artikelen", staat allemaal ter beoordeling van burge meester en wethouders. Spreker vindt dit nogal ver gaan en zou ook dit willen schrappen. De heer DE WILDE geeft te kennen dat zijn fractie geen bezwaren tegen dit voorstel heeft. Het amende ment van de heer Hoekstra met betrekking tot punt A.5a wil spreker ontraden. Enerzijds vindt de heer Hoekstra dat het college te veel controle moet uitoefe nen en anderzijds gaat hij een van de voorwaarden nog veel stringenter maken. Als de woorden „voor zover mogelijk" uit punt 5a worden weggelaten, wordt het college daardoor flexibiliteit in de opstelling ontno men en dat zou bepaald niet verstandig zijn. Ten aanzien van punt 5b heeft spreker begrepen dat dit een strekking heeft van preventieve aard. Dat ten opzichte van deze zaak een soepel beleid zal worden gevoerd, lijkt hem vanzelfsprekend. De bedoeling is een detonering ten opzichte van het gebouw Hons- bergen te voorkomen. In die zin kan spreker dit best aanvaarden. De VOORZITTER merkt op dat de levensverzeke ringsmaatschappij De Nederlanden van 1870 eigenares se is van Honsbergen. Er is nu ontdekt dat er nog twee kleine stukjes grond waren die nog van de gemeente zijn, maar waarop mét een bouwvergunning een kiosk en vitrines waren neergezet. Als de raad vanavond zou besluiten de grond niet te verkopen, zou de gemeente eigenaresse worden van deze opstallen. Het voorstel is echter deze grond aan de verzekeringsmaatschappij te verkopen. Als men dat niet wil, kan men de gemeente dus iets ten geschenke geven, hoewel spreekster dat niet zou willen aanraden. De woorden „voor zover mogelijk" in punt 5a dienen inderdaad te blijven staan. Stel dat er een bloemenki osk zou komen. De supermarkt in Honsbergen ver koopt ook bloemen, zodat daardoor een concurrentie positie met een bestaand bedrijf zou ontstaan. Met betrekking tot punt 5b meent spreekster dat een nadere omschrijving van wat bedoeld wordt toch wel goed is, al vindt zij dit geen breekpunt en ook geen politieke zaak. De heer DE WILDE: Het is wel kwetsbaar! De VOORZITTER is er voorstandster van het te laten staan, want men moet de normen waaraan men toetst noemen. De heer HOEKSTRA: Dat is het juist. Er bestaan geen normen. Hiermee kan men alle kanten uit. De heer DE WILDE: Wij hebben een wijs college van burgemeester en wethouders. De VOORZITTER: Heeft iemand er bijzondere moei te mee om het te laten staan? De heer HOEKSTRA: Ik heb er geen bijzondere moei te mee. De VOORZITTER: Wil voorts de heer Visser De Ne derlanden van 1870 niet in de kou laten staan? De heer VISSER: Ik vind het een leuke suggestie van u om een klein concurrerend bloemenstalletje in die kiosk te beginnen, gezien de afschuwelijk hoge prijzen die de supermarkt voor bloemen vraagt. De VOORZITTER: U bedoelt een bloemenstalletje van de gemeente? De heer VISSER: JaJ De VOORZITTER heeft toch het gevoel dat de raad geen moeite heeft met het voorstel als zodanig. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen, met dien verstande, dat het in het besluit genoemde bedrag van f. 2.000,— is veranderd in f. 2.200,-. d. enkele percelen grond in het bestemmingsplan „Overhees" aan de „Stichting voor Katholiek Voort gezet Onderwijs" te Soest. De heer DE WILDE leest onder punt 9 van dit voor stel dat, als niet gebeurt wat daar staat, de gemeente de grond zal terugkopen. De kosten van overdracht komen dan voor rekening van de wederpartij. Spreker heeft zich was verbaasd over de zinsnede: en in het bijzonder niet wordt verkregen de vrijstelling inge volge artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Orde ning...". Dat betreft stedebouwkundige regelen. Ieder een die grond koopt, loopt het risico dat er qua stede- bouwkundige regelen en bouwverordening moeilijk heden ontstaan. Het is natuurlijk als gemeente niet loyaal om de grond dan te verkopen, maar in dit geval wordt de vrijstelling ingevolge artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening verbijzonderd. Spreker vindt het merkwaardig dat een publiekrechtelijke taak van de gemeente op deze manier in een privaatrechte lijke overeenkomst wordt verwerkt. Voorts begrijpt spreker niet dat, als volkomen buiten schuld van de koper niet op deze grond kan worden gebouwd - stel dat de vrijstelling ex artikel 19 niet wordt verkregen -, degene die de grond koopt daarvan de dupe is. De grond moet dan nl. weer worden over gedragen aan de gemeente; de gemeente betaalt dan echter niet de kosten, maar de stichting. Sprekers rechtvaardigheidsgevoel kan dit niet goed plaatsen. Zo iets heeft hij nog nooit gezien in koopovereenkomsten tussen gemeenten en wie dan ook. Een andere vraag is of de gemeente met de f. 800.000,- waarvoor deze grond wordt verkocht, in derdaad datgene krijgt wat deze grond kosten moet. Het rijk betaalt deze grond, daar de aankoopprijs op basis van de wet op het voortgezet onderwijs aan de katholieke m.a.v.o.-school wordt vergoed. Het zou geen enkele zin hebben het rijk in dezen ook maar enigszins tegemoet te komen, integendeel, het moet gewoon goed betaald worden. Is nu die f. 800.000,- werkelijk de prijs die deze grond moet opbrengen? De VOORZITTER constateert dat deze zaak twee as pecten heeft. Het eerste is dat van de bepaling aan gaande artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Orde ning. Er is nog geen uitwerking van Overhees, fase II, zodat deze clausule wel in de koopovereenkomst moet worden opgenomen. Indien Overhees, fase II om de een of andere reden geen goedkeuring zou verkrijgen of een vrijstelling ex artikel 19 daarvoor niet zou wor den verkregen, dan zou deze school niet kunnen wor den gebouwd. Dat toch nu al de grond wordt verkocht, vindt zijn oorzaak in het feit dat het ministerie van on derwijs de eigendom eist voordat verder over het scho lenplan kan worden gepraat. Dat is dus de reden waar om voor deze formulering is gekozen. Dat de betrok ken stichting daartegenover bij een terugkoop door de gemeente de overdrachtskosten moet betalen, kan worden gezien als een recht dat men betaalt voor de reservering. Wethouder DE HAAN voegt hieraan toe dat het minis terie met deze bepaling een koekje van eigen deeg voorgezet krijgt. Het eist dat de stichting de eigen dom van deze grond zal hebben. Komen er kosten van ongelijk, dan kan de stichting daarvoor bij het minis- 184

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 185