te boerderij en ook niet op de plaats die nu door de
twee noodgebouwen van de Da Costaschool wordt
ingenomen, want die zaak gaat ook vroeg of laat te
gen de grond. Blijft over een herverkaveling van het
complex waarop de Van der Huchtschool met; Haar.
noodgebouwen en de Koningin Emmaschool staan. Of
het toch nog eerder zal gelukken een gymnastieklokaal
te bouwen dan wanneer de Koningin Emmaschool vrij
komt, hangt af van de uitslag van de herverkaveling.
De heer OLDENBOOM: Wanneer kent u die uitslag?
Wethouder DIJKSTRA: Er wordt aan gewerkt.
De VOORZITTER stelt bij deze paragraaf tevens aan
de orde:
236f Voorstel tot vaststelling van het bedrag per leerling
voor het jaar 1974:
a. als bedoeld bij artikel 55bis der Lager-onderwijswet
1920 voor het gewoon lager onderwijs.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
Par. 3b. Bijzonder buitengewoon onderwijs.
De VOORZITTER stelt hierbij aan de orde:
Voorstel tot vaststelling van het bedrag per leerling
voor het jaar 1974:
b. als bedoeld bij artikel 189, 5e lid van het Besluit
Buitengewoon Onderwijs 1967 voor het buitenge
woon onderwijs.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
Par. 6. Onderwijs voor zover niet te verantwoorden
op een van de vorige paragrafen.
De heer VAN VLOTEN heeft de op bladz. 129 onder
aan genoemde kosten voor busvervoer van schoolkin
deren en de op bladz. 130 genoemde kosten van het
busvervoer voor het schoolzwemmen eens bij elkaar
opgeteld, waarbij hij komt aan een bedrag van
f. 128.000,-. Is het mogelijk te onderzoeken of het
niet voordeliger is dat de gemeente een soort school
bus aanschaft? Als men zo'n bus voor vijfjaar
neemt, komt men aan een heel aardig bedrag; zo'n
bus zal werk genoeg hebben.
De VOORZITTER: Het kan worden onderzocht; het
gaat inderdaad om een heel bedrag.
Wethouder DE HAAN wil vanuit een andere discipli
ne even waarschuwen tegen deze ijdele. gedachte. Bij
het regionale werkplaatsschap heeft men jarenlang
met eigen bussen gewerkt, bussen die nog net niet
aan afkeuring toe waren, omdat ze maar heel weinig
werden gebruikt en omdat een echte nieuwe bus veel
te duur zou zijn. Gebleken is echter dat door de ver
schillen in aanvangstijden en oppikpunten e.d. en door
de bemanning van de bussen, een en ander dermate
duur werd dat men het beter kon uitbesteden aan een
plaatselijke busondernemer. Ook in deze paragraaf gaat
het om meerdere soorten vervoer en als men dat bij
elkaar telt en moet gaan zoeken naar chauffeurs die
het parttime willen doen en die vakbekwaam zijn,
wordt het een bijzonder dure zaak.
De heer VAN VLOTEN heeft ook alleen maar ge
vraagd om een onderzoek, want de bus voor het
schoolzwemmen rijdt wel een heel groot deel van de
dag om alle kinderen te halen en te brengen.
De heer HOEKSTRA: Die bus kost volgens de begro
ting f. 30.000,-.
De heer VAN VLOTEN: Alleen voor het schoolzwem
men. Men zou die bus echter 's morgens en 's mid
dags ook nog kunnen gebruiken voor
De heer HOEKSTRA: Dat kan niet, want die bus be
gint om kwart voor acht te rijden voor het school
zwemmen.
De VOORZITTER: Ik heb ook het gevoel dat dit een
moeilijke zaak zou zijn, maar in ieder geval kan wor
den bekeken of in dezen nog een andere oplossing
mogelijk zal zijn.
Wethouder DIJKSTRA kan zeggen dat het onderzoek
waar de heer Van Vloten om vraagt eigenlijk al heeft
plaatsgevonden bij de organisatie van het vervoer van
leerlingen naar en van bJ.o.-scholen. Dat is een einde
loos passen en meten geweest. Getracht is alle kinde
ren met zo min mogelijk voertuigen te vervoeren; men
is uitgekomen op drie grote bussen en één kleine plus
één taxi voor een bijzonder moeilijk geval. Een kleine
troost is dat 80% van deze uitgaven in aanmerking mag
worden gebracht voor de 80%-regeling, zodat het niet
al te zwaar op de begroting drukt.
Mevrouw ORANJE-ENTINK valt het bij volgnr.
8.60.20 betreffende de kosten van het godsdienston
derwijs, op dat het geraamde bedrag voor 1974 van
f. 1.000,- lager is dan de rekening over 1972. Zij zou
helemaal niet op deze post willen bezuinigen, maar
wil wel vragen of hierbij ook de humanistische vor
ming inbegrepen is.
Wethouder DIJKSTRA hoopt dat deze post ook daar
voor voldoende zal zijn, want er is wel op gerekend.
Dat de post nu wat lager is dan de rekening komt
waarschijnlijk door het feit dat een van de wijkkerke-
raden van de Hervormde kerk sinds enige jaren helaas
geen predikant meer beschikbaar stelt. De opzet van
deze post is dus om daaruit ook de humanistische
vorming te bekostigen zodra men met de interne or
ganisatie gereed is. Als het niet genoeg zal blijken te
zijn, zal spreker de raad om meer vragen.
Par. 7. Cultuur en recreatie.
De heer DE GROOT wil niet de indruk wekken dat
hij wil blijven doordrammen en daarom zal hij zich
beperken tot het maken van enkele opmerkingen.
Hij kan het zich niet permitteren hierover te zwijgen,
wil hij niet het risico lopen dat ook van hem zal wor
den gezegd dat hij door de knieën is gegaan.
Onder volgnr. 8.70.38 zijn de kosten van het muziek
onderwijs begroot. Spreker meent dat moet worden
nagegaan of het mogelijk is - en zijns inziens is het
mogelijk - dat deelnemers aan het muziekonderwijs
meer gaan bijdragen in de kosten van dit onderwijs,
zodat deze post belangrijk lager kan worden dan zij
nu is begroot.
Volgnr. 8.70.42, waar een bedrag is geraamd als stor
ting in het fonds aankoop kunstwerken, kan naar
sprekers oordeel geheel achterwege blijven, want men
heeft nog onlangs f. 36.000,— beschikbaar gesteld
voor de aankoop van kunstwerken.
Onder volgnr. 8.70.54 ziet hij dat de f. 7.000,- als
bijdrage in de kosten van concerten merkwaardiger
wijs niet is gestegen. Deze post ondervindt bij hem
dan ook geen bezwaar.
De onder volgnr. 8.70.64 vermelde subsidie aan de
Stichting Jeugdzorg Soest vertoont wel weer een
enorme stijging. Spreker meent ergens te hebben ge
lezen dat aan de Molenstraat nogal vernielingen zijn
aangericht en dat inmiddels tot sluiting is overgegaan,
in afwachting van het aanstellen van een vaste kracht,
die binnenkort zal komen en die nieuwe vernielingen
zal moeten voorkomen. Spreker is echter bang dat die
ene persoon dan spoedig zelf in de vernieling zal gaan.
221.