zijn er mensen die spreken over het „wegpesten" van de auto. De gezamenlijke fracties menen dat dit getuigt van een snobistisch hobbyisme. De auto valt uit deze samenle ving niet meer weg te denken en is voor velen - ook voor spreker - een bron van veel genoegen. Het openbaar vervoer blijft in de meeste gevallen een slecht surrogaat. De auto is er en moet de mens dienen. Aanleiding tot veel klachten is de ongecoördineerde en niet in goede banen geleide groei. De auto's persen zich bijv. in te grote aantallen door straten die daarop niet zijn berekend, en veroorzaken zo lawaai, stank en onveiligheid. Een algemeen gevoel van onbehagen is het gevolg, en merkwaardigerwijs niet eens bij die mensen die aan deze wegen wonen. Dat komt doordat zij langzaam aan het steeds drukker wordende verkeer gewend zijn ge raakt. Slechts wanneer plotseling een andere toestand ont staat, komt het tot formulering van ongenoegen, zoals in het geval van de Ossendamweg. Een goed plan om de toch wel nijpende verkeerssituatie het hoofd te bieden, was de centrale ontsluitingsweg. Gegeven een groot verkeersaanbod, is het juist om het verkeer zo veilig en zo ver mogelijk van de woonbuurten vandaan te leiden. Daarbij is de geluidsoverlast voor aanpalend groen acceptabeler dan de overlast voor degenen die aan de we gen wonen. Een grote verbetering is op korte termijn te be reiken door de aanleg van de centrumweg en door de toe voer naar het Soesterveen via de Wilhelminalaan en tot aan de Vrijheidsweg te realiseren. Het controversiële punt van het aantrekken van doorgaand verkeer komt dan niet ter sprake, terwijl een ontlasting van het oude wegenplan moge lijk wordt. Desnoods dient die centrumweg enkelbaans te worden aangelegd, en voorlopig zonder veel kunstwerken. Ook het centrum verdient de voortdurende aandacht. De gezamenlijke fracties van de K.V.P. en de protestants-chris telijke partijen hebben de indruk dat, zodra er een aanzet is, de rest vanzelf wel zal komen. Is in alle globaliteit een in dicatie te geven inzake het ogenblik waarop de eerste spade de grond zal ingaan? Vervolgens wil spreker op enige algemene bestuurlijke as pecten ingaan. Reeds geruime tijd maakt men als gemeente deel uit van het samenwerkingsorgaan Eemland. Deze sa menwerking komt moeizaam op gang, hoewel iedereen er van overtuigd is dat plannen - met name die op het gebied van de ruimtelijke ordening - regionaal op elkaar dienen te worden afgestemd. De samenwerking bestaat op dit moment grotendeels uit onderzoekingen en afstemmingen van ambte lijke werkgroepen. Af en toe wordt het samenwerkingsor gaan in een feestelijke bijeenkomst bijeen geroepen, omdat er ook nog wat in openbaarheid moet gebeuren. Wellicht zou het aanbeveling verdienen het orgaan wat meer te ver zelfstandigen. Het grote gevaar van de gewestvorming - het moet maar weer eens worden gezegd - ligt in de creatie van een nieuwe bestuurslaag. De C.D.A.-fracties zijn dan ook van mening dat, waar dit maar enigszins mogelijk is, door de provincie bevoegdheden dienen te worden overgedragen aan de regio. De provincie Utrecht kennende, zal dit zeker niet van harte gaan. Toch is het nodig, want als er één be stuursniveau is dat de burgers niets zegt, is dat wel de pro vincie, en dit geldt zeker voor de provincies in de randstad. Niet veel bewoners zullen er wakker van liggen als morgen de provincie Utrecht een andere naam krijgt of zou worden verdeeld over Noord- en Zuid-Holland en Gelderland. Waar om moesten de waterzuiveringen in de provincie Utrecht zo nodig worden geprovincialiseerd? Waarom is er niet of nauwelijks gereageerd op het verzoek van de gemeenten Soest en Baarn om de samenwerking inzake de waterzuive ring via schappen te laten verlopen? Een ander algemeen aspect van het bestuur is de communi catie tussen bestuurde en bestuur. Hier liggen voor de ge meentelijke overheid grote mogelijkheden. Zij staat immers dicht bij de kiezer. Het door de C.D.A.-fracties zo bevorder de instituut van de voorlichtingsambtenaar werpt ruim schoots vruchten af. Ook de voorlichting op de scholen bete kent een zeer positieve bijdrage tot een beter begrip bij de jeugd voor het besturend apparaat. Voorts hebben ook voorlichtingsbijeenkomsten, die het best kunnen worden gehouden in een stadium waarin de standpunten nog niet al te strakomlijnd zijn, een positieve waarde. Persoonlijk vindt spreker - dit is geen fractiestandpunt - dat openbare com missievergaderingen géén bijdrage leveren tot een betere communicatie. Het is een onjuist gekozen communicatie techniek. Het is politiek misschien niet zo verstandig dit op dit moment te zeggen, maar hij vindt het toch noodzakelijk. Men kan natuurlijk zeggen: Baat het niet, het schaadt ook niet. Dit laatste is echter niet waar Spreker meende dat het prof. Van der Gaag was die in een voortreffelijk artikel in de Gooi- en Eemlander betoogde dat het instituut van de openbaarheid de macht van het ambtelijk apparaat vergroot en de invloed van de raadsleden vermindert. Het zou te ver gaan om hierbij uitvoerig stil te staan, maar toch is het ver standig kritisch na te denken over moderne kreten in de po litiek. Niet alle nieuwe modekreten zijn per definitie juist. Denk maar eens aan de zogenaamde democratisering van onderaf van het buitenlands beleid. Spreker komt vervolgens aan het onderwerp van het mili eu. Men leeft met zijn allen op zo'n klein stukje grond en de afval per persoon is zo immens toegenomen, dat het mili eu een zelfstandige problematiek is geworden. De proble matiek van de milieuverontreiniging moet op een aantal punten worden aangepakt en wel door het treffen van voor zieningen door de overheid, door beïnvloeding van de men taliteit en door sancties en wettelijke voorschriften van de overheid. Ten aanzien van het treffen van voorzieningen, zijn spre kers fracties nog steeds blij met de geplaatste containers. De vervuiling van de bossen is duidelijk afgenomen. Ook het voortvarend initiatief van de gemeenten Soest en Baarn om een rioolwaterzuivering te stichten, is voorbeeldig. Persoonlijk is spreker bang dat de beïnvloeding van de men taliteit pas zoden aan de dijk zal zetten indien dit met sancties gepaard gaat. Desondanks dient de mentaliteitsbe- invloeding met kracht te worden aangepakt, waarbij men zich dient te realiseren dat de mentaliteitsverandering zo wel bij de overheid en toezichthoudende organen - zoals de politie - als bij de burgerij moet worden bevorderd. Met betrekking tot toezicht en politie verdient het naar de mening van de C.D.A.-fractie aanbeveling te onderzoeken in hoeverre één van de politiefunctionarissen in dit opzicht kan worden gespecialiseerd, In de beantwoording van vraag 67 zegt het college wel lakoniek dat de A.P.V. bepalingen kent inzake de bestrijding van het euvel van containers langs de openbare weg - een zaak die behalve verkeersveiligheids- aspecten ook milieuaspecten heeft -, maar spreker heeft niet de indruk dat hiertegen ook maar enigszins wordt opge treden. Ook het euvel van open knalpotten van bromfietsen zou nog veel meer aandacht kunnen krijgen. Er bestaat dan ook een wanverhouding tussen de beoordeling van milieude licten en de beoordeling van zaken als bijv. het fietsen op een verkeerde weg. Gelukkig bleek overigens bij het afde- lingsonderzoek dat ook bij de politie de aandacht voor het milieu groeiende is. Inzake de openbare veiligheid zijn de fracties van K.V.P. en de protestants-christelijke partijen blij met het goed functio nerende politie-apparaat. De toenemende tekorten baren haar echter zorgen. Dat geen enkele gemeente kan uitkomen met de rijksbijdragen is niet juist. De gemeenten Baarn en Ede bijv. kennen overschotten. Gaarne zouden spreker en de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 169