gaan aanspannen.
De VOORZITTER: Du moment dat de bouwvergun
ning verleend is kan de heer Van Dorresteyn inzage
krijgen en op dat moment kan de heer Van Dorresteyn
een kort geding beginnen. Daaraan wordt niets afgedaan,
door het feit dat de bouw op dat moment begonnen is.
Besloten wordt te antwoorden conform de concept-brief,
k. Brief d.d. 2 mei 1973 van de Regionale Opleidings
commissie der Centrale Commissie Vakopleiding Bouw
bedrijven, inzake de inrichting van leerlingenbouw
plaatsen met voorstel te antwoorden conform bijgaan
de concept-brief.
Besloten wordt te antwoorden conform de concept
brief.
1. Controlerapporten van het Centraal Bureau voor
Verificatie en Financiële Adviezen van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten.
Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
De VOORZITTER deelt mede, dat voorts zijn ingeko
men de volgende stukken:
m. Schriftelijke vragen d.d. 20 juni 1973, conform
artikel 28 van het Reglement van orde voor de verga
deringen van de raad der gemeente Soest, ingediend
namens de fractie van de K.V.P. en de protestants-
christelijke fractie, door de heer Verheus en luidende
als volgt:
„1.Heeft het college van burgemeester en wethouders
het artikel in de „Gooi- en Eemlander" d.d. 13 juni
1973 gelezen inzake de onteigening van gronden in het
plan „Klaarwater", waardoor stagnatie in de bouw zou
optreden?
2. Is hetgeen daarin wordt vermeld de juiste gang van
zaken en zo neen kan dan een duidelijke uiteenzetting
van de werkelijke feiten worden gegeven?
n. Brief met vragen d.d. 19 juni 1973, van de heer
Pieren, luidende als volgt:
„In April 1973 wijdde de Gooi- en Eemlander een re
portage aan de onteigeningskwestie in het plan Klaar
water.
Deze berichtgeving berustte toen reeds op zeer tenden
tieuze conclusies, welke voor zover mijn wetenschap
strekt, zelfs vele onwaarheden bevatten.
In de Gooi- en Eemlander van 13 juni 1973 is nu weer
een artikel gewijd aan deze onteigeningskwestie.
Mijn vragen zijn nu de volgende.
1. Welke stappen heeft uw college inmiddels bij de
Hoofdredactie ondernomen, teneinde te voorkomen ei
dat dergelijke onjuiste tendentieuze berichten in deze
krant worden gepubliceerd?
2. Is uw college met mij van mening dat een dergelijke
verkeerde voorlichting door deze krant een nog zwaar
dere geestelijke druk legt op de door deze onteigening
getroffen gezinnen?
3. Is het juist dat aan één der betrokkenen een woning
aan de Staringlaan is aangeboden, doch dat betrokkene
alleen dan deze woning wenst te betrekken, indien hem
toestemming wordt verleend tot het houden van var
kens?
4. Is uw college bereid alsnog een zeer duidelijk pers
bericht samen te stellen over de gehele gang van zaken
met betrekking tot deze kwestie?
Op voorstel van de VOORZITTER wordt besloten, dat
de beantwoording van de onder m en n vermelde vragen
zal plaatsvinden nadat de overige agendapunten zullen
zijn behandeld.
116 Voorstel tot het verlenen van ontheffing als bedoeld in
artikel 1 van de „Zoneverordening Hinderwet", zulks
ten behoeve van:
a. een inrichting tot het bakken van voedingsmiddelen
in oliën en vetten op/in het perceel Nieuwerhoekplein
7 te Soest.
De VOORZITTER deelt mede dat de commissie grond
bedrijf en uitbreidingsplannen zich met het voorstel
kan verenigen, doch aan het college adviseert bij de
hinderwetvergunning een voorwaarde te stellen met be
trekking tot het regelmatig schoonhouden van de omge
ving van het cafetaria Nieuwerhoekplein 7.
Vervolgens deelt spreekster mede dat het college yol-
gaarne bereid is de bedoelde voorwaarde in de vergun
ning op te nemen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
b. een garagebedrijf annex benzine- en gasolieverkoop-
punt op/in het perceel Nieuwerhoekplein 1 te Soest;
c. een verkooppunt voor benzine, autogasolie en
L.P.G. aan de Rijksstraatweg te Soesterberg.
117 Voorstel tot het opheffen van de onbewoonbaarver
klaring van het pand Korte Brinkweg 47a, alhier.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
118 Voorstel tot het onbewoonbaar verklaren van de wo
ningen Eigendomweg 54 en 56, alhier.
De heer JOOSTEN heeft uit de, over de toestand van
de onderhavige woningen uitgebrachte rapporten be
grepen, dat de woningen eigenlijk niet voor herstel in
aanmerking komen. In verband hiermede vraagt spre
ker of het college al kan aangeven, dat het kan voor
zien in nieuwe woonruimte voor de bewoners van de
ze woningen.
Wethouder DE HAAN merkt op dat de woningmarkt
niet zodanig is, dat het college al op dit moment, nu
het besluit nog genomen moet worden, iets zou kunnen
doen of toezeggen. Uiteraard is het steeds de bedoeling
om bewoners van onbewoonbaar verklaarde woningen
met enige voorrang elders onderdak te brengen. Daar
bij wordt uiteraard enigszins rekening gehouden met
hun woonwensen. Vandaar dat er op dit moment geen
enkele toezegging kan worden gedaan, behalve dat het
college in dezen diligent zal zijn.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
119 Voorstel tot vaststelling van de „Verordening Commis
sie Woonruimtebeleid".
120 Voorstel tot aankoop van grond met opstallen gelegen
aan:
a. de Nieuweweg van de heer A. Kooymani.,
b. de; Eigendomweg van de heer N.S. Bouwhuis.
121 Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld
in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 aan het
Bestuur van de Vereniging „De School met den Bijbel"
te Soest voor het verbeteren van de toiletten van de
Insingerschool voor g.l.o.
122 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een extra
krediet voor het aanschaffen van een nieuwe leesmetho
de ten behoeve van de openbare lagere school te Soes
terberg.
123 Voorstel tot overdracht van grond, gelegen nabij de
Van Hamelstraat te Soest, aan de Stichting voor Katho
liek Onderwijs te Soest.