j~ II. Wljz. ggk. 227 228 terie vergoeding vragen, omdat het relevante kosten zijn. Het ministerie veroorzaakt dus feitelijk deze kos ten, maar moet ze ook zelf betalen. De stichting loopt op dit punt dus weinig risico. Het bedrag van f. 800.000,- is berekend op basis van de exploitatie-opzet voor Overhees, fase /Hl-Er is voor deze grond dus de prijs bedongen die nodig is om qua exploitatie redelijk uit te komen. De heer DE WILDE acht het duidelijk dat de stichting risico loopt door deze grond te kopen, nl. het risico dat het ministerie van onderwijs niet die steun zal ge ven waarop de stichting thans meent te kunnen reke nen. Als nu tussen de stichting en het ministerie ex- pressis verbis is overeengekomen dat het ministerie de stichting toestaat grond te kopen waarvan het de vraag is of deze tijdig bebouwbaar zal zijn en het ministerie de daaruit eventueel voortvloeiende financiële nade len voor zijn rekening wil nemen, heeft spreker er geen problemen mee. Is dit niet met zoveel woorden gezegd, dan komt de kwestie van goed koopmanschap aan de orde. Men moet zicih dan afvragen, of men, als men grond wil verkopen waarop een school kan worden ge bouwd maar men niet duidelijk kan stellen dat het vaststaat dat er inderdaad een school op zal kunnen worden gebouwd, die grond wel mag verkopen onder het beding dat men, als men als gemeente zelf niet in staat is een bouwvergunning te geven, de lasten daar van op de koper mag afwentelen. Spreker vindt dit een onjuiste gang van zaken. Als het college hem in dit opzicht gerust kan stellen en kan zeggen dat de stich ting zich gedekt weet door voorzieningen van het mi nisterie van onderwijs, is voor hem het probleem op gelost. De VOORZITTER antwoordt dat, als de bouw niet doorgaat, de stichting de gemaakte kosten, zelfs ook de architectenkosten, zal kunnen declareren bij het rijk. De heer DE WILDE: Dat staat vast? De VOORZITTER: Dat staat vast voor zo ver er te genwoordig in het leven iets vaststaat. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst tot regeling van de opheffing van het waterschap Soester- veen. Wethouder DE HAAN deelt mede dat het waterschap Soesterveen gisteravond officieel is opgeheven. De heer BLAAUW: Hoe kunnen wij nu een overeen komst aangaan met een lichaam dat zich al heeft op geheven? De VOORZITTER antwoordt dat de feitelijke situatie is dat het waterschap nog niet is opgeheven - dat kun nen alleen provinciale staten doen -, maar dat de inge landen van het waterschap gisteravond hebben beslo ten om aan gedeputeerde staten te verzoeken een voor stel aan provinciale staten te doen om tot opheffing van het waterschap over te gaan. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Voorstel tot verkoop van grond in het bestemmings plan Egghermonde I aan Dura Woningbouw B.V. te Rotterdam. De heer STORIMANS leest in punt 9 van het besluit: „Bij overtreding of niet-nakoming van een der hier voor onder 7 en 8 vermelde verplichtingen zal de overtreder, zonder dat enige ingebrekestelling of som matie vereist zal zijn, ten behoeve van de gemeente Soest een direct opeisbare boete ten bedrage van f. 25.000,- verbeuren, Kan de gemeente eventueel nog meer eisen Onder punt 7a staat: „binnen 1 jaar nadat te melden opschortende voor waarde is vervuld, te beginnen met de bouw van de woningen en deze bouw binnen 2 jaar te vol tooien, Stel nu dat men later met de bouw begint of daarme de later klaar is; betekent dit voor de bouwmaatschap pij dan alleen maar een boete van f. 25.000,-? Dat is helemaal niet veel, want het kan zijn dat, als de bouw pas na driejaar klaar komt, de huren in die wijk met een flink bedrag omhoog zullen gaan. De heer VAN EE geeft te kennen dat het in het alge meen gebruikelijk is om 5% of zelfs 10% van de bouw som te vragen, f. 25.000,— is dus een fooitje. Er kan wel een nul achter gezet worden. De VOORZITTER stelt voor er inderdaad een nul achter te zetten; er is immers nog niets getekend. Het lijkt haar dat het voor een solide bouwmaat schappij helemaal geen bezwaar behoeft op te leveren. In geval van overmacht zal de gemeente Soest die boe te natuurlijk niet direct opeisen. De heer VERHEUS is bijzonder gelukkig met dit voorstel, waarover hij twee vragen heeft te stellen. In dit stuk wordt gesproken over woningzoekenden on der wie een enquete is ingesteld. Hij meent dat die en- quete alleen betrekking had op bewoners van gemeen tewoningen. Er zullen echter ongetwijfeld ook in niet- gemeentewoningen mensen wonen die straks graag naar Egghermonde zullen willen verhuizen en die dan een woning in de goedkopere sector vrij maken. Mis schien wordt ook op die mensen gedoeld, maar dit zou spreker graag van het college willen vernemen. In de krant heeft hij gelezen dat de maquette die op de tentoonstelling Manifestatie stond, voor de men sen in Soesterberg zal worden tentoongesteld en wel gedurende een of twee avonden. Is het niet mogelijk de maquette een week lang in het dorpshuis tentoon te stellen? De heer SMIT merkt op dat uit de ingestelde enquete mag worden afgeleid dat door het begin van de bouw in Egghermonde een reële kans op doorstroming ont staat. De koopkracht van de bevolking van Soester berg zal daardoor kunnen toenemen, zodat de situatie van de middenstand aldaar wat zal kunnen verbeteren. Die situatie is duidelijk beschreven in de beide rappor ten die het C.I.M.K. daaraan heeft gewijd. Voor de middenstand in Soesterberg ziet spreker nu wat lichtpuntjes, in tegenstelling tot de landelijke si tuatie. Er is een duidelijke teruggang te constateren en met name de bouw ondervindt ernstige moeilijk heden. Naar aanleiding van dit agendapunt wil spre ker voorstellen de Soester bouwbedrijven niet alleen te helpen door ze kleine kavels voor particuliere bouw te verkopen, maar ze in de toekomst ook de mogelijk heid te bieden in te schrijven op grotere projecten. Zijns inziens beschikken zij daartoe over voldoende mogelijkheden en know how. Op deze wijze kan het gemeentebestuur een bijdrage leveren aan het in stand houden van de werkgelegenheid in Soest en Soester berg. De heer VISSER heeft in de stukken de uitslag van de enquete gemist. Uit niets blijkt hoeveel formulie- 185

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 186