Nr. 11 Soest, 21 november 1974
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag, 21 november 1974 te
19.30 uur.
VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M.
Corver-van Haaften.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: G.M.J. van Aalst, mevrouw G.G.A.
Alting-Ambrosius, W.A. Blaauw, J.J. van den Brakel, J.J.
Ebbers, M.A. van Ee, mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Corne-
lissen, mevrouw J. Greefhorst-Van Overdam, K. de Haan,
J.W. Hilhorst, D. Hoekstra, mevrouw E. Korthuis-Elion,
P.C. Lange, R.A. van Logtenstein, mevrouw P.J. Oranje-En-
tink, G A.W.G.A. Plomp, J.R. van Poppelen, A.H.F. Smit,
G. Stam, mevrouw M.F. van Stiphout-Croonenberg, P.L.J.M.
Storimans, C. Verheus, J. Visser en K. de Wilde.
Afwezig met kennisgeving het lid: G.H. Oldenboom.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed
door de voorzitter plaats.
Vervolgens deelt zij mede, dat bericht van verhindering is
ontvangen van de heer Oldenboom.
232 Beëdiging van mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Corne-
lissen als lid van de raad.
Mevrouw Van Gelder-Cornelissen legt in handen van
de voorzitter de in de Gemeentewet voorgeschreven
verklaring en beloften af.
De VOORZITTER spreekt hierna als volgt:
Mevrouw Van Gelder! Ik wens u geluk met uw benoe
ming tot raadslid. Ik hoop dat u zich bij ons zult thuis-
voelen.
De VOORZITTER richt een speciaal woord van wel
kom tot een der klassen van de St. Theresiaschool.
Deze school houdt zich de laatste tijd buitegenwoon
bezig met al hetgeen betrekking heeft op de gemeen
te. De dames en heren hebben spreekster vanmorgen
reeds een interview afgenomen. Zij weet dat de leer
lingen bij allerlei mensen zijn geweest. Zij ziet vol
spanning het werkstuk tegemoet. Hartelijk welkom.
233 Notulen van de raadsvergadering van 17 oktober 1974.
Op voorstel van de VOORZITTER worden de volgen
de wijzigingen aangebracht:
pagina 179, rechter kolom, regel 20 v.b. wordt het
woord „parte" vervangen door het woord aparte";
pagina 280, linker kolom, regel 18 v.b., wordt het
woord „grondbedrijf" vervangen door het woord
„grondbeleid";
pagina 185, linker kolom, regel 6 v.b., wordt „fase III"
vervangen door „fase II".
De notulen worden, met inachtneming van de aange
brachte wijzigingen, zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
234 Ingekomen stukken.
a. Controlerapporten van het Centraal Bureau voor
Verificatie en Financiële Adviezen van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten.
De stukken worden aangenomen voor kennisgeving.
b. Brief d.d. oktober 1974 van de heer B.P. Thie, Den
Blieklaan 53 en anderen, allen te Soest, met verzoek
om de Den Blieklaan en het eerste deel van het le
Heeserlaantje van riolering te voorzien.
Besloten wordt te berichten dat aan de directeur van
gemeentewerken opdracht wordt gegeven voor dit
deel der gemeente zo spoedig mogelijk een riolerings
plan op te maken.
c. Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht d.d.
15 oktober 1974 tot vaststelling van de gemeentere
kening en de bedrijfsrekeningen over 1971.
Dit besluit wordt voor kennisgeving aangenomen.
d. Brief d.d. 21 oktober 1974 van de heer H. Voskuy-
len c.s. inzake de inrit van de Prof. Lorentzlaan te
Soesterberg naar de garageboxen met het voorstel te
antwoorden overeenkomstig de ter inzage gelegde
ontwerp-brief.
De heer STORIMANS stemt in met het door het col
lege voorgestelde antwoord. Hij zou graag zien, dat
ook de wijkraad Soesterberg nog even wordt ingescha
keld.
De VOORZITTER: In welke zin wilt u de wijkraad
inschakelen?
De heer STORIMANS zegt dat de wijkraad nog wat
opmerkingen wil maken met betrekking tot de onder
havige kwestie.
De VOORZITTER: Dat zullen wij dan afchecken.
De heer VAN DEN BRAKEL zegt het geheel eens te
zijn met de opmerking van de heer Storimans.
Het verdient aanbeveling dat de zaak thans met
spoed wordt behandeld, want zij is lang slepende.
De VOORZITTER merkt op, dat er niet kan worden
gesproken van een eenvoudige kwestie. Misschien dat
de wijkraad nog nuttige suggesties kan doen.
Met betrekking tot dit stuk wordt hierna besloten
overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees
ter en wethouders is voorgesteld.
e. Brief d.d. 18 oktober 1974 van de Fractie van de
Partij van de Arbeid betreffende plaatsing van gemeen-
tepersoneel bij de Stichting Samenwerking Woning
bouwcorporaties en het antwoord van burgemeester
en wethouders d.d. 4 november 1974 met voorstel
deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.
De heer DE WILDE zegt dat het antwoord van het col
lege niet helemaal duidelijk is voor de P. v.d, A.-frac-
tie.
Ad 1 van de Brief wordt het woord „plaatsing" ge
bruikt. Met dat woord kan zijns inziens niets anders
worden bedoeld dan detachering. Wanneer hetzelfde
wordt bedoeld, dan heeft hij terzake niets te vragen.
Uit de overeenkomst van 14 mei 1974 blijkt, dat per
1 juli 1975 twintig mensen zullen worden gedeta
cheerd bij de particuliere Stichting Samenwerking
Woningbouwcorporaties. Gebeurt dat op vrijwillige
basis? Heeft een gedetacheerde, wanneer deze de de
tachering wil beëindigen, recht op terugplaatsing in
diens oude functie bij de gemeente?
Vorenstaande vragen zijn gerezen, omdat er uit een
oogpunt van arbeidsrechtelijke positie enkele vraag
punten zijn verbonden aan het detacheren van perso
neel. Dat zou niet zozeer het geval zijn, wanneer er
sprake zou zijn van een gemeentelijke stichting, maar
het gaat thans om een particuliere stichting.
In verband met het vorenstaande rijst de vraag of het
college kan volstaan met het op de hoogte stellen
van de betrokken medewerkers, zoals ad 4 van de brief
van het college wordt gesteld. De gemeente is de
werkgeefster van de betrokkenen. Zij zijn aangesteld
als gemeente-ambtenaren. Aan hen wordt gevraagd om
191