ren zijn uitgegaan en hoeveel er zijn teruggekomen.
Hij zet een flink vraagteken bij de verwachte door
stroming en betwijfelt dan ook of er in Soesterberg
behoefte is aan deze woningbouw. Verder maakt hij
zich ongerust over het feit dat de grond wordt ver
kocht aan een Rotterdamse woningbouwmaatschap
pij. Zijns inziens kunnen de Soester aannemers dit
werk ook wel aan. Het is jammer dat zij niet de kans
hebben gehad de plannen in te zien en een offerte te
maken, zeker ook in verband met de werkgelegenheid
in Soest.
De heer DE WILDE constateert dat in dit stuk grote
voldoening doorklinkt over wat er in Soesterberg gaat
gebeuren. Zijn fractie heeft daarvoor heel veel begrip.
Zij vindt het fijn dat de bouw in Soesterberg, die zo
enorm lang heeft gestagneerd, op het punt staat te
starten.
Een eerste vraag is of het college nog een slag om de
arm houdt door in de derde regel van de eerste bladzij
de de woorden ,,in beginsel" te gebruiken; zou deze
zaak eventueel toch nog kunnen stranden? Verder wil
spreker vragen of het college verwacht dat er sprake zal
zijn van een logische stedebouwkundige aansluiting
van Egghermonde I aan de bestaande structuur in
Soesterberg. Deze bouw tussen Kampweg en Oude
Tempellaan komt een beetje bezijden de bestaande
bouwkundige situatie te liggen. Hij meent dat in Ede
een dergelijk plan is gerealiseerd. Heeft het college op
grond van een bezichtiging van dat plan het idee dat
deze bouw ook in Soesterberg goed zal passen? De
tekeningen wijzen uit dat het om vrij smalle wonin
gen met een stapelstructuur en met platte daken gaat.
Zal dit wel goed passen bij de bestaande bebouwing?
Is voorts de bebouwingsdichtheid in dit plan voor een
gezinswoningen niet wat aan de hoge kant? Het gaat
om 33 woningen, per bruto hectare, maar spreker
meent dat men tegenwoordig eigenlijk niet hoger zou
moeten gaan dan tussen de 25 en de 30 per bruto hec
tare. Hij vraagt zich bijv. ten aanzien van de Bouw
fondswoningen in Klaarwater af of men niet bezig is
de intensiteit te sterk op te voeren.
Waarop is het aantal verblijfseenheden gebaseerd? Is
dat gebaseerd op onderzoek, of heeft de te verkrijgen
premie de doorslag gegeven? Het zou voor de bewo
ners zelf aantrekkelijk kunnen zijn meer kamers of
minder kamers te hebben.
De doorstroming die het college in het uitzicht stelt,
is voor sprekers fractie een zeer essentieel punt. Als
die doorstroming gelukt, zal zij zich des te meer over
dit plan verheugen. Heeft het college het gevoel dat
de 51 in de vrije sector te bouwen woningen zullen
worden gekocht door in Soesterberg wonende men
sen, die thans een in verhouding tot hun inkomen te
lage huur betalen? Als dat het geval is, zal een flink
aantal woningen met lage huren voor de woningzoe
kenden vrij komen. Geldt dit ook voor de 63 premie
woningen voor de verhuur en de 73 premiewoningen
voor de verkoop? Door middel van het toewijzingsbe
leid met betrekking tot de te verhuren premiewonin
gen zal men moeten trachten het beginsel van de
doorstroming recht te doen. Het is voor sprekers frac
tie erg belangrijk of het college op dit punt geruststel
lende geluiden kan laten horen.
Is de nodige voorzichtigheid betracht ten aanzien van
de verkoopprijs van de grond nu de verwervingskosten
nog niet geheel vaststaan? Is er voorts bij de opsom
ming op bladzijde 1 van het voorstel rekening mee ge
houden dat de 84 woningwetwoningen van Ons Be
lang kwalitatief zeer veel te wensen overlaten en dat
het ontbreken van riolering aldaar een zeer zwak punt
is? Stel dat het nodig zal zijn in Soesterberg ook wo
ningwetwoningen te bouwen. Is er dan nog grond
voor beschikbaar?
In het bouwplan zijn alleen kavels en parkeerplaatsen
opgenomen. Spreker heeft de indruk dat er geen gara
ges in zijn opgenomen. Aangezien hij het gevoel heeft
dat dit problemen zal opleveren, wil hij graag weten
hoeveel los van de woningen staande garages kunnen
worden gebouwd. In punt 3 van het ontwerp-besluit
heeft het college rekening gehouden met de mogelijk
heid dat er nog grond zal worden verkocht voor de
bouw van aparte garages.
Kan het college voorts duidelijk maken wat onder
punt 6 met „micro-milieukosten" wordt bedoeld?
Zou men er niet naar moeten streven de Nederlandse
taal zo veel mogelijk te eerbiedigen?
In punt 13 van het ontwerp-besluit wordt gesproken
over een rente van 9% die moet worden betaald als
de koopsom niet tijdig wordt betaald. Met ingang van
1 februari 1975 wordt het 1% per maand. In voorstel
226d, punt 4, wordt echter gesproken over 12% per
jaar en 1%% per maand. Spreker heeft niet kunnen
achterhalen waarin dat verschil zit.
Wethouder DE HAAN is met de raad verheugd over
dit voorstel, omdat Soesterberg heel lang naar deze
bouw heeft uitgekeken.
De voorzitter heeft de heer Storimans al toegezegd
dat achter het bedrag van f. 25.000,— als boete, nog
een nul zal worden geplaatst.
De heer Verheus heeft verondersteld dat in de tekst
van het voorstel gegevens van de enquete worden ge
noemd. Dat is niet het geval; alleen de geest van die
enquete is genoemd. Spreker zal straks nog wat gege
vens van de enquete mededelen, al hebben die het be
zwaar dat zij alleen op woningwetwoningen betrek
king hebben.
Bekeken zal worden hoe het mogelijk zal zijn de ma
quette van dit plan gedurende een langere tijd tentoon
te stellen dan alleen op de twee avonden waarop de
bevolking zal worden voorgelicht. De toeloop zal nl.,
zo wordt verwacht, vrij groot zijn.
Met de heer Smit hoopt het college dat de bouw van
deze woningen een gunstig effect zal hebben voor de
middenstand in Soesterberg. Overigens is er ook
sprake van een gezinsverdunning.
Gesproken is over de mogelijkheid van inschakeling
van Soester aannemers. Het is met betrekking tot de
grote projecten over het algemeen gebruikelijk om ge
bruik te maken van aanbiedingen die op eigen initia
tief worden gedaan. Op het moment dat men met de
voorbereiding van een project wil starten, maakt men
een keuze uit die aanbiedingen. Op een gegeven mo
ment komt er dan een bepaalde gegadigde uit als de
meest geschikte om verder mee te onderhandelen.
Als er voor een volgende fase opnieuw een keuze
moet worden gemaakt, is het de Soester bedrijven aan
te raden er voor te zorgen dat zij alsdan in de markt
zijn. Het zou zeer te betreuren zijn als zij niet in aan
merking zouden kunnen komen omdat zij te laat zou
den komen. Het gaat niet om de mooie ogen van welke
aannemer dan ook,maar om het verkrijgen van een
goed product in een behoorlijk tempo en tegen een be
hoorlijke prijs.
186