1 kjz.ggk. een aanrijding is veroorzaakt, in eerste instantie de Soester politie daaraan te pas komt. Dit betekent dat de aanwezigheid van het vliegveld toch extra werk voor de politie met zich brengt. Spreekster wil dan ook nog eens onderstrepen dat een politiekorps van 60 mensen voor Soest niet veel is. Het instituut van wijkagent had men zeker wel wat vlugger willen ont wikkelen, maar dit zit er bij gebrek aan voldoende mensen eenvoudig niet in. Bovendien zou men wel kunnen zeggen dat alle politiemensen supermensen zijn, maar er zijn er toch nog bij die meer dan anderen geschikt zijn voor de functie van wijkagent, terwijl die anderen weer geschikter zijn voor andere diensten. De heer KORTE vraagt of het jaagpad langs de Eem openbaar is of niet. Er staan overal bordjes met „Verboden toegang" en als men daar loopt, wordt men weggejaagd. De VOORZITTER kan deze vraag thans niet beant woorden. Zij zal dit noteren en er op een ander mo ment, eventueel in een volgende raadsvergadering, op terug komen Mevrouw Walter zegt nog dat het jaag pad wel openbaar is, maar dat het van de legger is ver dwenen. Dat is een vreemde zaak, maar dit zal worden uitgezocht. Brandweer. De heer GRIFT heeft in zijn algemene beschouwingen al gewezen op het feit dat de gemeente vanwege het slechte beleid dat door de P.T.T. wordt gevoerd f. 85.000,-- zal moeten betalen. Zijn fractie zal uit pro test tegen dit bedrag stemmen. I De VOORZITTER wijst er op dat dit bedrag thans nog niet in de begroting staat. De heer GRIFTEr komt wel een begrotingswijziging voor. De VOORZITTER bevestigt dit. Het kan overigens zijn dat men dit pas in de volgende begroting zal aantref fen, want het is een zaak die over drie jaren zal wor den uitgesmeerd. De commandanten van de brand weer hadden in hun oorspronkelijke begroting voor gesteld ieder jaar f. 25.000,-- op te nemen, maar dit leek het college financieel-technisch niet zo geschikt. De raad krijgt dit dus nog voorgelegd. Ook het college vindt het doodzonde van het geld, maar hierover zal men later nog kunnen spreken. De heer DE GROOT ziet dat op bladz. 51 onder volgnr, 3.72 een bedrag voor de bosbrandweer is be groot, Het blijkt dat de bedragen in 1972, 1973 en 1974 nagenoeg gelijk zijn; schijnbaar werkt de infla tie daar niet door en is er ook geen sprake van een trendverhoging. De geringe verhoging houdt verband met het grotere aantal inwoners. Men zou de Utrecht se Bosbrandweervereniging dus kunnen zien als een reusachtige eik die onwrikbaar stand houdt in de in- flatiestorm. Voorts wordt gesproken over 1967 ha bos en heide. Spreker neemt aan dat de oppervlakten particuliere bossen daarbij inbegrepen zijn, want anders zou men nooit tot dat aantal hectares kunnen komen. Nu is het hem bekend dat ook de particuliere bosbezitters lid zijn van de Bosbrandweervereniging en eveneens con- tricutie betalen naar rato van de oppervlakte bos die in hun bezit is. Waarom betaalt de gemeente dan con tributie voor de totale oppervlakte De VOORZITTER kan deze vraag niet beantwoorden, want dit wordt thans voor de eerste keer onder haar aandacht gebracht. Zij denkt dat dit vroeger zo is af gesproken of dat men de gemeenten allemaal op deze gereorga niseerd manier aanslaat, maar zij zal dit uitzoeken. De heer DE GROOT: Er kan wellicht iets over wor den medegedeeld in de eerste vergadering van de bos- commissie. De VOORZITTER: Dat lijkt mij daarvoor een goed moment. Algemeen. De heer LEVINGA wil voor de vierde en misschien laatste keer - de politieke toekomst is veelal duister - spreken over volgnr. 3.104, Bescherming Bevolking. Vier keer heeft hij de zelfde vraag gesteld, nl. hoe het staat met het opnemen van de B.B. in een algemene rampenorganisatie. Zijn er wat dit betreft al vorderin gen gemaakt? Het gaat nu toch echt wel dringen. In een bekend plaatselijk blad las hij de kop: „Comman dant wijst op ondoelmatigheid. Vervang B. B- door echte hulpverleningsdiensten." Die commandant was kolonel b.d. Beets van de B.B. in Gelderland en deze zei verder dat de B.B. snel en grondig moet worden ■georganiseerd-en dat centralisatie van de B.B. tot gro tere doelmatigheid leidt en daarom goedkoper is. Spreker heeft hieraan weinig toe te voegen. Er moet zo snel mogelijk een einde komen aan het bestaan van de B.B. in haar huidige vorm en wat hem betreft in elke vorm. De VOORZITTER constateert dat het verhaal over de Bescherming Bevolking eentonig en vervelend wordt. Op het ministerie van binnenlandse zaken wordt hierover al tientallen jaren gepraat. De Bescherming Bevolking is een onderdeel van de totale civiele verde diging. Zij zal al jarenlang worden omgebouwd - maar dit moet van bovenaf gebeuren - tot een algemene rampendienst, in samenwerking met de brandweren, de e.h.b.o.'s en wat dies meer zij. Er gebeurt echter niets aan. Spreekster is het geheel met de heer Levinga eens, maar als deze post van de begroting zou worden geschrapt, wordt zij er daarna door gedeputeerde sta ten toch weer op gezet. Overigens meent zij dat men er goed aan zal doen om in de opzet zoals die op het ogenblik is en zoals die door de centrale overheid is voorgeschreven, de Bescherming Bevolking niet he lemaal over boord te gooien. Wanneer onverhoopt ooit het moment aanbreekt waarvan in de voorschrif ten in dezen sprake is, zal men gebruik móeten ma ken van de noodwachtplichtigen die zijn opgeleid in het kader van de B B. Zij moeten dan voor allerlei diensten worden ingeschakeld. Wanneer de nood aan de man zou komen,zou spreekster daar niet onderuit komen. Er is al vaak aangedrongen op een verandering, ook door de V.N.G., en men kan nu natuurlijk zeggen dat er, als men zelf niet begint, niets gebeurt, maar spreekster gelooft dat men zich wat dit betreft in 's hemelsnaam toch maar moet onderwerpen aan het geen er op het ogenblik is. Als de nood aan de man zou komen, heeft men ook in Soest rekening te houden met de inhoud van allerlei enveloppen die thans met drie lakstempels er op in de kluis liggen. Er komt dan een code-telegram dat zegt dat men die enveloppen open moet maken, waarna bijv. de noodwachtplichti gen moeten worden opgeroepen. Spreekster kan het dus niet missen De heer LEVINGA: Ik wel, als kiespijn! Het kost ook verschrikkelijk veel geld. De VOORZITTER: Ja, dat ben ik geheel met u eens. Mevrouw ORANJE-ENTINK: Er staat ook een post op de begroting voor de civiele verdediging. Overlap pen de Bescherming Bevolking en de civiele verdedi- 204

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 207