rnemers
rekking
lende
ermeld
eeft
en in
/orden
ar wordt
behan-
e en een
ler" is
ren en
en op-
nkelcen-
de toe
dezen
rief van
den- en
rgemees-
agd van
t echter
>r te ver-
teraf
af of
ij heeft
:er on
ver kap-
nancië-
irbij te-
zou
s op zich-
>e dat
iest blij-
0 wijzen
1 beperk-
>are ter-
d.
over
e heeft
cundige
cityplan
achtige
m
in. Dit
de ge
win kel-
:rige win-
s in het
oor de
snt hij
;el een-
jpzichte
jen paar
ige be-
:ou er
ïitgebreid?
onclusie
tbreiding
l, maar
:r ontgaat
nl. of de
vrouwelijke
geslacht is. Dat heeft met de uitkomst toch helemaal
niets te maken?
De VOORZITTER: Zo zie je maar dat geleerde perso
nen merkwaardige dingen kunnen produceren.
Wethouder EBBERS wil met betrekking tot de vraag
van de heer Stam of de ondernemers gekend zijn in de
plannen, vaststellen dat een inventarisatie heeft plaats
gevonden, waaruit is gebleken dat Soest een nogal
verspreid winkelapparaat heeft. Volgens artikel 8 van
de wet op de ruimtelijke ordening is de gemeente ver
plicht onderzoekingen in te stellen naar de behoefte
aan winkelcentra en dergelijke. De gemeente moet al
thans dergelijke onderzoekingen betalen. Het gaat
dus niet om een verkapte subsidie, maar om een ver
plichting. De heer Van Ee zei terecht dat de gemeen
te dit onderzoek aanvraagt.
In de begeleidende brief bij de enquete zullen prijzen
worden vermeld van onlangs gereed gekomen verge
lijkbare winkelcentra. Op zichzelf zegt dit echter
niets, want dat zijn prijzen van dit moment en wan
neer tot realisatie van een winkelcentrum zal worden
overgegaan, zullen zij er heel anders kunnen uitzien.
De opmerking van de heer Jonker dat het gelukkig is
dat nu over een dorpscentrum wordt gesproken, kan
spreker onderschrijven.
Tot de heer De Groot kan spreker zeggen dat met be
trekking tot de uitbreiding van winkels inderdaad
zou moeten worden gevraagd of er ruimtelijk én wet
telijk nog mogelijkheid tot uitbreiding bestaat, zulks
in het kader van eventueel bestaande bestemmings
plannen. Een dergelijke toevoeging verdient zeker aan
beveling en spreker zal dit dan ook alsnog aan het
Centraal Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf
doorgeven. Voorts begrijpt ook hij niet waarom naar
het geslacht van de ondernemers wordt geïnformeerd.
Het schijnt echter wel gebruikelijk te zijn dit te vra
gen wanneer inzake winkelplanning wordt geënquê
teerd.
De VOORZITTER: Overigens lijkt het mij niet ver
boden dat de gemeenteraad van Soest in dezen iets
ongebruikelijks doet door de desbetreffende vraag uit
de enquete weg te laten.
Mevrouw ALTING-AMBROSIUS: Ik denk dat deze
enquete door mannen is opgesteld.
De VOORZITTER: Wie weet.
De heer VAN VLOTEN heeft begrepen dat het niet
gaat om een verkapte subsidie. Zal het bedrag van
f. 25.000,-- nu straks op dit plan gaan drukken, of
komt het uit de algemene middelen?
Wethouder EBBERS is van mening dat dit bedrag in
derdaad op het plan zal drukken, zeker voor een deel.
Anderzijds bestaat ook de mogelijkheid dit onder te
brengen onder algemene adviezen die de gemeente
geeft. Dat gebeurt ook met bijvoorbeeld stedebouw-
kundige adviezen, maar op een bepaald punt worden
die kosten toch wel weer over de betrokken plannen
omgeslagen.
De heer STAM: Heb ik goed begrepen dat de onder
nemers geen informatie over de plannen krijgen?
Wethouder EBBERS bevestigt dit. Men kan een plan
dat er nog niet is niet laten zien. Het gaat er om, aan
de hand van de te verkrijgen gegevens een plan te
gaan opmaken. Het college heeft natuurlijk wel be
paalde gedachten, maar aan de hand van deze inven
tarisatie wil het meer te weten komen over de plannen
van de Soester ondernemers. Op grond daarvan kan
113
worden bekeken of de plannen die het college heeft
wel of niet inpasbaar zijn.
De heer STAM lijkt het dat het voor een ondernemer
moeilijk is op verschillende vragen te antwoorden als
niet bekend is waarover het gaat. De wethouder heeft
zelf in de vergadering met de ondernemers gezegd dat
het van belang is voor de winkeliers dat zij iets meer
te weten komen over Zuidereng.
Wethouder EBBERS antwoordt dat nog niet zo lang
geleden in een bijeenkomst het plan Zuidereng in gro
ve lijnen is getoond. Dat is in een openbare hoorzit
ting gebeurd en dus kan men er wel ongeveer een'idee
van hebben. Bovendien blijkt belangstelling te bestaan
uit de vragen die regelmatig aan de gemeente worden
gesteld. De gemeente wil die belangstelling nu daad
werkelijk peilen.
De heer STAM begrijpt dit wel, maar er zijn vele fac
toren die voor een ondernemer een rol spelen, zoals
het bevolkingsreservoir dat er komt. Daarover mag
toch wel enige voorlichting plaatsvinden.
Wethouder EBBERS stelt dat dit de follow up van
de enquete en van de evaluatie daarvan zal zijn, waar
bij tevens de gegevens zullen worden betrokken die
inmiddels uit de structuurnota 1974 naar voren zul
len komen.
De VOORZITTER acht het duidelijk dat de gemeen
te behoefte heeft aan gegevens. Hij kan zich voorstel
len dat in de begeleidende brief wordt gezegd dat men
sen die met een vraag wat moeite hebben, terecht
kunnen bij een bepaalde ambtenaar om daarover te
worden geinformeerd. Als men het in deze zin oplost,
komt men toch terecht bij wat de heer Stam wil.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Voorstel tot het intrekken van het vastgestelde be
stemmingsplan „Kampweg-Casino".
De heer VAN POPPELEN deelt mede dat zijn fractie
het eens is met dit voorstel, hoewel zij het jammer
vindt dat dit bestemmingsplan om zo'n kleinigheid
moet worden ingetrokken, want dat kost tijd en geld.
Normaal vindt bij de voorbereiding van bestemmings
plannen al in een vroeg stadium overleg plaats met de
provincie. Zijn vraag is nu of de betrokken ambtenaar
van de provincie de gemeente niet eerder op deze
kwestie had kunnen attenderen. De procedure die nu
moet worden gevolgd, was dan overbodig geweest.
De VOORZITTER meent dat de heer Van Poppelen
een ideale situatie met betrekking tot dat vooroverleg
met de provincie heeft geschetst, want hij denkt niet
dat men een provinciaal ambtenaar zo ver kan krijgen
dat deze zich bij voorhand op iets vastlegt. Zou het
mogelijk zijn dat zo'n ambtenaar de gemeente een be
paalde waarschuwing zou geven, dan zou dat zeker
wenselijk zijn, maar het is heel goed denkbaar dat de
provincie-ambtenaar die in eerste aanleg een advies
geeft, de moeilijkheid ook nog niet ziet en dat pas bij
een verdere behandeling in de verschillende onderde
len van het provinciaal apparaat een ander tot die ont
dekking komt.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
wijst er op dat het probleem eigenlijk is dat het plan
Egghermonde bij de Kroon terecht is gekomen. Dat
plan Egghermonde had/geweige-rd-moeten worden,
want het stukje dat op dit plannetje aansluit, klopte rwijzigd
eigenlijk niet. Het onderhavige plan is nogal vlug aan
de raad voorgelegd, omdat het ministerie van defensie
oorh. ggk.
99