De VOORZITTER: Er is een overgangsrecht van een
jaar.
Spreekster vervolgt dat het een heel goede maatregel is
dat iedereen die een olietank heeft met een inhoud
van meer dan 400 liter dit moet opgeven. Er kan dan
controle plaatsvinden, want het gaat per slot van reke
ning om levensgevaarlijke dingen. Er zal aan deze ver
ordening ruime bekendheid worden gegeven.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Moet de bewoner of de
eigenaar het melden?
De VOORZITTER antwoordt dat de bewoner van
een huis het moet melden; het kan dus ook de huurder
zijn.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
126 Voorstel tot het vaststellen van een brandbeveiligings
verordening, alsmede de eerste wijziging daarvan.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
127 Voorstel tot het vaststellen van een verordening op de
verblijfsgebouwen.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
128 Voorstel betreffende een nieuwe gemeenschappelijke
regeling voor het Gewest Eemland.
Mevrouw KORTHUIS-ELION geeft te kennen dat zij
dit onderwerp, ondanks het late tijdstip, toch graag
vanavond behandeld zou willen zien, te meer daar een
tweede lezing in het vooruitzicht is gesteld. Die twee
de lezing zou zij in ieder geval willen bedingen en in
dat verband zou zij gaarne enkele opmerkingen over
dit onderwerp maken.
De. VOORZITTER bevestigt dat deze behandeling is
bedoeld als een eerste lezing. Zou blijken dat men de
ze behandeling nog een maand zou willen uitstellen,
dan is de mogelijkheid daartoe aanwezig. De opmer
kingen die in de verschillende gemeenteraden zullen
worden gemaakt, zullen nog verwerkt moeten wor
den, zodat zij zich afvraagt of de tweede lezing nog
wel in de oude raad aan de orde zal kunnen komen.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Als mevrouw Korthuis
er haar gedachten al over heeft laten gaan, zal het
goed zijn als zij die nu al naar voren brengt, opdat alle
raadsleden daarmede hun voordeel kunnen doen.
De heer VAN POPPELEN stelt vast dat dit vrij om
vangrijke stuk al eerder aan de orde is geweest, zowel
in de raad als in het samenwerkingsorgaan. Wanneer de
behandeling hiervan thans zou worden aangehouden,
zou men er in de fracties nog over kunnen praten. In
dat verband lijkt het hem gewenst dat de voorzitter
een toelichting geeft op de wijzigingen die voor Soest
van belang zijn.
De VOORZITTER wil beginnen met een korte toe
lichting. Wie er daarna nog wat over wil zeggen, kan
daartoe het woord krijgen, waarna de verdere behan
deling naar de volgende vergadering kan worden ver
schoven.
Een aantal jaren geleden is de wens naar voren geko
men om de gemeenschappelijke regeling van het ge
west Eemland wat harder te maken. Thans is het een
samenwerkingsorgaan zonder rechtspersoonlijkheid:
het is in het leven geroepen om verschillende zaken te
coördineren. In artikel 2 van de geldende regeling
staat dat de regeling is getroffen ter behartiging van de
coördinatie van het beleid van de gemeenten met be
trekking tot de daarvoor in aanmerking komende be
stuurstaken, waaronder de ruimtelijke ordening en de
inventarisatie en coördinatie van bestaande vormen
van samenwerking. Een duidelijke bevoegdheid heeft
het samenwerkingsorgaan dus niet.
De gedachte is opgekomen om de regeling zwaarder te
maken door Eemland een ontwikkelingsplan en een
structuurplan te laten opstellen, waaraan de gemeen
ten gebonden zouden zijn, met de mogelijkheid van
beroep op gedeputeerde staten. Daarover is in de loop
van het vorig jaar bijzonder veel overleg gepleegd. Een
aantal gemeentebesturen wilde wel zo'n zwaardere re
geling, maar andere gemeentebesturen wilden haar
niet. Er is daarop weer aan deze zaak gedokterd en
thans is er een ontwerp uit de bus gekomen dat Eem
land weliswaar tot rechtspersoon maakt en het op
draagt een structuurplan voor de regio en eventueel
een ontwikkelingsplan te maken - overigens is dat
laatste een vaag begrip -, maar dat er niet voor zorgt
dat de gemeenten aan zo'n structuurplan gebonden
zullen zijn. Dat structuurplan zal de gemeenten als
richtlijn dienen, wat wil zeggen dat een gemeente de
mogelijkheid houdt een bestemmingsplan te ontwer
pen dat niet in overeenstemming is met het structuur
plan van de regio. In theorie kan het rechtspersoon
lijkheid bezittend lichaam Eemland bezwaar maken
t,egen zo'n bestemmingsplan, maar wat de goede sa
menwerking betreft, is men dan al wel een heel eind
van huis.
Het dagelijks bestuur van de gemeente Soest betreurt
het dat niet al in 1974 kan worden gekomen tot een
stringente regeling, een begin van een echt gewest.
Wanneer de gewestraad, waarin alle gemeenten zijn
vertegenwoordigd, zou zeggen: „Zo moet het.", zou
de gemeente Soest bereid zijn een stukje autonomie
af te staan en zich bij de uitspraak van de gewestraad
neer te leggen.
Voorts zal de wijze van samenstelling van de gewest
raad, die thans gekoppeld is aan de maximale aantal
len wethouders die de gemeenten mogen hebben,
worden gewijzigd. De leden van de gewestraad zullen
nl. worden benoemd naar rato van het aantal inwo
ners. De burgemeester van Amersfoort zal niet meer
q.q. voorzitter van het dagelijks bestuur van de gewest
raad zijn; de voorzitter zal op voordracht worden be
noemd door gedeputeerde staten.
Men heeft verder een soort van werkplan gekregen,
dat aangeeft wat Eemland zich voorstelt in de komen
de jaren aan onderzoekingen en dergelijke te gaan
doen. Er is al vaak gezegd dat het zo vervelend is dat,
als Eemland voor een onderzoek geld nodig heeft, 8
gemeenteraden dat geld bijeen moeten brengen. Als
de ene gemeenteraad dan een onderzoek naar de win
kelplanning wil en de andere gemeenteraad een geheel
ander onderzoek wenst, brengt dat voor het gewest
Eemland grote moeilijkheden met zich. De vraag die
dan ook aan dit werkplan is gekoppeld, is hoe men er
over denkt om elk jaar het gewest Eemland een bedrag
van x gulden per inwoner beschikbaar te stellen en
het aan de gewestraad en het dagelijks bestuur van het
gewest over te laten waarvoor dat geld zal moeten
worden bestemd.
De heer VAN POPPELEN vraagt of het mogelijk is dat
de voorzitter de door haar gegeven toelichting op pa
pier zet en daarop de visie van burgemeester en wet
houders geeft, want hij meent te hebben beluisterd
dat het college zelf graag een regeling zou zien die ver-
108