Het is zeker noodzakelijk om de raad in dezen een
voorstel voor te leggen, want het laat zich aanzien
dat men voor dat gedeelte toch voorzieningen zal moe
ten treffen, al is dat nog zo bescheiden.
De heer Joosten kwam nog even terug op „de" vol
gende vergadering. Spreker meent duidelijk te heb
ben gemaakt dat tussen de vergadering van juni en die
van juli een gesprek met de bewonerscommissie is ge
voerd, waarbij die commissie volledig van de stand
van zaken op de hoogte is gebracht. Dit is voor het
college aanleiding geweest te zeggen dat het geen ant
woord meer behoefde te geven. Achteraf bekeken was
het beter geweest als dit even aan de raad was medege
deeld. Dit is er echter tussendoor geslipt. Men was
voortdurend met deze zaak bezig en daarbij is de be
antwoording van de bewuste brief gewoon vergeten,
omdat men telkens nog in gesprek was. Vandaar dat
deze zaak in die volgende vergadering niet op tafel is
gekomen.
Tot de heer Joosten wil spreker nog zeggen dat deze
voorzichtig moet zijn om technische zaken ten aanzien
van eieren en kuikens te gaan uithalen met een haan.
Het zijn kuikens - en die moeten een beetje voorzich
tig worden behandeld - en het zijn geen onbevruchte
eieren.
De heer JOOSTEN: Wij zijn toch iets opgeschoten!
Wethouder DE HAAN: Ik meende dat kuikens hun
tijd nodig hebben om zo ver uit te groeien. Zij wor
den pas getoond als het jonge hennen zijn.
De heer JOOSTEN: U kunt het weten.
Wethouder DE HAAN vervolgt dat de heer Van Ee al
grotendeels is beantwoord in hetgeen hij op opmer
kingen van de heer Van Poppelen heeft gezegd. Hij
gelooft inderdaad dat het een goed uitgangspunt zou
kunnen zijn dat de gemeente probeert - het moet
echter altijd door hogere instanties worden goedge
keurd - de betrokken woningen over te nemen, om
vervolgens in goed overleg met de bewonerscommis
sie en haar adviseurs tot een zo snel mogelijke uitvoe
ring van plannen te komen, zulks onder voorwaarde
dat het college eerst die gegevens zal verkrijgen die
het mogelijk maken een zinvol gesprek met de men
sen te hebben. Tot nog toe is het steeds een kwestie
van vaagheden geweest.
De VOORZITTER memoreert dat de heer Joosten in
haar betoog een tegenspraak meende te hebben ont
dekt, omdat zij tegen een van de bewoonsters van de
Molenstraat had gesproken over een termijn van twin
tig jaar en op die manier een hoerastemming zou heb
ben verwekt. Wanneer dit het resultaat zou zijn ge
weest van bedoeld telefoongesprek, is een en ander
niet helemaal goed overgekomen. Op de woensdag
ochtend waarop de ontruiming plaats vond en de
voorlichtingsambtenaar ter plaatse had uitgelegd
waarom zoiets op een gegeven moment moet gebeu
ren, hoe naar iedereen dat ook vindt, is spreekster op
gebeld door een van de bewoonsters van de Molen
straat. In de eerste plaats werd daarbij een pleidooi
gevoerd voor een van de gezinnen van het kort geding.
In dat verband is gesproken over het waarom van het
leeg staan van woningen, nl. omdat bij de gemeente
de gedachte leeft dat een gedeelte van de Molenstraat
- dus niet de gehele Molenstraat - zal kunnen blijven
bestaan indien de raad dit planologisch gezien goed
keurt en er voldoende financiën voor beschikbaar ko
men, terwijl ook met de betrokken woningbouwvereni
ging tot zaken zou moeten kunnen worden gekomen.
Het college durft dan inderdaad wel een termijn van
twintig jaar voor dat te handhaven gedeelte te noe
men. Of die huizen het na verbetering nog langer dan
twintig jaar zullen uithouden, gelooft spreekster niet,
want zij zijn nu al zestig jaar oud. Daarom heeft zij
het getal twintig genoemd en wanneer zij daardoor
een hoerastemming heeft verwekt, kan dit nooit gel
den voor iedereen in de Molenstraat, want zij heeft
duidelijk gesproken over het opknappen van een ge
deelte van de Molenstraat.
Het lijkt redelijk om, als een huis dat leeg staat is ge
kraakt, te zeggen: Laat die mensen er maar even zit
ten. Wanneer men het kraken echter een tijdje toe
laat en iemand er bijv. na een halfjaar uit moet, be
tekent dit dat er aanspraak is ontstaan op vervangen
de woonruimte, waardoor de lijst van wethouder De
Haan wordt doorkruist. Dit is een van de grote moei
lijkheden bij het kraken. Men zal waarschijnlijk wei
nig huizen in Soest kunnen aanwijzen waarvoor, als
nog niet vast staat wat er mee moet gebeuren, niet
tijdelijk een oplossing met betrekking tot de bewo
ning daarvan is gevonden. Overigens moeten derge
lijke huizen natuurlijk wel aan bepaalde normen vol
doen, want het getuigt toch niet van een goed huis
vestingsbeleid om woningen die totaal onbewoon
baar zijn geworden weer te laten betrekken. Het col
lege begrijpt echter dat het in sommige gevallen bij
zonder akelig is om, wanneer een huis is gekraakt,
toch genoodzaakt te zijn dat kraken ongedaan te
maken.
De heer VAN POPPELEN is de wethouder en de
voorzitter dankbaar voor hun toelichting. In eerste
instantie heeft spreker gesteld dat, indien de bewo
ners hun woning zouden willen kopen, dit voor een
lage prijs mogelijk moet worden gemaakt. Degenen
die hun huis van binnen al hebben opgeknapt, moe
ten daarvoor niet nog eens behoeven te betalen.
De uitlating van wethouder De Haan over de boek
waarde van de woningen zou wellicht verkeerde ver
wachtingen kunnen wekken. Alvorens zich daarover
te kunnen uitspreken, moet men weten wat de boek
waarde is, want stel het geval dat de boekwaarde
bijv. f. 100,- of niets is.
De heer JOOSTEN waardeert het in wethouder De
Haan dat deze heeft gezegd dat de brief eigenlijk niet
zo lang had moeten blijven liggen. Het nadeel van
zulke zaken is dat de mensen die een brief hebben ge
schreven, op antwoord zitten te wachten. De raad zal
nu alsnog een antwoord op de brief moeten geven, en
daarom blijft spreker bij zijn voorstel thans een be
slissing te dien aanzien te nemen.
Spreker zegt niet dat iemand die een woning kraakt
daardoor automatisch recht op die woning heeft,
want dat zou een gekke boel worden. Indien echter
nog pas in een bepaald geval soepel is opgetreden,
dient bij een volgend geval daarmede rekening te
worden gehouden. Het minste wat men de betrokke
ne dan kan gunnen, is een redelijke termijn om zijn
recht te zoeken. Dit is nu niet gebeurd, en dat be
treurt hij in hoge mate.
Wethouder De Haan heeft gezegd dat de krakers zich
hebben laten gebruiken door actiegroepen; zij zou
den pionnen zijn geweest. Spreker zou evengoed kun
nen zeggen dat zij misschien zijn geihspireerd door
het soepele beleid dat ten aanzien van het eerste ge
val is gevoerd. Hij onderschrijft dat beleid volledig. Hij
is er niet voor om hier de persoonlijke omstandighe-