Ten aanzien van de door de heer De Wilde genoemde
brief heeft de voorzitter al gezegd dat deze aan de
sportstichting en de dienst van gemeentewerken is ge
richt en kennelijk nog niet met een advies aan het col
lege is voorgelegd, want anders was de brief al lang
beantwoord. Spreker zal onmiddellijk informeren hoe
het hiermede staat, want onzekerheid in dezen is hele
maal niet nodig.
Besloten wordt adressante te berichten conform de
ontwerp-brief, gewijzigd zoals aangegeven door de
heer De Wilde.
g. Brieven d.d. 1 september en 3 september 1974 van
de bewonerscommissie-premiewoningen te Soester-
berg inzake het „groot-onderhoud" van de premiewo
ningen te Soesterberg met voorstel te antwoorden
overeenkomstig het ter inzage gelegde concept-ant
woord.
De heer HOEKSTRA heeft in de commissie voor
openbare werken er op aangedrongen dat in het ant
woord op deze brieven een bepaalde datum zou wor
den genoemd waarop met het groot onderhoud zal
worden begonnen. Het college schrijft thans dat hier
mede in 1975 een aanvang zal worden gemaakt. Spre
ker vindt dit wel erg ruim. Hij zou er graag aan toege
voegd willen zien in welk kwartaal er een aanvang
mee zal worden gemaakt.
Verder schrijft het college dat door de dienst van ge
meentewerken een rehabilitatie- c.q. aanpassingsrap
port is opgesteld. Het woord „rehabilitatie" kan
spreker niet goed plaatsen. Is het niet beter alleen te
spreken over een aanpassingsrapport?
De heer VERHEUS is het met de strekking van het
antwoord eens, maar evenals de heer Hoekstra viel hij
over het jaar 1975. In de map van de commissies lag
een brief van 1972 over het groot onderhoud; de
schrijver daarvan wacht nog steeds op antwoord. Het
ging om het dicht maken van open portieken in wo
ningen in de Plesmanstraat. Weliswaar komt dit in het
groot-onderhoudsplan voor, maar de betrokkenen
wachten nu al sinds 1972 op een antwoord. Als men
in 1972 een kaartje heeft gekregen met; „Uw brief
hebben wij ontvangen. U krijgt nader bericht.",
wordt het eind 1974 toch wel tijd dat dat bericht
komt.
De heer VAN DEN BRAKEL merkt op dat de brie
ven van bewoners van Soesterberg door tussenkomst
van de wijkraad tot stand zijn gekomen. Krijgt de wijk
raad nu ook een afschrift van dit antwoord?
Wethouder DE HAAN geeft te kennen dat het bij be
nadering preciseren van een tijdsbestek het risico in
houdt dat er, gelet op het vele werk dat er moet wor
den gedaan - de heer Hoekstra heeft als lid van de vori
ge raad het rapport over het groot onderhoud al kun
nen bekijken -, op een haastige manier moet worden
gewerkt. Zonder nu een bepaald kwartaal te noemen,
kan spreker toezeggen dat zo spoedig mogelijk nadat
de eerste ronde van de complexen die dit jaar aan de
beurt waren achter de rug is - dat moment begint dich
terbij te komen -, met dit werk zal worden begonnen.
De heer HOEKSTRA: Het gaat hier om complex XIII.
Dat complex staat toch ergens in het rijtje?
Wethouder DE HAAN: Ja, 1975.
De VOORZITTER: Ik kan mij voorstellen dat de wet
houder van openbare werken hierover meer informa
tie kan geven.
Wethouder DE HAAN is het met de heer Verheus eens
dat het op zijn minst genomen van burgerlijk fatsoen
getuigt wanneer op een brief als door de heer Verheus
genoemd, wordt geantwoord, al is het maar met: „De
ze zaak wordt binnen het kader van het plan bekeken".
Dit zal onder de aandacht moeten worden gebracht
van de instantie die de bewuste brief ergens in porte
feuille heeft laten liggen.
Het sturen van een afschrift van een antwoord als dit
aan de wijkraad is regel. Zeker in dit geval zal dat ge
beuren, omdat de wijkraad in dezen als postbesteller
heeft gefungeerd.
Wethouder EBBERS merkt op dat het college zich
met betrekking tot het tijdsbestek waarin het werk
zal moeten worden uitgevoerd, heeft geconformeerd
aan de aanvankelijk voor 1975 opgezette planning.
Om nu tot een nadere precisering over te gaan, lijkt
hem op dit moment moeilijk. Het rapport zoals dat
op tafel is gekomen, heeft in het verleden nogal wat
problemen opgeleverd. Het vorige college heeft hier
over al gesprekken gehad met bewonerscommissies,
gesprekken die worden voortgezet. Een en ander
heeft tot gevolg gehad dat aan het werk aan oudere
complexen die eigenlijk in 1974 aan de beurt zouden
zijn geweest, nog niet is begonnen. Burgemeester en
wethouders hopen de besprekingen op korte termijn
te kunnen afsluiten. Spreker heeft inmiddels ook
een onderhoud gehad met bewoners van de Laan
straat en omgeving; dat gesprek was zeer vruchtbaar
en heeft misverstanden weggenomen. Het college
hoopt dit jaar zo ver te komen dat het de raad kan
voorstellen het werk aan de oudere complexen die in
eerste instantie aan de beurt waren, aan te vatten. Het
kan zich niet binden aan kwartalen, omdat niet be
kend is wat de consequenties zullen zijn van het
eerste complex dat men onder handen zal nemen. Het
kan meevallen, zodat men zich in totaliteit aan de
planning kan houden. In een later stadium zou spreker
dan duidelijker kunnen zijn.
Met betrekking tot de door de heer Verheus genoem
de brief meent spreker zich te herinneren dat in een
in de afgelopen maanden aan de orde geweest zijnd
voorstel het dichtmaken van de betrokken portieken
was opgenomen. Als dit inderdaad juist is, bad die
brief al moeten zijn beantwoord.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten te ant
woorden overeenkomstig het ter inzage gelegde con
cept-antwoord, met dien verstande, dat de woorden
„rehabilitatie c.q." daarin zijn geschrapt.
h. Brief d.d. 18 september 1974 van de raadsfractie
van het Christen Democratisch Appèl inzake de ver
deling van de werkzaamheden van de leden van het
college van burgemeester en wethouders met het
voorstel deze brief te behandelen aan het einde van de
raadsvergadering.
De VOORZITTER deelt mede dat de heer Van Pop-
pelen heeft verzocht deze brief, gezien het feit dat hij
vanavond nog een andere vergadering zal moeten bij
wonen, te behandelen aan het eind van de lijst van in
gekomen stukken. Indien daartegen geen bezwaar be
staat, wil zij voorstellen aldus te besluiten.
Aldus wordt besloten.
De VOORZITTER merkt op dat aan de lijst van inge
komen stukken wordt toegevoegd:
i. Brief d.d. 1 oktober 1974 van de Commissie Kerk-
padbewoners inzake beëindiging van haar werkzaam
heden.
De VOORZITTER: Deze brief luidt als volgt:
174