1 De gemeente heeft wel een kant en klaar plan voor vervan ging van deze school, maar in de allerlaatste tijd heeft het college gemerkt dat het rijk bijzonder weinig, zo niet hele maal géén medewerking verleent wanneer het gaat om het vervangen van oude scholen. Naar aanleiding van een plan dat het college had ingediend met betrekking tot een gron dige beurt van een 51 jaar oude openbare school, heeft het net van het ministerie bericht gekregen dat het elke uit breiding zal moeten kappen om te voorkomen dat het plan jarenlang zal blijven liggen. Spreker geeft dus niet veel hoop dat de Da Costaschool op korte termijn zal kunnen worden vervangen. De zaak hangt geheel af van het vrij ko men van de Koningin Emmaschool. Als dat eenmaal ge beurt - en de financiering van de verplaatsing is een rijks zaak kan men vooruit. Wat de Da Costaschool zelf betreft, wijst spreker er op dat het weliswaar een ouderwets gebouw is, maar dat men daar toch over veel ruimte beschikt. Er mankeert met name een hoofdenkamer. De heer OLDENBOOM: Er is veel ruimte naar boven! Wethouder DIJKSTRA: Op de grootte en de ligging van het schoolplein is menige school jaloers. De VOORZITTER is blij dat de heer Oldenboom nog eens heeft onderstreept dat ook hij voor meerjarenplanning voor Eemland is. Als dit gebeurt, zal dit ook betekenen dat het orgaan van Eemland wat meer eigen beslissingsbevoegdhe den zal krijgen. Men kan binnen afzienbare tijd een nieuw ontwerp-gemeenschappelijke regeling tegemoet zien, waar bij Eemland iets zwaarder zal worden gemaakt, zij het niet zo zwaar als vorig jaar werd gedacht. Daarnaast kan men een soort van aanbiedingsbrief verwachten, waarin het da gelijks bestuur een bepaalde visie op de toekomst van Eem land zal geven. Spreekster kan zich levendig voorstellen dat de gemeenteraden niet bereid zijn telkens weer wat geld voor een onderzoek zus en een onderzoek zo te geven, ter wijl men met zijn allen niet precies weet waar men naar toe wil. Het dagelijks bestuur van Eemland heeft dan ook als ideaal om indien de gemeenteraden zich zullen kunnen vinden in een bepaalde visie op de toekomst van Eemland, een meerjarenbegroting voor Eemland te maken, waaruit blijkt hoeveel het de deelnemende gemeenten per inwoner gaat kosten. Die gemeenten zouden dat bedrag per inwoner dan beschikbaar kunnen stellen, waarna het samenwerkings orgaan dan bepaalde bevoegdheden zou hebben om daarmee iets te gaan doen. Daardoor zou dan een deel van de autono mie van de gemeenteraden worden overgeheveld naar het samenwerkingsorgaan. Men moet dan echter van te voren wel exact weten waar men met zijn allen met Eemland naar toe wil. Er wordt op het ogenblik naar gestreefd een en an der op een rijtje te zetten, maar men begrijpt dat het niet zo eenvoudig is om met verschillende gemeentebesturen een totaal eensgezinde visie te verkrijgen. Zou het echter met Eemland doorgaan zoals het op het ogenblik gaat, dan meent spreekster dat daarmede niet zo erg veel zal kunnen gebeuren. Voorts is zij blij dat de heer Oldenboom zich kan vinden in de wijze waarop het college bezig is ten aanzien van functie-omschrijving en functie-waardering van het perso neel. Zij meent dat dit het begin is van een modern perso neelsbeleid. Een nieuw personeelsbeleid bouwt men nu eenmaal niet in één jaar op. Dat zou zelfs niet kunnen als men wél al die externe adviseurs in huis zou halen. Met ex terne adviseurs haalt men wel een heleboel onrust in huis. De enige manier om functie-omschrijving en functiewaar dering op te bouwen, is om dit met eigen mensen van onder af te gaan doen, waarbij de betrokkenen langzamerhand goed moeten worden geïnformeerd. Spreekster is verheugd 186 dat de heer Oldenboom deze wijze van aanpak kan waarde ren. De heer Jonker zei blij te zijn dat spreekster had geconsta teerd dat men op weg is naar de participatie-democratie. Dit is echter iets meer dan zij bedoelde. Men zal in de toekomst een synthese moeten vinden tussen de representatieve demo cratie enerzijds - men zal die haars inziens nooit kunnen mis sen, eenvoudig al niet om praktische overwegingen, omdat men nooit met alle inwoners van Soest om één tafel zal kunnen gaan zitten - en de participatie-democratie ander zijds. Het uitgangspunt zal de representatieve democratie moeten blijven, maar tevens zal men wegen moeten vinden om op de juiste momenten - en dat zijn de momenten waar op men iets concreets heeft voorbereid, want anders wordt het gepraat ins Blaue hinein - diegenen uit de burgerij die het nauwst bij een bepaalde zaak betrokken zijn, in de ge legenheid te stellen hun mening naar voren te brengen. Na tuurlijk mag iedereen dan komen, maar de praktijk heeft uitgewezen dat men eerder komt wanneer men meent bij een bepaalde zaak persoonlijk betrokken te zijn dan wan neer het gaat om een zaak die van algemeen belang is. Men denke bijv. aan de stormloop die zich heeft voorgedaan toen het plan Overhees, waarbij ook direct bouwplannen aan de orde waren, ter tafel kwam; bij zo'n gelegenheid ko men veel meer mensen dan wanneer er bijv. een verkeers- structuurnota wordt besproken. Men zal dus het juiste moment moeten bepalen waarop men met inwoners van Soest om de tafel gaat zitten om hun ideeën en visies te vernemen. Dit is iets anders dan dat spreekster juichend zou hebben gezegd dat men op weg is naar de participa tie-democratie. Zij hoopt hiermede een misverstand tus sen de heer Jonker en haar te hebben voorkomen. De heer JONKER: Ik dacht al wel dat het een verspre king was. De VOORZITTER vervolgt dat het college het een aantrek kelijke gedachte vindt - het is al gezegd - om een commissie bosbezit in te stellen. Zij is het echter niet geheel met de heer De Groot eens wanneer deze laat doorschemeren dat de Soester bossen niet in een goede staat zouden verkeren. Zij heeft het genoegen gehad de bossen een paar keer te be zoeken in gezelschap van mensen van buiten deze gemeen te, die echt verstand hadden van bossen, en dezen zijn over de toestand van de Soester bossen niet ontevreden, gelet op het feit dat het om 550 ha bos gaat en dat er ieder jaar sprake is van een tekort. Desalniettemin zal het haarverheu- gen wanneer in samenspraak met een commissie uit de raad wegen zouden kunnen worden gevonden om het nog beter en misschien efficiënter te doen. Zij zou echter de indruk willen wegnemen dat de bossen niet in een goede toestand verkeren; de gevolgen van de twee stormen die zich hebben voorgedaan, moet men nu natuurlijk even uitzonderen. Voorts is het niet juist te denken dat de wijze waarop het onderhoud thans plaatsvindt, niet goed zou zijn. Hiermede wil zij niet zeggen dat men misschien niet andere vormen van beheer zou kunnen vinden, maar daarover zou zij graag nog eens met de in te stellen raadscommissie en met des kundigen willen praten. Spreekster meent dat men vandaag maar niet verder moet discussiëren over de openbaarheid van raadscommissies, omdat men daarover in de januarivergadering zal kunnen praten aan de hand van een voorstel dat al uitgebreid in het seniorenconvent is besproken. De algemene beschouwingen worden gesloten. De VOORZITTER stelt vervolgens aan de orde de behan deling van de begrotingen van de bedrijven en instellingen voor het dienstjaar 1974. 1. he De h kom Vlee niste nem werf Zeer den wil z tig e geste Wetl ben te h< kei I weg - me den, com van i De t zone 2. h< De 1 begr grot: drijf van gene plaa king colh spre van ten i De I Del aan De i kost oms func kost de k geot wak den De Met zeg' hetj het gan; f ling deli bij t bou afde bijv niet die bou op i bep zal i woc

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 189