124 Voorstel tot uitbreiding van de huistelefooninstallatie.
125 Voorstel tot uitname van grond uit het grondbedrijf
ten behoeve van de openbare kleuter- en basisschool
in het complex „Klaarwater".
126 Voorstel tot wijziging van de gemeentebegroting 1972.
127 Voorstel tot het verlenen van subsidie aan de Vrouwen
Advies Commissie en de Federatie Vrouwelijke Vrij
willige Hulpverlening in de provincie Utrecht, afdeling
Soest.
128 Voorstel tot aankoop van de begraafplaats aan de Veld
weg en van agrarische gronden gelegen op de Soester
Eng van de Hervormde Gemeente Sbest.
129 Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld
in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 aan het
bestuur van de vereniging ..De School met den Bijbel"
te Soest voor het aanschaffen en plaatsen van een rij
wielstalling bij de Savornin Lohmanschool voor g.l.o.
130 Voörstabtot het beschikbaar stellen van een krediet
voor het maken van een zolderkamer in het gemeente
huis.
131 Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst inzake
uitbetaling van rente in verband met een gesloten koop
overeenkomst met de heer N.S. Bouwhuis.
132 Voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke rege
ling betreffende de regionale werkverbanden voor
Amersfoort en omgeving.
133 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor een pompgemaaltje en persleiding ten behoeve
van de kantine en kleedgebouw op het sportpark aan
de Eemweg.
134 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
ten behoeve van de viering van het 25-jarig regeringsju
bileum van H.M. de Koningin.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De VOORZITTER stelt hierna wederom aan de orde
de ingekomen stukken m en n.
De VOORZITTER zegt dat zij om te beginnen de
schriftelijke vragen in combinatie zou willen beantwoor
den en vervolgens zou willen ingaan op de specifieke
punten die in de brief van de heer Pieren zijn gesteld.
Het college heeft kennisgenomen van het in de vragen
bedoelde artikel in de Gooi- en Eemlander van 13 juni
j.1., alsmede van een artikel in de Gooi- en Eemlander
van 20 april j.1. en een artikel in de Soester Courant
van nog maar kort geleden.
Op de vraag of in het artikel in de Gooi- en Eemlander
de juiste gang van zaken is vermeld antwoordt spreek
ster ontkennend. Een publicatie in de Gooi- en Eem
lander van april heeft het college verwonderd en de
publicatie in deze krant van 13 juni j.1. heeft het colle
ge ook bijzonder verwonderd. Moet spreekster zich
parlementair uitdrukken, dan zou zij zeggen dat deze
artikelen niet de indruk geven van enige kennis van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening, van enige kennis van
de Onteigeningswet en van enige kennis van de wijze
waarop in Soest getracht wordt tot aankoop van grond
te komen. Wat het laatste betreft zou het misschien
nuttig zijn als degene die de artikelen heeft geprodu
ceerd, kennis nam van het voorlichtingsblad van de ge
meente Soest waar in het februarinummer van 1973
nog eens duidelijk is uiteengezet hoe men in Soest
pleegt tot verwerving van gronden te komen.
Het door de heer Pieren in diens vraagstelling gebruikte
woord „tendentieuze" wil spreekster met graagte over-
Toen er plannen kwamen om tot het bestemmingsplan
Klaarwater te komen zijn er, zoals in zo 'n geval gebrui
kelijk is, pogingen gedaan om de gronden in eigendom
te verwerven.
Het eerste contact met de familie Maat over verwerving
van gronden dateert van omstreeks februari 1966. In
dat gesprek was de heer Maat niet genegen om zijn wo
ning te verkopen. Wel heeft hij kort daarna 1.47 ha
grond aan de gemeente verkocht voor het bestemmings
plan Klaarwater. Deze transactie is door gedeputeerde
staten goedgekeurd op 27 maart 1968. De goedkeuring
heeft even geduurd in verband met financieringsmoei
lijkheden; wanneer je geen financieringsmiddelen kunt
aanwijzen daarvoor, wordt de goedkeuring even opge
houden.
Op 1 mei 1968 is er het eerste serieuze contact geweest
met betrekking tot de verwerving van de woning, omdat
er toen ook meer bekend was over de proeve van verka
veling. Wanneer men bezig is met een bestemmings
plan, worden er dikwijls verschillende proeven van ver
kaveling opgezet en de proeve van verkaveling was toen
zo, dat het nuttig en nodig was om iets directer met de
familie Maat in contact te treden tot aankoop van de
woning.
Op 14 mei 1970 is dat gevolgd door een taxatie. De
heer Maat heeft tijdens de onderhandelingen medege
deeld, dat hij bereid was om aan de eigendomsover
dracht mede te werken zodra de gemeente met het
plan Klaarwater een aanvang zou nemen.
Mevrouw Maat heeft daarna, toen de taxatie had plaats
gevonden, medegedeeld dat de taxatie door haar en
door haar echtgenoot te laag bevonden werd en zou
moeten worden verhoogd, omdat men anders liever
de onteigeningsprocedure zou afwachten.
Daarop is een brief van de heer Maat gevolgd waarin de
heer Maat mededeelde, dat hij pogingen had gedaan om
een ander huis te vinden, maar dat het uitermate moei
lijk was om een huis te vinden met zo'n grote tuin als
hij had, dat hij zijn kinderen graag vaak op bezoek wil
kunnenlhebben enz.
Wanneer het bod van de gemeente, gegrond op een
taxatie, zodanig is dat het moeilijkheden geeft, dan
blijft de zaak verder weer even stagneren.
Op 14 december 1970 is het overleg met de familie
Maat, dat er eigenlijk steeds geweest is, gestaakt in ver
band met de gezondheidstoestand van de heer Maat.
Op 25 mei 1971 heeft de gemeente in een brief ge
schreven, dat ze niet verder zou aandringen op overeen
stemming als dat bij de heer Maat op bezwaren zou
stuiten. Mede omdat er in de berichtgeving van de
Gooi- en Eemlander ook het een en ander gezegd wordt
over de gemeente-ambtenaren die meteen maar met
onteigening zouden dreigen, wijst spreekster er op, dat
wanneer er onderhandelingen worden gevoerd over
verkoop van gronden in verband met te verwerkelijken
bestemmingsplannen,in de meeste gevallen van de kant
van degene over wiens grond het gaat, wordt gevraagd:
Wat gebeurt er als ik mijn grond niet verkoop De ge
meente-ambtenaar die de onderhandelingen voert, zegt
dan uiteraard en moet zeggen: Wanneer het bestem
mingsplan in hoogste instantie is goedgekeurd en ook
het door de gemeenteraad vastgestelde onteigenings
plan is goedgekeurd, zal er uiteindelijk een onteigening
op volgen. Dat is dan geen dreigement, maar dat is dan
gewoon de voorlichting die dikwijls gevraagd wordt en
die in een ander geval misschien ook wel eens:gegeven
zal worden zonder dat er om gevraagd is. Als de ge-
86