voor-
or de
han-
ar een
anker
t de
dan
d is
;an wor-
lat men
nitt of
aren
1 dat
tan.
gegeven, is naar spreeksters mening voldoende duide
lijk. De jieer Jonker kan natuurlijk in theorie gemakke-
lijkzeggérir Als er een nieuw ontwikkelingsplan komt,
kun je niet meer op de oude dingen doorgaan. Daarom
heeft spreekster straks willen beginnen met te zeggen:
We beginnen hier nooit in het niets. Men is in een be
paalde structuur van Soest bezig. Natuurlijk komt men
vanwege allerlei landelijke gegevens, gegevens uit regio
en plaatselijke gegevens op een punt waarop men zegt:
Wij zullen dit alles een beetje ombouwen. Men heeft
andere ideeën over de bevolkingsprognose voor het
jaar 2000 dan men had toen men aan de structuur
schets begon, maar dit betekent natuurlijk niet dat
de boel helemaal op de kop gezet zal worden.
Het is nooit de gewoonte dat er op politieke partijver
gaderingen gesproken wordt namens het college. Dat
heeft de heer De Haan ook niet gedaan. Wat er in het
door de heer Jonker geciteerde verslag staat is, zoals
de heer De Haan spreekster heeft ingefluisterd, meer
dan de heer De Haan weet en veel meer dan hij gezegd
heeft. Men moet nooit te veel op kranteberichten afgaan,
blijkbaar zelfs niet op kranteverslagen van politieke ver
gaderingen. De heer De Haan heeft niet gezegd wat er
in het bedoelde verslag staat.
Wanneer spreekster, die vindt dat het nauwelijks een
zaak van ruimtelijke ordening betreft, maar gewoon
weg een zaak van hoe men in de gemeenteraad moet
werken, een en ander bij elkaar optelt, meent zij dat
men gewoon nuchter moet blijven. Het college heeft
tijdens de begrotingsbehandeling medegedeeld, dat er
gewerkt wordt aan een ontwikkelingsplan. Daarbij is
medegedeeld dat dat voor het grootste gedeelte in eigen
huis gebeurt; men heeft wel eens moeilijkheden gehad
met externe adviseurs en men kan met zijn eigen advi
seurs en met zijn eigen mensen en een hoop gezond ver
stand ook een boel bedenken. Er wordt op het ogen
blik gewerkt aan het ontwikkelingsplan. Wanneer dat
plan zo ver is, dat er iets zinnigs op papier staat (dat
duurt altijd een tijdje, want dat is het resultaat van een
heleboel brainstormen en een heleboel praten), wordt
het in een groter geheel met degenen die er belangstel
ling voor hebben (hun aantal valt in de praktijk nog
wel eens tegen) besproken.
Ten gevolge van bezwaarschriften en andere ideeën
wordt er op het ogenblik binnenskamers door burge
meester en wethouders met adviseurs enz. bekeken hoe
men verder moet met het plan Kerckenlandt. Dat is
ook geen zaak die in veertien dagen klaar is. Daar heeft
de wethouder van ruimtelijke ordening vele besprekin
gen voor nodig. De raad kan rustig afwachten wanneer
het resultaat in dezen te voorschijn komt, want een
plan wordt nooit vastgesteld zonder de gemeenteraad.
De gemeenteraad moet de plannen vaststellen. Maar
alles heeft zijn tijd nodig. Als de heer Jonker het colle
ge er nu op wil pinnen, dat vóór de behandeling van de
gemeentebegroting 1974 de ontwikkelingsschets van
Soest klaar is, dan kijkt spreekster naar mevrouw Wal-
ter, dan ziet zij mevrouw Walter het hoofd schudden en
dan dacht zij, dat dat gewoon niet gehaald wordt. Als
je werkt, moetje goed werken. Dan moetje geen klun
gelwerk afleveren. Goed werk kost tijd, kost denken en
kost besprekingen.
Spreekster hoopt dat de raad het voorstel van de heer
Jonker tot wijziging van de concept-brief niet zal vol
gen, want zij kan hu al vertellen, dat de ontwikkelings
schets niet vóór de begrotingsbehandeling in het komend
najaar kant en klaar op tafel zal liggen.Men zal dan
waarschijnlijk wel een stuk verder zijn. Het college
heeft het desbetreffende voortgangsschema op dit mo
ment niet bij de hand en kan derhalve op dit moment
niet exact vertellen wat de programmering is en wanneer
de schets aan de orde komt.
Al met al meent spreekster dat men vanavond echt niet
over Kerckenlandt en over de ruimtelijke ordening be
hoeft te praten, want anders ken men alles wel aan al
les ophangen. Men heeft te antwoorden op een brief
van de Werkgroep Gemeentepolitiek van D'66. Het col
lege meent dat deze brief volgens de concept-brief dui
delijk wordt beantwoord. Er wordt op het ogenblik aan
een aantal bestemmingsplannen gewerkt. Al die plannen
komenter sprake in de commissies. Ze kunnen ook
alle ter sprake komen op instructie-avonden voor de
raad. Ze komen in een iets verder stadium op een goed
moment alle naar buiten. Spreekster meent dan ook
dat er niets bijzonders aan de orde is en dat de werk
groep van D'66 rustig kan worden geantwoord conform
de concept-brief.
De heer JONKER verzekert dat er een goed contact is
tussen de werkgroep van D'66 en de gemeenteraads
fractie van D'66. De leden van de fractie maken deel
uit van de werkgroep en de informatie die beschikbaar
komt op de bekende donderdagavondvergaderingen van
de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplannen wordt
voor zover ze zich daartoe leent inderdaad als achter
grond aan de werkgroep verstrekt. De werkgroep was
er dus ook niet onbekend mee, dat er inderdaad binnens
huis aan een en ander wordt gewerkt. Maar een van de
doeleinden van de werkgroep is om in een groter ver
band in Soest te komen tot een stuk duidelijkheid in
zake het planologisch beleid en dit geldt zowel voor de
raad als voor de gehele bevolking van Soest. Voor spre
ker zelf is het door de correspondentie tussen de werk
groep en het gemeentebestuur al duidelijker geworden
hoe de zaken liggen. Hij had namelijk, hoewel hij toch
vrij dicht bij het vuur zit, nooit begrepen dat de ontwik
kelingsschets de structuurnota en het verkeersstructuur-
plan kan vervangen. Als ik het dan al niet begrijp, aldus
spreker, hoe moet dan de gewone Soester burger het be
grijpen? Hetgeen er in de nota van aanbieding voor de
begroting 1973 staat over de ontwikkelingsschets, staat
er in vrij cryptische en vage termen en daar had spreker
het niet uitgehaald.
Spreker heeft begrip voor de tijdproblemen van het col
lege. Anderzijds wil hij er wel op wijzen, dat het colle
ge al op 10 oktober 1972 heeft geschreven, dat de
schets in 1973 aan de raad voorgelegd zou worden.
Naar sprekers mening moet de raad en de bevolking
niet een volledig gaaf en gepolijst werkstuk worden
voorgelegd, opdat de raad en de bevolking er nog met
vrucht over kunnen discussiëren en er nog iets aan kun
nen veranderen. Hij zou het dus helemaal niet erg vin
den als er een eerste concept op tafel zou komen dat
nog sporen van de ruwbouw vertoont. Dan heeft men
een stuk basisinformatie waaraan men met zijn allen
kan gaan schaven.
Spreker wijst er op dat hij niet heeft gevraagd of de
heer De Haan namens het college heeft gesproken, maar
of de heer De Haan het collegestandpunt heeft vertolkt.
Uit de woorden van de voorzitter heeft spreker begre
pen, dat dat niet het geval is. Het doel van zijn vragen
was een verificatie van persberichten. Hij heeft er nota
van genomen, dat het bericht in kwestie uitvoeriger is
dan hetgeen de heer De Haan verteld heeft.
Het is spreker uit de woorden van de voorzitter duide
lijk geworden, dat het college er nog geen idee van heeft
79