Het programpunt waarin staat dat door beperking
van de groei zal worden getracht het karakter van de
gemeente in stand te houden, wordt door spreker
een lachertje gevonden.
Spreker concludeert dat er in het program van zeven
punten niets overblijft van het naar zijn mening echt
vooruitstrevende gemeentelijke verkiezingsprogram
van de P. v.d. A. Hij zou dan ook wel eens willen ho
ren wanneer het zeven punten tellende program is be
sproken met de leden van de P. v.d. A. in Soest. Hij
plaatst vraagtekens bij de opmerking van de heer De
Wilde dat het met een groot aantal leden is doorgeno
men.
De VOORZITTER stelt voor over te gaan tot voor
ziening in de eerste vacature.
De heer OLDENBOOM meent dat het niet mogelijk is
om tot de benoeming van wethouders over te gaan al
vorens er een voorstel is gedaan om het aantal wethou
ders van vier tot drie terug te brengen.
De VOORZITTER wijst erop dat Soest momenteel
formeel vier wethouders heeft, aangezien daartoe vier
jaar geleden bij de wethoudersbenoeming is besloten.
Zolang haar uit de raad geen voorstel bereikt om
daarin verandering te brengen, gaat spreekster ervan
uit, .dat er vanavond vier wethouders worden benoemd.
Hierna wordt op voorstel van de voorzitter overgegaan
tot voorziening in de eerste vacature.
De heer VAN EE stelt namens zijn fractie de heer J.J.
Ebbers kandidaat.
De VOORZITTER schorst hierna op verzoek van de
heer Oldenboom de vergadering voor enige ogenblik
ken.
Nadat de vergadering is heropend, verleent de VOOR
ZITTER het woord aan de heer Van Poppelen.
De heer VAN POPPELEN deelt mede dat de C.D.A.-
fractie meedoet aan de wethoudersverkiezing, dat ze
onverminderd op het standpunt blijft staan dat er
twee V.V.D.-wethouders en twee C.D.A.-wethouders
moeten worden benoemd en dat als er geen tweede
C.D.A.-wethouder wordt benoemd, de eerst gekozen
kandidaat zich terstond zal terugtrekken.
De VOORZITTER verzoekt de heren Lange en Olden
boom met haar het stembureau te vormen.
Uitgebracht worden 25 stemmen, waarvan 23 op de
heer J.J. Ebbers en 2 blanco, zodat de heer J.J. Eb
bers is benoemd.
Vervolgens wordt op voorstel van de voorzitter over
gegaan tot voorziening in de tweede vacature.
De heer VAN POPPELEN stelt namens zijn fractie de
heer D. Hoekstra kandidaat.
De heer VAN EE stelt namens zijn fractie de heer
G.A.W.G.A. Plomp kandidaat.
Uitgebracht worden 25 stemmen, waarvan 15 op de
heer G.A.W.G.A. Plomp, 9 op de heer D. Hoekstra en
1 stem blanco, zodat de heer G.A.W.G.A. Plomp is
benoemd.
Hierna wordt op voorstel van de voorzitter overgegaan
tot voorziening in de derde vacature.
De heer VAN POPPELEN stelt namens zijn fractie de
heer D. Hoekstra kandidaat.
De heer DE WILDE stelt namens zijn fractie de heer
K. de Haan kandidaat.
Uitgebracht worden 25 stemmen, waarvan 14 op de
heer K. de Haan, 9 op de heer D. Hoekstra en 2 blan
co, zodat de heer K. de Haan is benoemd.
Vervolgens wordt op voorstel van de voorzitter over
gegaan tot voorziening in de vierde vacature.
De heer VAN EE constateert dat geen der andere le
den het woord heeft gevraagd en dat er dus geen kan
didaat is gesteld ter voorziening in de vierde vacature.
In deze situatie stelt spreker graag voor, dat de raad
nu iemand uit zijn midden kiest door een vrije keus,
die past in het kader van de gemeentewet. Als dit ge
beurt, is er sprake van een persoonlijke keuze en staat
de gekozene los van de partijen.
De heer VISSER: Is er iemand in de zaal die zich
kandidaat stelt
De heer OLDENBOOM merkt ter vermijding van mis
verstand op, dat het geen enkele zin heeft om nu een
lid van de C.D.A.-fractie tot wethouder te benoemen.
Spreker neemt aan dat de heer Van Ee onder invloed
van de heer De Wilde tot een agreement is gekomen
en dat de fracties van de V.V.D. en P. v.d. A. geza
menlijk een kandidaat in de persoon van een lid van
de C.D.A.-fractie zullen uitzoeken. Hij wijst erop dat
dat nutteloze moeite zou zijn.
Uitgebracht worden 25 stemmen, waarvan 15 op de
heer P.L.J.M. Storimans, 7 op de heer K. de Wilde en
3 blanco, zodat de heer P.L.J.M. Storimans is be
noemd.
De VOORZITTER vraagt of de heer Ebbers zijn be
noeming tot wethouder aanneemt.
De heer EBBERS beantwoordt deze vraag bevesti
gend.
De VOORZITTER vraagt of de heer Plomp zijn be
noeming tot wethouder aanneemt.
De heer PLOMP beantwoordt deze vraag bevestigend.
De VOORZITTER vraagt of de heer De Haan zijn
benoeming tot wethouder aanneemt.
De heer DE HAAN beantwoordt deze vraag bevesti
gend.
De VOORZITTER vraagt of de heer Storimans zijn
benoeming tot wethouder aanneemt.
De heer STORIMANS beantwoordt deze vraag ont
kennend.
De VOORZITTER constateert dat er niet in de vier
de vacature is voorzien en dat er wederom moet wor
den overgegaan tot benoeming van een vierde wet
houder.
De heer VAN POPPELEN merkt op dat het spelletje
dat er nu wordt gespeeld, tot de nacht kan duren. Het
is zeer duidelijk dat er een desbetreffend gesprek heeft
plaatsgevonden tussen de V.V.D. en de P. v.d. A.
Spreker zou willen zeggen: Als de V.V.D. een verstan
dige partij is, laat ze dan met een kandidaat komen,
hetzij uit haar midden, hetzij uit de P. v.d. A., want
een partijloos iemand benoemen is zinloos, aangezien
iedereen hier in een bepaalde partij zit. Als de V.V.D.-
fractie een kandidaat stelt ter voorziening in de vier
de vacature, zal de C.D.A.-fractie de kandidaatstelling
misschien ondersteunen.
De heer VAN EE merkt op dat nu het tot wethouder
benoemde C.D.A.-lid diens benoeming niet heeft aan
genomen, zijn fractie een motie zal indienen om het
aantal wethouders in Soest van vier terug te brengen
tot drie.
De VOORZITTER: Het hoeft geen motie te zijn. U
kunt net zo goed een voorstel doen. Dat lijkt mij ge
makkelijker.
De heer VAN EE: Dat wil ik ook wel doen.
158