ring bijeen geweest en is onder andere de wethouders
verkiezing besproken. Gezien de verkiezingsuitslag
werd een zetelverdeling waarbij er twee V. V.D-wet-
houders en twee C.D.A.-wethouders worden benoemd,
het meest gewenst gevonden. Er wordt dan een afspie
gelingscollege verkregen waarin 76% van het aantal
raadszetels is vertegenwoordigd. Bovendien werd vast
gesteld, dat de aan de kiezers aangeboden programma's
van het C.D.A. en de V.V.D. in grote lijnen met el
kaar overeen kwamen. Het alternatief in de vorm van
een college met twee V.V.D.-wethouders, een C.D.A. -
wethouder en een P. v.d. A.-wethodder was voor het
C.D.A., gezien het geringe stemmenverschil met de
V.V.D., niet acceptabel.
Zowel bij de achterban van het C.D.A. als bij diverse
andere partijen (men heeft vorige week nog in de pers
kunnen lezen wat de gedachten bij het P. v.d. A.-be-
stuur zijn) is ook het alternatief 1-2-1 besproken. Bij
de achterban van de verschillende partijen werd dan
de politieke kleur van de burgemeester betrokken.
Hoewel men de logica in dezen kan begrijpen, is het
standpunt van de C.D.A.-fractie, dat er bij deze visie
toch wel duidelijk vraagtekens geplaatst moeten wor
den. Ten aanzien van de drie het meest voor de hand
liggende uitgangspunten is het standpunt van het
C.D.A. steeds geweest: twee V.V.D.-wethouders en
twee C.D.A.-wethouders.
Op 1 juni jl. is de nieuwe fractie van de V.V.D. bij
een geweest. Na afloop van die vergadering is het
C.D.A. medegedeeld, dat bij de V.V.D. een verdeling
waarbij er twee V.V.D.-wethouders, een C.D.A.-wet
houder en een P. v.d. A.-wethouder zouden worden
benoemd, de voorkeur had, doch dat indien het
C.D.A. eveneens twee wethouders wilde hebben, de
fractie van de V.V.D. zich erin kon vinden om samen
met het C.D.A. het college te vormen. Door de
V.V.D. werd dat eveneens gemotiveerd met de stel
ling dat er dan een afspiegelingscollege zou komen
waarin 76% van het aantal raadszetels is vertegenwoor
digd. Door de V.V.D. werd voorgesteld om een bespre
king te beleggen met het C.D.A. zonder de P. v.d. A.
Tevens werd door de V.V.D.-woordvoerder gesteld,
aldus spreker, dat wanneer er over enkele program
punten overeenstemming was te bereiken, wij met de
wethoudersformatie spoedig gereed konden zijn.
Van C.D.A.-zijde werd dit voorstel ondersteund.
Op 6 juni heeft er een belangrijke bespreking plaats
gevonden tussen de vertegenwoordigers van de V.V.D.
en het C.D.A. Bij de aanvang van dat gesprek werden
de vorengenoemde uitgangspunten nogmaals beves
tigd. Ten aanzien van de op onderwijs en planologie
betrekking hebbende programmapunten werd binnen
nauwelijks tien minuten onderhandelen volledige
overeenstemming bereikt. De belangrijkste punten uit
die bespreking waren:
- Er is een goede basis voor verder overleg tussen de
V.V.D. en het C.D.A.
- Bij een eventuele 2-1-1-opstelling zou de V.V.D. al
leen de heer De Haan als wethouder acceptabel ach
ten.
- De „woonruimteverdeling" dient buiten de politiek
te worden gehouden.
- Op 17 juni worden de besprekingen tussen de
V.V.D. en het C.D.A. voortgezet.
- De in het buitenland verblijvende fractievoorzitter
van de V.V.D. was op de hoogte gesteld van de voor
gestelde samenwerking aangaande een 2-2-opstelling.
- Het was een prettige vergadering.
Op 17 juni zijn de besprekingen tussen de V.V.D. en
het C.D.A. voortgezet. Op die bijeenkomst is men
verder in details gegaan:
- De heren Ebbers en Plomp werden als V.V.D.-wet
houders voorgedragen, de heren Hoekstra en Stori-
mans werden als C.D.A.-wethouders voorgedragen.
- De onderwijsportefeuille dient in handen te ko
men van een V.V.D.-wethouder. De V.V.D. had ver
der belangstelling voor gemeentewerken en de bedrij
ven.
- Getracht zou worden om de formatie vóór 1 juli ge
heel af te ronden. In de week van 24 tot 30 juni zou
alles op papier worden uitgewerkt.
- Volgens mededelingen van de V.V.D. was er per te
lex contact met de fractievoorzitter. Hij kon zich
met de werkwijze akkoord verklaren.
- Voorgesteld werd om op 22 juni een bespreking te
hebben met de P. v.d. A. De resultaten van de be
sprekingen tussen de V.V.D. en het C.D.A. en de vor
ming van diverse commissies dienden hierbij aan de
orde te komen.
Tijdens een informele bijeenkomst van raadsleden op
de avond van 21 juni jl. verlangde de daarop aanwe
zige fractievoorzitter van de V.V.D. van het C.D.A.
dat op die avond, dus voorafgaande aan de bijeen
komst met de P. v.d. A. op 22 juni, alles zou worden
afgerond.
De V.V.D. claimde de portefeuilles van onderwijs,
openbare werken en bedrijven. Tegen deze werkwij
ze is van C.D.A.-zijde aanvankelijk bezwaar gemaakt.
Op blijvende aandrang heeft het C.D.A. na intensief
overleg om plus minus 22.30 uur de fractievoorzitter
van de V.V.D. medegedeeld, dat er binnen de fractie
van het C.D.A. overeenstemming was, zowel over de
kandidaat-wethouders als over de portefeuilles.
Op verzoek van V.V.D.-zijde heeft er op 22 juni
's morgens om negen uur wederom een gesprek tus
sen de V.V.D. en het C.D.A. plaatsgevonden om geza
menlijk te bespreken hoe de bereikte resultaten om
tien uur aan de P. v.d. A. zouden worden medege
deeld.
Hoewel afgesproken was dat in het begin van de ver
gadering de portefeuilleverdeling bekend zou worden,
werd er op verzoek van de P. v.d. A. eerst over de
programma's gesproken. Na enkele wijzigingen kon
men elkaar vinden, zoals in het straks door de heer
Van Ee voorgelezen persbericht is gepubliceerd. Ten
aanzien van de portefeuilleverdeling merkte een
V.V.D.-woordvoerder op, dat de 2-1-1-formule bij
de V.V.D. de voorkeur had, doch dat omdat het
C.D.A. eveneens twee wethouders wilde hebben, de
V.V.D. akkoord zou gaan met een 2-2-opstelling.
Door het C.D.A. werd de 2-2-formule bevestigd. De
P. v.d. A. vond de 2-1-1-formule de enig juiste, om
dat de P. v.d. A. ook graag een wethouder wenste en
men inderdaad dan een zo breed mogelijk afspiege
lingscollege zou krijgen.
Indien het C.D.A. op twee wethouders zou blijven
staan, aldus de P. v.d. A.-woordvoerder, zou de
P. v.d. A. genoodzaakt zijn in de oppositie te gaan.
De P. v.d. A. zou de oppositie scherp aanpakken en
de polarisatie niet schromen, hoewel de P. v.d. A.-
woordvoerder daarvan geen voorstander is.
Opgemerkt moet worden dat de woordvoerder van
de P. v.d. A. een goed onderhandelaar bleek te zijn,
153