zo is be-
k kan
dat deze
het ver
maar
r willen
ant de
:woners
gewoon
jvers ver
inder a,
menselijke
3GT zegt,
:ake is
i van ver-
:aamheden
le laatste
lullen er
ikt. Ook
t vervangen
:ht ver-
edoeld in
oging van
vraagd om
fort. Daar-
1 overschre-
doen.
1 de heer
enquete
ontvangen,
een in de
es en ver-
zal worden
indaag de
ar nog niet
:n diens
nelijk wel
liet hand-
ït.
concept-
Jtrecht van
ffende de
die werk-
het onder-
i van het wo-
n, indien de-
door één
irstel te ant-
cept-brief.
d onder lei
en Arend ja-
mingbouwver-
:elijke wonin-
mwverenigin-
geweest met
zake samen-
in. Uit de on-
t dat betreft
;terk de indruk
n of meer Wó-
ningbouwverenigingen. Hij meent dat de raad er nu
toch wel recht op heeft om precies te weten wat er aan
de hand is. Hij zou het dan ook op prijs stellen als het
college eens het seniorenconvent of de totale raad er
nader over ififormeerde hoe het nu zit met de samen
stelling in S.S.W.-verband en hoe het overigens zit.
fc)e VOORZITTER gelooft dat er geen enkel bezwaar
tegen is, dat de zaak in een openbare raadsvergadering
aan de orde wordt gesteld. Er is niets te verbergen. Er
zijn bepaalde meningen, er zijn bepaalde besprekingen,
het gaat kortom over een zaak die in ontwikkeling is.
Alle zaken die in ontwikkeling zijn, liggen op een zeker
moment een beetje verkeerd en een andere keer liggen
ze weer goed. Het is misschien het beste dat de zaak
op de agenda voor de volgende raadsvergadering wordt
geplaatst. Dan kan een en ander even op een rijtje wor
den gezet.
Besloten wordt te antwoorden overeenkomstig de con
cept-brief.
i. Brief d.d. 14 mei 1973 van de Stichting Voorlich
tingscentrum Crematoriumbouw, inhoudende het ver
zoek om geen rechten te heffen wegens lijkschouwing
en verzegeling van de kist bij crematie, met voorstel
te antwoorden conform bijgaande concept-brief.
Besloten wordt te antwoorden conform de concept
brief.
j. Brief d.d. 17 april 1973 van J.A. van Dorresteyn
inzake bezwaren tegen de verleende bouwvergunning
voor het pand Van Weedestraat 76, met voorstel te
antwoorden conform bijgaande concept-brief.
De heer VAN POPPELEN deelt mede dat hij in de com
missie grondbedrijf en uitbreidingsplannen heeft gezegd,
dat hij niet akkoord gaat met de inhoud van de concept
brief.
De VOORZITTER constateert dat haar dat ten onrech
te niet via een mededeling bij de stukken is medegedeeld.
De heer SMIT merkt op dat het door het college voor
gelegde antwoord aan de heer van. Dorresteyn'gezien de
letter der wet en voorschriften juist is. Maar er zitten
achter elk probleem een of meer mensen met alle heb
belijkheden en onhebbelijkheden en daarom wil spre
ker toch gaarne enkele opmerkingen maken.
In de concept-brief staat dat een en ander volledig in
overeenstemming is met het bestemmingsplan Rijksweg.
Toch meent spreker te mogen stellen, dat gezien het
verleden er in dezen door de schoonheidscommissie
zowel in vorm als in materiaal een beslissing is genomen
waarachter, zeer zeker bij openbare werken, een vraag
teken gezet had moeten worden, en wel omdat:
a. de scheidingsmuur tussen het terrein van de heer
Verkley en van de heer Van Dorresteyn is gebruikt,
waarbij het aan de heer Van Dorresteyn is om via het
kadaster te onderzoeken of deze muur al dan niet ge
meenschappelijk is en of deze op legale wijze is gebouwd;
b. er naar zijn mening geen rekening is gehouden met
het feit dat het perceel grond van de heer Van Dorre
steyn ongeveer een meter lager ligt.
De communicatie tussen beide heren is onvoldoende
geweest, maar dat ligt in de privé-sfeer en dient naar
sprekers wijze van zien buiten de beschouwing te wor
den gehouden. Hierbij wil spreker wel opmerken, dat
ondanks eerder gemaakte opmerkingen de heer VerO
kley wel degelijk, zelfs zeer urgent, behoefte had aan
de met de uitbreiding van diens pand gemoeide ruimte.
De in de concept-brief gemaakte opmerkingen betref
fende het zonlicht zijn enigermate uit hun verband ge
rukt. In het voor- en naseizoen is de last van de beper
king van zonlicht bepaald veel groter dan in de concept
brief wordt gesteld. Hierbij dient er tevens rekening mee
te worden gehouden, dat zowel de kamer als de voor
tuin gelegen zijn op het noordoosten, waardoor hier
rechtstreeks geen zon kan komen, en er in ons klimaat
uitsluitend op warme of zeer warme dagen gebruik van
kan worden gemaakt.
Ondanks het verzoek van de heer Van Dorresteyn is
er geen contact gezocht in het stadium waarin er van
bouw nog geen sprake is. Wel heeft spreker tot zijn
spijt moeten constateren, dat de desbetreffende dienst
zacht gezegd onzorgvuldig te werk is gegaan in het
contact met de heer Van Dorresteyn. Typerend hier
voor is de opmerking welke spreker bij navraag kreeg
te horen, namelijk:
„Toen ik bij de heer Van Dorresteyn kwam, was er
niemand thuis. Ik wilde niet brutaal zijn om zonder
meer achterom te lopen en heb dus de situatie vanaf de
openbare weg" (nota bene op 20 m afstand)" in ogen
schouw genomen."
Spreker persoonlijk heeft een hekel aan brutale ambte
naren, maar de kern waarom het hier ging had zelfs
meer ambtenaren het recht gegeven de privé-grond te
betreden, omdat het hier ging om een verzoek van de
eigenaar en slechts diens belangen hiermede gediend
konden worden. Er zouden overigens meer vraagtekens
aangevoerd kunnen worden.
Spreker moet, hoezeer hij de andere partij haar woon
ruimte gunt, tot de conclusie komen, dat er wellicht
in overleg een andere oplossing had kunnen worden ge
vonden, indien men in dit geval, waarin men zeker spre
ken kan van een inbreuk op privacy en woongenot,
vooraf een mogelijkheid tot gesprek met beide partijen
gecreëerd had. Daarbij was de onderlinge verstandhou
ding tussen de betrokkenen beslist niet stukgelopen.
Een aanvaardbare oplossing had daarbij zeker niet tot
de onmogelijkheden behoord. Daardoor had een dure
civiele procedure vermeden kunnen worden, terwijl men
de ambtenaren, spreker en enkele andere raadsleden
veel tijd en werk had kunnen besparen.
Spreker hoopt dat door dit geval in de toekomst ook de
achterburen worden ingeschakeld bij dergelijke esthe
tische bouwsels en dat indien het onverhoopt tot
een procedure mocht komen, het college de heer Van
Dorresteyn en zo nodig ook de heer Verkley de inlich
tingen wil verstrekken die zij ter zake nodig hebben.
Buiten de schuld van de heer Van Dorresteyn is de brief
te laat binnengekomen en was een en ander helaas een
voldongen feit. Ik wil niet aandringen op een herschrij
ving van de concept-brief, daarvoor kan ik terecht in
de notulen,aldus spreker; wel wil ik aandringen op een
mededeling eventueel aan beide betrokken personen
waaruit duidelijk blijkt, dat burgemeester en wethou
ders zo nodig van de in hun bezit zijnde gegevens, uiter
aard met respectering van privébelangen, inzage zullen
willen geven.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT weet
eigenlijk niet goed wat zij naar aanleiding van het be
toog van de heer Smit moet zeggen. Spreekster meent
dat de concept-brief volledig duidelijk maakt wat er aan
de hand is.
Iemand vraagt een bouwvergunning. De vergunning kan
hem verleend worden. Hij krijgt de vergunning. Iemand
anders vindt het niet zo fijn dat de vergunning is afge
geven. Hij had, als hij ooit de plannen had bekeken,
kunnen weten dat hem zo iets boven het hoofd kon
hangen.
Dat er toevallig sprake is van een muur die misschien
gemeenschappelijk eigendom is en waarop gebouwd is,
83