voor m.a.v.o./i.v.o. bijzonder toejuicht.
In de financiële commissie is uitvoerig gesproken over
de financiële consequenties van deze zaak. Toen spre
ker daar het een en ander bij elkaar had opgeteld, ont
dekte hij een verschil van f. 64.000,-. De wethouder
van financiën zou nog uitleggen hoe dat moet worden
verklaard. Als de f. 64.000,- een afronding naar bo
ven betreft, zou spreker dit bedrag graag opgeteld
zien bij de f. 250.000,- die de financiële commissie
als een vorm van reservering wenst te beschouwen.
De heer DETMAR zegt dat het ook hem niet duide
lijk is hoe het door de heer Jonker bedoelde verschil
van f. 64.000,— moet worden verklaard. Spreker kan
zich voorstellen, dat een buitenstaander misschien zal
denken dat de gemeente wel erg gemakkelijk met
f. 64.000,- omspringt. Als dit bedrag een afronding
van f. 636.000,- naar f. 700.000,- betreft, zou hij
willen zeggen dat er van een nogal forse afronding
moet worden gesproken. Hij gelooft niet dat het ge
meentebestuur naar buiten de indruk moet wekken,
dat het zo maar met tienduizenden guldens goochelt.
De heer JOOSTEN spreekt zijn waardering uit voor
het feit dat het college niet met het rode potlood is
gaan schrijven bij het uitwerken van de plannen,
maar vooral aandacht heeft besteed aan wat er in de
directe omgeving van de school gebeurt. In de onder
wijscommissie heeft spreker begrepen, dat er aan de
pauzeplaats, de rolschaatsbaan en nog wat andere
voorzieningen veel aandacht wordt besteed. Dit ge
heel gaat het college kennelijk ter harte. Het college
probeert eigenlijk een optimaal resultaat te krijgen
bij het bouwen van de school. Spreker is dan ook
graag voor het voorstel.
De aanneemsom is begroot op f. 1.397.000,-. Eén
procent daarvan zou bestemd zijn voor het aanschaf
fen van voorwerpen van beeldende kunst. Spreker had
verwacht dat men dit zou afronden tot f. 14.000,-.
Men heeft het evenwel afgerond tot f. 13.000,-. Hij
zal graag vernemen of het college, in overleg met het
betrokken schoolbestuur, de 1%-regeling wil toepas
sen op de uiteindelijke aanneemsom en niet wil be
vriezen op f. 13.000,-. Er zijn meer dergelijke posten
die al bevroren zijn.
Wanneer de school klaar is, komen er gebouwen vrij.
Is het de bedoeling van het college dat die gebouwen
dan onmiddellijk gesloopt worden of gaat het college
bekijken of daar nog gebruik voor is? Spreker denkt
hierbij vooral aan de culturele sector.
De heer LEVINGA zegt dat hij zich in enige commis
sies tegen het voteren van een krediet voor eventuele
prijsstijgingen heeft verklaard. Met de leden van de
financiële commissie is hij een beetje huiverig ten op
zichte van hetgeen er met de onderhavige zaak ge
beurd is.
Behalve de afronding naar boven ten bedrage van
f. 64.000,- heeft spreker nog een aantal afrondingen
gevonden. De stichtingskosten waren oorspronkelijk,
op 17 december 1971, begroot op f. 1.952.814,-. Dit
bedrag is in januari heel royaal afgerond op f. 2 mil
joen. Die eerste afronding betreft ruim f. 47.000,—.
De tweede afronding betreft bijna f. 65.000,-. Ver
der is er in de tweede begroting nog een post onvoor
zien van f. 20,000,— opgenomen. De laatstgenoemde
drie bedragen vormen te zamen een bedrag van onge
veer f. 132.000,-. Spreker gelooft dat hij als hij nog
even door gaat spitten, tot een kwart miljoen gulden
zou komen wat de posten betreft die hem wat huive
rig maken of hem discutabel voorkomen. Hij denkt
hierbij aan bijv. het feit, dat hij in de toelichting op
het plan een post voor vitrage, overgordijnen en zonwe
ringen ad f. 25.000,— heeft aangetroffen en dat hij in
wat hij het later bijgevoegde kladje zou willen noe
men, hoewel het een verzoek om een verhoging van
bijna vier ton behelst, een post van f. 5.000,- voor
vitrage en gordijnen heeft aangetroffen, alsmede een
post van f. 10.000,- voor verduisteringsgordijnen,
terwijl nog niemand hem duidelijk heeft kunnen ma
ken wat voor gordijnen dit zijn en waarvoor ze be
stemd zijn.
Al met al gaat spreker schoorvoetend akkoord met
de verhoging ad f. 400.000,- die allerlei verbeterin
gen, aanvullingen, prijsstijgingen enz. betreft. Hij ver
zet zich echter nog steeds tegen wat hij de extra toe
gift van een kwart miljoen wil noemen.
Wethouder EBBERS merkt op dat f. 47.000,- van de
door enige sprekers genoemde f. 64.000,- betrekking
heeft op het feit dat de b.t.w. per 1 januari jl. van 14
tot 16% is gestegen. De overige f. 17.000,— is een af
rondingsbedrag betreffende in de totaliteit hier en
daar voorkomende afrondingen.
Wethouder DIJKSTRA begrijpt dat velen gesteigerd
hebben bij het voorstel van het college om een aanvul
lend krediet van f. 400.000,- en bovendien f. 250.000,
voor toekomstige reserveringen te voteren. Spreker is
zelf ook even van deze bedragen geschrokken, totdat
hij zich opnieuw in de zaak verdiepte. Toen bleek nl.
dat in het in januari 1972 door de raad aangenomen
voorstel alleen een globale raming is opgenomen en
dat er toen nog geen begroting en geen bestek waren.
Er was in die tijd nog op geen stukken na kans op het
bestek. Men is verleden jaar bij de globale raming een
voudig uitgegaan van het aantal ruimten x f. 100.000,-
Daarbij heeft men te krap geraamd, aangezien het
plan 22 ruimten (veertien leslokalen, vier vaklokalen,
een gymnastieklokaal, een bibliotheek en een voor
twee ruimten tellende aula) omvat. Vandaag de dag
kan men, ongeacht de b.t.w.-verhoging, uitgaan van
f. 115.000,- per ruimte. Dan komt men al ver over
de aanvankelijk beschikbaar gestelde f. 2 miljoen.
Het college moest de zaak indertijd trakteren zoals
het dat gedaan heeft, om zo snel mogelijk toestem
ming voor investering te krijgen en geld los te krijgen.
Het krediet van f. 2 miljoen is dus een aanzwengel-
krediet geweest.
Bij het aan de hand van het bestek opmaken van de
eigenlijke begroting zijn er allerlei verbeteringen inge
voerd die besparingen op het toekomstige onderhoud
opleveren: er is veel (bijv. dakranden en tocht- en con-
densprofielen) omgezet in aluminium; de dakbedek
king is verzwaard (een drievoudige laag in plaats van
een tweevoudige); behalve de aanvankelijk geplande
grote verwarmingsketel komt er ook een kleine ver
warmingsketel, opdat er in het voor- en najaar met
een kleine ketel gestookt kan worden. Deze verbete
ringen kosten nu geld, drukken nu extra op de begro
ting, maar leveren voor de toekomst bezuinigingen
op de exploitatie en het onderhoud op.
Ook de grondverbetering vergt een groot bedrag.
Toen de aanloopbegroting ruw moest worden ge
schat, kon geen mens voorzien dat er inderdaad aller
lei aan grondverbetering moest gebeuren. Zo is er
een aantal technische posten die later voor de dag
zijn gekomen. Men denke hierbij ook aan de gordij
nen.