plan is de betrokken inwoners op een andere manier tegemoet te komen. Zo ja, wanneer kan de raad plan nen dienaangaande tegemoet zien? Wethouder EBBERS moet de heer Visser zeggen niet op de hoogte te zijn van hetgeen in de memorie van toelichting op de begroting van verkeer en waterstaat wordt gezegd over subsidiering van buslijnen. Hij zal hiernaar een onderzoek instellen, maar dit neemt niet weg dat het besluit tot opheffing van deze buslijnen al een feit is. De cijfers van f. 40.000,-- en f. 200.000,- heeft het college ontvangen van de zijde van rijksverkeersinspec tie voor het vervoerswezen. Het noemen van die be dragen gebeurt dus op gezag van de inspecteur voor het vervoerswezen. In 1970/1971, toen is gesproken over een buslijn via de Kampweg en de Richelleweg te Soesterberg, waarvoor één bus nodig zou zijn, werd reeds een bedrag van f. 150.000,- genoemd. Aangaande de opmerking van de heer Oldenboom over de kosten van onderhoud van grote en kleine bussen, meent spreker dat in de voorlaatste zin van het con cept-antwoord het woord „relatief" zou kunnen wor den toegevoegd, zodat er komt te staan dat een klei nere bus relatief meer onderhoud vraagt. Ook de lijntaxi schijnt in de memorie van toelichting op de begroting van verkeer en waterstaat te zijn ge noemd. Spreker is bereid hiernaar een onderzoek in te stellen. De heer Van den Brakel is ingegaan op het feit dat het college in het antwoord zegt in zekere zin te kun nen beamen dat men niet van de mogelijkheid tot het indienen van bezwaren op de hoogte was. Dat „in ze kere zin" heeft betrekking op het feit dat een en an der in de Staatscourant heeft gestaan, waarbij spreker zich er zeker van bewust is dat de gewone burger de Staatscourant niet leest, maar dit is natuurlijk wel een vorm van aankondiging. De procedure in dezen opnieuw beginnen, is niet mo gelijk. Wel is het mogelijk een beroep in te stellen. Het college is bereid daarbij ambtelijke steun te verle nen. Het verdwijnen van de buslijnen wordt overigens door een beroepschrift niet opgeschort. De heer Hoekstra kan worden medegedeeld dat er geen enkele reactie van inwoners van Hees is binnen gekomen. De heer VISSER begrijpt dat de vermelding in de Staatscourant een vorm van aankondiging is geweest, maar het effect hiervan kan worden vergeleken met de aankondiging in een krantje in een plaatsje in Oost-Groningen. Hij vindt het wel een kwalijke zaak dat op het gemeentehuis kennelijk niet stukken als de memorie van toelichting op de begroting van verkeer en waterstaat worden gelezen. Het zou op zijn plaats zijn de betrokken inwoners van een en ander op de hoogte te stellen en deze zaak niet af te doen met: Het heeft ergens vermeld gestaan. Mevrouw ORANJE-ENTINK leest op bladz. 2 van het concept-antwoord dat de onrendabele buslijnen worden afgestoten om plaats te maken voor een effec tievere route door de nieuwe wijken. Zojuist is „Honsbergen" geheel bewoond geraakt; daar bevinden zich 229 wooneenheden voor zelfstandig wonende bejaarden. Zou in de buurt daarvan een halte kunnen komen? De heer HOEKSTRA meent te weten dat de gemeen te Emmen al met een systeem van lijntaxi's werkt. Daar zou misschien informatie kunnen worden inge wonnen. De heer VAN POPPELEN wil evenals mevrouw Oran je dit punt gebruiken als kapstokje om te vragen hoe het staat met de intensivering van de buslijn naar Zon negloren en de Stadhouderslaan. De VOORZITTER deelt mede dat zij wél de memo rie van toelichting op de begroting van verkeer en wa terstaat heeft gelezen en dat zij daarin inderdaad iets heeft zien staan over subsidiëring van onrendabele lij nen. Zij heeft daarin echter niet kunnen ontdekken dat er ook een kans zou zijn op subsidiëring van zó 'n onderbezette lijn als deze. De heer VISSER: Als er geen onderbezetting was, behoefde er niet te worden gesubsidieerd! De VOORZITTER sprak juist over „zó'n onderbezet te lijn". Zoals de heer Ebbers heeft gezegd, is deze zaak besproken met de rijksverkeersinspectie. Er is een onderzoek verricht, niet in opdracht van de ge meente, maar in opdracht van het ministerie van ver keer en waterstaat en door het centrum voor vervoers plannen. De gemeente heeft niet zelf tot opheffing van de bewuste buslijnen besloten. Er is besloten die lijnen op te heffen nadat daarover adviezen waren uitge bracht en nadat de rijksverkeersinspectie - een instan tie van het ministerie van verkeer en waterstaat - er bij betrokken was geweest. Hoe graag men dus ook iets uit de door de heer Visser bedoelde subsidiepot zou willen hebben, geconstateerd moet worden dat dit voor een lijn als die naar Hees niet mogelijk zal zijn. De mogelijkheden tot subsidiëring van onrendabele lijnen in het algemeen bestonden al eerder. De heer VISSER: Bent u wel bereid deze zaak eens te onderzoeken? De VOORZITTER antwoordt dat de wethouder dit al heeft toegezegd. Het zou echter niet juist zijn om in woners van Hees door deze uitspraak enige hoop te geven. Juist omdat dit jaar het onderzoek door het centrum voor vervoersplannen heeft plaatsgevonden, in overleg met de rijksverkeersinspectie, en wetende dat op sommige plaatsen in Nederland buslijnen van uit de rijkspot worden gesubsidieerd, heeft het college niet de indruk dat er ook maar een half procent kans zou zijn dat er uit die pot ook iets voor de lijn naar Hees beschikbaar zou kunnen komen. Wethouder EBBERS kan mevrouw Oranje zeggen dat in het kader van de gehele reorganisatie van de bus diensten het plan bestaat een buslijn door het Soester- veen te laten gaan, met name via Smitsweg, Veenbes straat, De Akkeren en Gerrit van der Veenstraat. Te genover „Honsbergen" zal dan een halte komen. Ver volgens zal de bus linksaf gaan om op de Vrijheids- weg uit te komen, om daarna naar de Nieuweweg/ Beukenlaan te gaan. Deze zaak is nog in onderzoek; er is al een proefrit gemaakt. Voorts bestaat de mogelijkheid dat na de reorganisa tie ook een van de buslijnen over de Stadhouderslaan zal gaan; dit staat nog niet helemaal vast. Op een in tensivering van de buslijn naar Zonnegloren bestaat echter weinig hoop. Zonnegloren is op zichzelf na tuurlijk heel belangrijk, maar voor de totale frequen tie van de buslijn in het kader van het regionale ver voer is de betekenis van Zonnegloren erg gering. Spreker herinnert zich dat zo'n vier jaar geleden in de raad is gesproken over een bepaald vervoerssysteem in Emmen en dat men toen tot de conclusie is gekomen dat dit systeem in Soest moeilijk toepasbaar zou zijn. Hij zal dit echter nog eens nagaan. 171

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 172