en verzoekt de voorzitter om hoofdelijke stemming over het voorstel. De heer VAN EE merkt op dat het om twee zaken gaat. In de eerste plaats gaat het zuiver om het onder houd van het gebouw. Dat is een zuiver technische aangelegenheid. Als hij ziet dat van de vijf leden van de beheerscommissie er maar één over de techniek kan praten, vraagt spreker zich af' Wat doen die andere vier erbij? De heer HOEKSTRA: Wie is die ene? De heer VAN EE: De ambtenaar van gemeentewerken die door burgemeester en wethouders wordt aangewe zen. De VOORZITTER: Die is geen lid. De heer HOEKSTRA: Er zit er niet een in. De heer VAN EE: Dan vraag ik me helemaal af wat ze erbij doen. De heer HOEKSTRA: U heeft er verstand van. Als we u er nu eens voor zouden aanwijzen De heer VAN EE: U krijgt mij in ieder geval niet als lid voor deze commissie. Dat kan ik u nu wel al vertel len. De VOORZITTER: De aanwijzing van leden is nog niet aan de orde. De heer VAN EE merkt op dat de tweede zaak is, dat de gemeenteraad het gebouw aan een vereniging in gebruik heeft gegeven en dat men moet veronderstel len, dat deze gebruikster het gebouw op een goede wijze gebruikt. Spreker krijgt de indruk dat men van de kant van de gemeente door middel van de beheers- verordening en de beheerscommissie ook meer in spraak wil hebben bij het onderverhuren door de ge bruikster. In dit verband herinnert hij eraan, dat de heer Hoekstra heeft gezegd dat als er andere vereni gingen in Soest zijn die in het gebouw in kwestie be ter onderdak kunnen krijgen, daarover door de be heerscommissie misschien gemakkelijker kan worden geoordeeld. Spreker voelt hier wel voor. Hij wil niet het gevoel hebben, dat de gemeente aan de gebruik ster een soort van monopoliepositie heeft gegeven waardoor deze er zelf over kan beslissen of er al dan niet van medegebruik van het gebouw door andere verenigingen sprake zal zijn. Hij wil meegaan met een regeling die te dien aanzien meer inspraak van de kant van de gemeente inhoudt. Maar het zuivere onder houd wil hij ontkoppelen van de voorgestelde com missie. Daarom is hij niet gelukkig met het voorstel van burgemeester en wethouders zoals het thans voor ligt. Hij gaat met burgemeester en wethouders mee als zij gewoon zeggen: Wij willen een commissie heb ben die over het gebruik en het onderverhuren van het gebouw meepraat. Als het zuiver om het onder houd gaat, zou hij willen zeggen: We kunnen eens per jaar precies vaststellen wat er aan onderhoud moet gebeuren, daarvoor kunnen we een begroting maken, dat kunnen we dan gewoon door gemeentewerken laten doen en daar voteren we eens per jaar voor. Hij gelooft dat men de zaak gemakkelijker moet bekijken. Hij zou daarom het liefst zien dat het voorstel wordt aangehouden, opdat men er nog eens over kan praten. De heer JOOSTEN zou de hele geschiedenis zoals ze zich heeft afgespeeld als volgt willen schetsen: De wethouder heeft een zeer lange tijd zitten broeden als een duif, hij heeft gedurende die broedperiode al lerlei koerende geluidjes laten horen, in de zin van: 'Het komt best voor elkaar.", en toen het ei uitkwam, bleek er een schorpioen uit te kruipen. Met deze beeld spraak wil ik alleen maar stellen, aldus spreker, dat van de wethouder eigenlijk alles te verwachten is. De VOORZITTER: Ik vind dit bijna een ontoelaatba re opmerking. Mevrouw KORTHUIS-ELION vraagt of de ingebruik- geving van het gebouw aan Artishock schriftelijk vast ligt dan wel mondeling geregeld is. Zij meent dat, ju ridisch gezien, iemand aan wie een gebouw in gebruik is gegeven, er verder ook het beheer van heeft. De heer VAN POPPELEN meent dat men alles, ook hetgeen de heer Van Ee heeft opgemerkt, kan onder vangen met het woord „beheer" in artikel 3 van de verordening. Met dit woord kan men zoals men maar wil alle kanten uit. Wethouder DIJKSTRA: Dat is ook de opzet. De VOORZITTER wijst erop dat er in 1970 in de raad een nota aan de orde is geweest waarin staat: In het eerder vermelde rapport van Artishock werd voorgesteld voor het beheer van het te vormen cultu reel centrum een stichting in het leven te roepen. Burgemeester en wethouders menen dat dat voor een permanent centrum goed zou zijn, maar bij dit gaan de gedachten uit naar een beheersinstantie met een nauwere relatie tot het gemeentebestuur. Als meest geschikte vorm wordt daarom gedacht aan een com missie als bedoeld in artikel 61 van de Gemeentewet. Die nota, waarvan in verband met het onderhavige agendapunt een afschrift bij de voor de raad ter inza ge gelegde stukken is gelegd, is toen merkwaardiger wijze zonder discussie en zonder hoofdelijke stem ming door de raad (Men zou kunnen zeggen: dat was de vorige raad. Maar het leven van een gemeente gaat verder, ook al komt er een nieuwe raad.) aangeno men. Op grond hiervan mag worden aangenomen, dat althans de vorige raad het er in zijn geheel mee eens was, dat het een dergelijke beheersvorm zou worden. In de verordening wordt als taak van de commissie het beheer genoemd, Spreekster begrijpt niet dat men daar niet gewoon onder begrijpt het totale be heer, wat ook inhoudt adviseren, vragen en zeggen: Gemeente doe eens wat aan het gebouw. Beheren is beheren en wanneer het gemeentebestuur het beheer over een de gemeente toebehorend gebouw overdraagt aan een commissie, waarin nota bene twee leden van het bestuur van de hoofdgebruikster zitting hebben en waarin verder een lid van de culturele commissie en twee leden van de gemeenteraad zitten, dan be grijpt zij eerlijk gezegd niet waarover men nu al meer dan een halfuur aan het praten is. Het is een dood normale zaak dat het gemeentebestuur het beheer over iets dat eigendom van de gemeente is hetzij zelf voert, hetzij overdraagt aan een ander, die dan be paalde bevoegdheden krijgt. De ander is in dit geval een beheerscommissie. Volgens het voorstel van het college zullen in deze commissie twee vertegenwoor digers van de hoofdgebruikster zitting hebben. De hoofdgebruikster zou hiermede eigenlijk heel tevre den moeten zijn. Spreekster begrijpt dan ook echt niet waarom men op het ogenblik zoveel tijd aan de ze zaak verdoet. Wethouder DIJKSTRA zegt, in het bijzonder aan het adres van de heren Van Poppelen en Van Ee, dat de opzet inderdaad is: zuiver beheer. Spreker neemt aan dat wat onder beheer wordt verstaan voor een ieder duidelijk is. Het omvat bepaald niet de cursusgelden, de cursuss en een poi De oorspr in een beh raad zich raad en dc beheersco voorstel v kan de rat sluiten. Zwaar is c Aangezier men niet Gemeente minste tw hoofdgeb ze vertege De VOOI van de on komstig c zigd. Het gewij bracht en Voor ster Smit, Sm denboom Dijkstra, mar, Van Tegen ste Elion, m< 28. Voorstel 1973, gel W.M. Bei De VOO sluit „55 Het gewi stemmin 29. Voorstel Utrechts De heer dat na hi lijk worc werp-be: Wethoui alleen in het bew doch da ruimd zi schop ir Het voo genome 10. Voorste verkoop broeder De VO( sluit „b Het gev stemmi 11. Voorsts van een geldlen: ding en De heei zoek va dat in c ging 28

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 29