n
heeft ontvangen waarin de volgende vragen staan:
Is het juist dat volgens het politierapport in het zand-
gat van Cirkel 10.000 ratten aanwezig zijn?
Is uw college bereid op zeer korte termijn in samen
werking met het college van B. en W. van Zeist en ter
zake deskundige instanties zo nodig met gebruikmaking
van chemische verdelgingsmiddelen tot definitieve ver
delging van het ongedierte over te gaan?
Zo neen, welke maatregelen overweegt uw college dan
te nemen?
Op voorstel van de VOORZITTER wordt besloten, dat
de beantwoording van deze schriftelijke vragen van de
heer Pieren zal plaatsvinden nadat de overige agenda
punten zullen zijn behandeld.
137 Voorstel tot benoeming van leden in diverse commis
sies e.d. ter voorziening in de vactures, ontstaan door
de ontslagname van de heer P.C. Pieren als raadslid.
De VOORZITTER verzoekt mevrouw Korthuis en de
heer Pieren met haar het stembureau te vormen.
De heer VAN POPPELEN merkt op dat het college
o.a. voorstelt om de heer A.J. van Vloten tot lid van
enkele commissies te benoemen, maar dat hij zich, aan
gezien de heer A.J. van Vloten nog geen lid van de raad
is, afvraagt of de heer A.J. van Vloten nu inderdaad
reeds tot lid van enkele commissies benoemd kan wor
den.
De VOORZITTER zegt dat zij eigenlijk had moeten
vragen of de raad met het in deze vergadering benoe
men van de heer A.J. van Vloten tot lid van enkele
commissies kan instemmen. Het college heeft gefiloso
feerd over de vraag of de heer A.J. van Vloten nu reeds
tot lid van enkele commissies kan worden benoemd.
Het college is uiteindelijk tot de mening gekomen, dat
dit wel kan, maar met de restrictie dat hij pas in func
tie kan treden wanneer hij als raadslid is toegelaten en
beëdigd. Men zou hierover een juridische verhandeling
van uren kunnen houden,maar het college meent, dat
het praktisch zou zijn als de raad de heer A.J. van Vlo
ten onder de zoeven bedoelde voorwaarde zou benoe
men.
Spreekster stelt de raad voor om te besluiten dat de
heer A.J. van Vloten in de commissies waarin hij nu
door de raad wordt benoemd, pas in functie kan treden
nadat hij als raadslid is toegelaten en beëdigd.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel van de voor
zitter besloten.
De uitslag der stemming is, dat de heer P. Grift met 14
stemmen is benoemd tot lid van de commissie grondbe
drijf en uitbreidingsplan, terwijl voorts 1 stem in blan
co is uitgebracht; dat de heer P. Grift met algemene
(15) stemmen is benoemd tot lid van de commissie
voor de beroepschriften en van de ideeënbus-comissie,
dat de heer A.J. van Vloten met algemene (15) stem
men is benoemd tot lid van de commissie voor de
brandweer, van de onderwijscommissie en van de com
missie voor de politie; dat de heer K. Levinga met al
gemene (15) stemmen is benoemd tot lid van de com
missie gasbedrijf en van de commissie openbaar slacht
huis; dat de heer P. Grift met algemene (15) stemmen
is aangewezen als lid van het Samenwerkingsorgaan
Eemland; dat de heer G.H. Oldenboom met algemene
(15) stemmen is aangewezen tot plaatsvervangend lid
van het algemeen bestuur van het intergemeentelijk
automatiseringscentrum Midden-Nederland en dat de
heer K. Levinga met algemene (15) stemmen is aange
wezen tot plaatsvervangend lid van de algemene raad
en van het dagelijks bestuur van het Gasbedrijf Centraal
Nederland.
De VOORZITTER dankt mevrouw Korthuis en de
heer Pieren voor de verrichte werkzaamheden.
138 Voorstel tot het aangaan van een nieuwe gemeenschap
pelijke regeling met de gemeente Baarn betreffende
de aanstelling van het hoofd van de vleeskeuringsdienst.
139 Voorstel tot vaststelling van de vergoeding over het
jaar 1972 op grond van:
a. artikel 103, 2e lid der Lager-onderwijswet 1920;
b. artikel 191 van het besluit buitengewoon onderwijs
1967;
c. artikel lOlbis der Lager-onderwijswet 1920 (vakon
derwijs);
d. de bepalingen van de Kleuteronderwijswet.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
140 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor het verplaatsen van een kleedgebouw naar de
sportterreinen aan de Kampweg.
De heer PIEREN vraagt of er al enig inzicht ten aan
zien van de aanleg van de nieuwe terreinen in het zand;
gat aan de Kerklaan en ten aanzien van de voetbalvel
den aan de Sterrenbergweg is.
Wethouder DE HAAN merkt op dat de vraag over het
zandgat al eerder, namelijk tijdens de vakantie van de
heer Pieren, in de raad is gesteld, naar hij meent door
de heer Verheus, en dat daarop is geantwoord, dat bin
nenkort/tot het verlenen van een krediet v.Qor de aan- [-*
leg de raad zal bereiken. een voorstel wtjz. ggk. c
Wat het andere complex betreft is de zaak nog niet he
lemaal rond in verband met de grondoverdracht en al
les wat daarmede samenhangt. Dat zal nog enige tijd
kunnen vergen, maar spreker heeft de indruk dat er
schot in komt.
De heer LEVINGA meent dat er bij de pers misschien
enig misverstand zou kunnen bestaan over het advies
van de financiële commissie. In de vergadering van de
ze commissie was men het er namelijk niet over eens of
de commissie bevoegd was. Later is gebleken dat vol
gens de desbetreffende verordening de commissie wel
degelijk bevoegd was om te adviseren, om haar gewone
werk te doen.
De VOORZITTER vult de opmerkingen van de heer
Levinga aan met de opmerking dat volgens een oud re
glement de aanwezigheid van drie leden van de finan
ciële commissie deze commissie tot adviseren bevoegd
doet zijn.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
141 Voorstel tot het weigeren van ontheffing als bedoeld
in artikel 1 van de Zoneverordening Hinderwet inzake
het oprichten, in werking brengen en in werking houden
van een agrarisch bedrijf met varkensmesterij op/in het
perceel Lange Brinkweg 99 te Soest.
Dit voorstel wordt op voorstel van de voorzitter aange
houden, opdat het college hierover nog wat nadere in
formatie zal kunnen verstrekken.
142 Voorstel tot het verpachten van een perceel grond in
1973 gelegen nabij de Van Lenneplaan aan de heer
C.W. v.d. Breemer.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
143 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
in verband met het deelnemen in het Samenwerkings
orgaan Eemland.
De VOORZITTER deelt mede dat de financiële com-
93