De heer VAN POPPELEN heeft uit het betoog van
de wethouder begrepen dat er sprake is van een aan
vrage voor een sportzaal. Kan hierop een nadere toe
lichting worden gegeven?
Wethouder DE HAAN kan de heer Verheus in zoverre
volgen dat de wijkraad volgens de nieuwe verordening
een kans moet worden gegeven, maar dat kan dan pas
wanneer de nieuwe verordening werkelijk van kracht
wordt, dus als de nieuwe wijkraad er is. Anders heeft
het weinig zin. Er is nu gewerkt op grond van de oude
verordening. Overigens heeft dit, toen dit plan de vori
ge keer in de raad werd behandeld - overigens bij
sprekers afwezigheid -, kennelijk niet gespeeld.
De heer VERHEUS wijst er op dat de wijkraad het
ijsbaanplan had gereduceerd tot een krabbelbaantje.
De kwestie is toen opnieuw in de commissie voor
openbare werken aan de orde gekomen. De commis
sie beschikte over adviezen van de ijsbaanvereniging
en van de sportstichting en op grond daarvan heeft de
commissie een advies uitgebracht waaruit dit voorstel
is voortgevloeid. Ook in de commissie werd echter al
gesteld dat de wijkraad hierin eigenlijk zou moeten
worden gehoord. Vandaar dat spreker verzoekt dit
voorstel thans aan te houden en de wijkraad de gele
genheid te geven zich er alsnog over te buigen.
Wethouder DE HAAN vindt dit geen halszaak en hij
meent ook niet dat er bezwaar bestaat tegen hetgeen
de heer Verheus verzoekt. Het houdt wel in dat de dis
cussie over het krediet nu kan worden gestaakt.
Tot de heer Van Poppelen moet spreker zeggen dat
het geen kwestie is van het aanvragen van een sport
zaal. De sportstichting heeft zich al enige jaren gele
den in verband met het opstellen van een investerings
nota gebogen over de vraag wat er in de toekomst in
verschillende delen van de gemeente moet gebeuren.
In dat kader is op een gegeven moment gezegd dat er
op wat langere termijn in Soesterberg behoefte zal
ontstaan aan een sportzaal annex instructiebad. Wan
neer die behoefte actueel wordt, zal deze zaak zeker
worden bekeken. Er zal dan overleg worden gepleegd
met Soesterberg om te bezien wat er kan worden ge
daan.
Een van de punten die in verband met de zaalruimte
in Soesterberg een rol spelen, is het feit dat het katho
liek schoolbestuur de verhuur van het gymnastieklo
kaal nog steeds in eigen hand houdt, waardoor er
sprake is van ongebruikte uren. Als dit schoolbestuur
net als de andere schoolbesturen de regeling van het
avondgebruik van de zaal zou overdragen aan de sport
stichting, zou er nog wat ruimte voor zaalsport ont
staan. Ook dit zal in de beschouwing moeten worden
betrokken, want in verband met de aan te vragen sub
sidie zal een advies dienen te worden gevraagd aan de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Deze gaat
uit van de beschikbare ruimte en van de bezettings
graad daarvan en komt dan tot een advies. Wanneer
voor de sportzaal in engere zin de bezettingsgraad
niet de 70% haalt, kan men elke subsidie wel verge
ten. Spreker stelt zich voor dat in de naaste toekomst
nog een levendige discussie over dit onderwerp met
de Soesterbergse verenigingen zal ontstaan. Hij zou
dat wel leuk vinden, omdat dan wederzijds wat meer
informatie kan worden verstrekt. Uit de indianenver
halen die thans tot hem doordringen, krijgt hij nl. de
indruk dat men erg lichtvaardig over goedkope oplos
singen denkt.
De VOORZITTER is het met de wethouder eens dat
de wijkraad volgens de oude verordening eigenlijk
voldoende inspraak heeft gekregen, maar zij begrijpt
dat de raad dit voorstel toch graag nog eens om ad
vies aan de wijkraad zou willen sturen. Dit zal gebeu
ren, maar daarbij zal wel worden verzocht zich op zo
kort mogelijke termijn uit te spreken.
Het voorstel wordt aangehouden.
143 Voorstel tot wijziging van de controleregelen.
De heer HOEKSTRA merkt op het hartroerend met
dit voorstel eens te zijn. Zijn vraag is of er nog meer
stichtingen en dergelijke zijn waar de frequentie van
de controle kan worden verminderd. Het zal wel niet
zo gemakkelijk zijn in verband met bestaande veror
deningen en gelet op artikel 265 van de gemeentewet,
maar toch zal het goed zijn dit eens na te gaan.
Wethouder EBBERS memoreert dat de heer Olden-
boom dit punt aan de orde heeft gesteld bij de behan
deling van de begroting voor 1974. Spreker heeft hem
toen hartgrondig gelijk gegeven, want kwartaalrappor
tages zijn in sommige gevallen inderdaad vrij onbe
vredigend. Hij heeft hierover eens informeel gesproken
met de districtsverificateur en deze liet doorschemeren
dat eerst de beheersverordeningen zouden moeten
worden aangepast. Het college heeft zich er nog niet
over beraden in welke vorm dit zou moeten gebeuren,
want gelet moet worden op de controleregeling die de
gemeentewet aangeeft, evenals op het feit dat bepaal
de raadsvoorstellen door gedeputeerde staten zijn
goedgekeurd die garantiebepalingen bevatten inzake
de kwartaalcontrole. Dit alles zal nog nader moeten
worden bekeken. Het is echter zeker de bedoeling in
dezen iets te gaan doen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
144 Voorstel tot wijziging van het algemeen besluit tot
het aangaan van kasgeldleningen en het tijdelijk uit
zetten van beschikbare gelden.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
145 Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst tot
ontbinding van de overeenkomst van koop en ver
koop met de Stichting Nederlandse Centrale voor
Huisvesting van Bejaarden terzake van een terrein
aan de Noorderweg ten behoeve van de bouw van
een serviceflat voor bejaarden.
De heer JONKER geeft te kennen dat hij het zowel
in de commissie voor ruimtelijke ordening als in de
financiële commissie wat moeilijk met dit voorstel
heeft gehad, en niet als enige Gelukkig is er sinds
dien wel iets gebeurd. Er is nl. de passage toegevoegd
dat de stichting N.C.H.B. na overleg en behoudens
instemming van toezichthoudende instanties bereid
is gevonden zich te onthouden van privaatrechtelijke
acties jegens de gemeente. Waaruit blijkt die bereid
heid echter? Bij de ter inzage liggende bescheiden
heeft spreker hierover niets aangetroffen. Is er sprake
van een mondelinge overeenstemming onder getui
gen?
Spreker constateert dat de stichting een slag om de
arm houdt met betrekking tot toezichthoudende in
stanties, maar net als bij de gemeente zal dat wel een
kwestie van termijnen zijn.
In de financiële commissie is uitgebreid gesproken
over de hoogte van het rentebedrag. Het bleek om
door de N.C.H.B. gederfde rente te gaan waarvoor het
hoogste bedrag was berekend dat kon worden bere-
114