gevoelens van deze raad te vernemen, omdat deze
zich hiermede de laatste jaren zo bezig heeft gehou
den. De raad moest hiermede dus hetzij de vorige
maand, hetzij deze maand worden geconfronteerd.
Spreekster kan zich zelfs voorstellen dat ook de twee
de lezing nog in de oude raad zou hebben plaatsge
vonden.
Op dinsdag heeft een verslaggever verzocht om een
exemplaar van het ontwerp van de gemeenschappelij
ke regeling. Spreekster heeft gezegd dat het commu
niceren met de pers over zaken van Eemland een aan
gelegenheid was voor het dagelijks bestuur van Eem
land; zij voelde zich niet direct geroepen de ontwerp
regeling van de zijde van de gemeente uit te geven. Gis
termiddag was zij in Amersfoort, waarbij zij ook over
dit onderwerp even overleg heeft gepleegd met de bur
gemeester van Amersfoort. Het resultaat daarvan is
geweest dat de gemeente gisteren het ontwerp aan de
pers heeft gegeven.
De heer Van Poppelen heeft zich afgevraagd of men
met deze nieuwe regeling blij moet zijn. Wat is blij?
Bij de begroting is al gezegd dat Soest graag een zwaar
dere regeling zou hebben, zodat, indien bijvoorbeeld
een structuurschets voor het gewest zou worden ge
maakt, de deelnemende gemeenten daaraan gebonden
zouden zijn, zij het met de mogelijkheid van beroep
op gedeputeerde staten. Een aantal gemeenten was
echter nog niet zo ver. Als men probeert tot een sa
menwerking te komen, zal men op een gegeven mo
ment genoegen moeten nemen met het mindere wan
neer men het meerdere niet kan krijgen. Het grote
voordeel van deze nieuwe gemeenschappelijke rege
ling vindt het college dat het orgaan nu rechtsper
soonlijkheid krijgt. De heer Van Poppelen vroeg of
het orgaan veel geld zal gaan kosten. Dat het orgaan
rechtspersoonlijkheid krijgt, behoeft niet te beteke
nen dat het meteen veel geld gaat kosten. Bij de stuk
ken heeft men echter ook een soort werkprogramma
van Eemland aangetroffen. Een ieder weet nog hoe
moeilijk het is geweest om telkens bij ieder onderzoek
aan alle gemeenteraden geld te moeten vragen. Het
dagelijks bestuur van Eemland zou graag zien dat, als
Eemland eenmaal rechtspersoonlijkheid heeft, een
werkkapitaal beschikbaar zou zijn voor de onderzoe
kingen die moeten worden verricht om op één noe
mer te kunnen komen. Dat kost dan per inwoner zo
veel per jaar; geef dat dan, zodat er niet telkens weer
in de gemeenteraden over behoeft te worden gespro
ken. Het orgaan, dat bestaat uit vertegenwoordigers
uit de verschillende gemeenteraden, kan op de beste
ding van dat geld toezien.
Mevrouw Oranje vindt de nieuwe regeling niet zo
zwaar, omdat in artikel 3 wordt gesproken over het
bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling van het
gebied. Als Eemland zekere maatregelen zal kunnen
nemen waaraan de gemeenten zich zullen moeten hou
den, zal zeker een evenwichtige ontwikkeling van het
gebied kunnen worden bereikt. Spreekster vindt de
formulering van artikel 3 dus nog niet zo gek.
Voorts vroeg mevrouw Oranje wat wordt verstaan on
der „het houden van een gedurig toezicht op al wat
het gewest aangaat". De secretaris fluisterde spreek
ster in dat dit het zelfde betekent als de vinger aan de
pols houden. Ook van het college wordt verlangd dat
het voortdurend toezicht houdt op al wat de gemeen
te aangaat. Als men „gemeente" door „gewest" ver
vangt, is men er. Wat men in concreto van het college
verwacht, mag men zelf bedenken en dat mag men dan
ook van het dagelijks bestuur van het orgaan verwach
ten.
Gezegd is dat de adviesgroepen geldverslindend zijn
geweest. Dat blijft een moeilijke zaak en juist ook daar
voor is dat artikel 19e inzake het voortdurend toeacht
houden bedoeld. Misschien kan men ook wat minder
gebruik maken van externe adviseurs en nagaan wat er
intern bij de diverse gemeenten aan deskundigheid be
staat. Overigens moet men zichzelf daarbij niet voor
de gek houden, want ook als men gebruik maakt van
de deskundigheid die bij de verschillende gemeenten
aanwezig is, zal dat geld kosten. Toch zullen die kos
ten waarschijnlijk op een ander niveau liggen dan het
geval is als men alleen van externe adviseurs gebruik
maakt.
Spreekster zou thans graag willen weten of de raad
het met de heer Gerth eens is dat moet kunnen wor
den voorkomen dat de vertegenwoordigers van
Amersfoort een vergadering besloten kunnen maken.
De heer VAN LOGTENSTEIN zou dit graag willen
ondersteunen. Er zal moeten worden gesproken over
„tenminste vijf leden uit twee deelnemende gemeen
ten" of iets dergelijks.
De heer VAN POPPELEN wil persoonlijk niet de op
merking van de heer Gerth over „de grootheidswaan
zin van Amersfoort" onderschrijven. Wat de heer
Gerth signaleerde, speelde zo'n zes jaar geleden.
De VOORZITTER is het hiermede eens. De suggestie
van de gehele raad is eigenlijk dat niet één gemeente,
groot of klein, zal kunnen bepalen dat de deuren
moeten worden gesloten.
De heer DE GROOT is blij dat de discussie van van
avond niet méér is dan een min of meer vrijblijvend
babbeltje. Hij was nl. eerst bevreesd dat vanavond in
deze slecht bezette vergadering een besluit over het
wel of niet accepteren van deze nieuwe regeling zou
moeten worden genomen. Met de heer Gerth is hij
het eens dat dit straks tot de taak van de nieuwe raad
zal behoren. Ook is hij met de heer Gerth van mening
dat, als men het stuk doorleest, het spook van de vier
de bestuurslaag opdoemt. Hij hoopt dat de nieuwe
raad hierop straks attent zal zijn.
Bezwaar heeft spreker tegen een bepaald woord dat
de voorzitter heeft gebruikt toen zij memoreerde dat*
Amersfoort inmiddels al bijna 90,000 inwoners heeft.
De voorzitter voegde daaraan toe: „dankzij de inlij
ving van de gemeente Hoogland" Spreker heeft er
moeite mee dankbaar te zijn voor de liquidatie van
een buurgemeente; hij zou liever spreken over: „ver
oorzaakt door de opheffing van Hoogland".
De VOORZITTER: Ik neem het graag terug.
De heer VAN POPPELEN is het niet geheel eens met
wat de voorzitter over het aan de pers beschikbaar
stellen van deze nieuwe regeling heeft gezegd, want
het gaat hier om een stuk dat in de Soester raad wordt
behandeld en ten aanzien van alle in deze raad te be
handelen stukken is het gebruik ze te publiceren, ten
einde iedere burger desgewenst in de gelegenheid te
stellen te reageren.
Met betrekking tot wat de heer Gerth heeft opge
merkt, vraagt spreker zich af of in deze nieuwe rege
ling niet méér artikelen over geheimhouding en derge
lijke kunnen vervallen.
Voorts wil spreker vragen of de voorzitter meer voor
beelden kan noemen van wat bedoeld wordt in artikel
124