzijds laat het college toch al een hele tijd woningen leeg staan. Dit lokt het kra ken natuurlijk wel enigszins uit. Als men zo'n enor me woningnood in Soest kent - zeker wat de goedko pere woningen betreft - en de lijst van medische ge vallen zo groot is, begrijpt spreker niet goed waarom die huizen zo lang leeg moeten staan. Wanneer bijv. een boerderij wordt aangekocht voor een bestem mingsplan of een nieuwe woonwijk, blijven de bewo ners er zo lang mogelijk in wonen. De huizen waar over het nu gaat, moeten echter leeg blijven staan. Spreker wil dit nog graag toegelicht zien. De heer VAN POPPELEN heeft de kwestie van de woningen in de Molenstraat van het begin af aan nauwlettend gevolgd. Vooral de bijeenkomst waarbij drie Kamerleden aanwezig waren, heeft hem bijzon der aangesproken. Zelfheeft hij toen gezegd - en de heer Blaauw ondersteunde dat - dat het niet juist is te menen dat men met blaffen iets kan bereiken; men zou in goed overleg met elkaar het verst kunnen komen. Spreker vindt het jammer dat toen door be paalde Kamerleden in wezen onrust is veroorzaakt door te stellen dat bepaalde rapporten van geringe waarde of onbetrouwbaar zouden zijn. Hij heeft zelf in die vergadering gezegd dat men elk rapport op zijn eigen waarde moest gaan beoordelen en dat het wei nig zinvol was om alles al in het beginstadium te kra ken. Er is in de loop van deze zomer heel wat gesproken over deze kwestie. Spreker kan zich voorstellen dat het, als het mogelijk zou zijn geweest, verstandig zou zijn geweest de bewoners van de Molenstraat iets uit- 158

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 159