yk do- stuk rerkrij- Igde n. :ge- ijk imbte- gang ndig- >erio- pro- ïaren, en naar en is weer r be nde- ;tie niet kken en de den en be- vor- dng. Leizer- dees ;en ïgele- s te :f in ;r na- :r geen WO- dteke- ef van 1. op laat woord van na- ueen- t de omen. e- :n jkken maar 235 De heer VISSER: Dat is dan jammer, want de tekst van de brief stond reeds eind augustus jl. in de krant. De VOORZITTER: Vandaar ook dat ons is gevraagd of de bewuste brief is binnengekomen. Die vraag moet echter ontkennend worden beantwoord. De heer VISSER zegt dat uit de brief van 16 augus tus jl. blijkt, dat alle inwoners van Hees het erg zou den betreuren, wanneer de buslijn wordt opgeheven. Hij onderschrijft die teleurstelling. Het college zal antwoorden door middel van het in zenden van de notulen van twee raadsvergaderingen. Dat is een erg summier antwoord. Er zou tenminste ook een briefje moeten worden gestuurd. De VOORZITTER merkt op dat de notulen per ge- leidebrief zullen worden verstuurd. Men mag aanne men dat die geleidebrief ook iets zal bevatten. De heer VISSER: Zet u er dan even bij, dat u alle mogelijke moeite zult doen om de buslijn nog even te redden van de ondergang? De VOORZITTER: Dat is weer een heel andere zaak. De heer VISSER: Stuurt u die brief niet met de P.T T., maar met de bus naar Hees. De VOORZITTER: Als de bus dan nog rijdt, zouden wij dat kunnen doen. Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees ter en wethouders is voorgesteld. (De heer Blaauw komt, te 19.53 uur, ter vergadering). g. Brief d.d. 10 oktober 1974 van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt, waarin zij mede delen, dat de raad van die gemeente zich heeft uitge sproken de behandeling van gemeenschappelijke rege lingen te faseren met het voorstel deze brief voor kennisgeving aan te nemen. De VOORZITTER zegt dat hetgeen de gemeente De Bilt mededeelt, betrekking heeft op een uitermate nuttige wijze van werken die in Soest ook al is toege past inzake de gemeenschappelijke regeling Eemland. Het stuk wordt aangenomen voor kennisgeving. h. Brief d.d. 4 november 1974 van mevrouw W.C. Ot- ten Monsees inzake de opheffing van de buslijn naar Hees en de consequentie daarvan voor Soest-Zuid, met het voorstel deze brief in handen te stellen van burgemeester en wethouders om advies. De heer VISSER merkt op dat mevrouw Otten een leuke brief heeft geschreven. Mag de raad het ant woord van het college ook lezen? De VOORZITTER: De brief komt met het antwoord terug in de raad. Het stuk wordt gesteld in handen van burgemeester en wethouders om advies. Voorstel tot het benoemen van een lid in een aantal commissies, in een tweetal stichtingen en in het be stuur van het Gasbedrijf Centraal Nederland. De VOORZITTER verzoekt mevrouw Greefhorst- Van Overdam en de heer De Wilde met haar het stem bureau te vormen (Met algemene (24) stemmen worden benoemd in de mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelissen mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelissen de heer J.J. van den Brakel als plaatsvervangend lid, de heer J.J. van den Brakel mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelissen mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelissen mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelissen. brandweer commissie de gascommissie de politiecommissie de heer K. de Wil de de heer J.J. van den Brakel de heer K. de Wil de de boscommissie de ideeënbuscommissie de Stichting Zwembaden het gasbedrijf Centraal Nederland Stichting Maatschappelijk Werk Stichting Huisvesting Bejaarden Commissie Georganiseerd Overleg De benoemdverklaarden verklaren hun benoeming te aanvaarden. De VOORZITTER dankt de leden van het stembureau voor de verrichte werkzaamheden. 236 Voorstel tot verkoop van perceeltjes grond, gelegen aan het Kerkpad aan diverse personen. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof delijke stemming aangenomen. 237 Voorstel tot het vaststellen van een besluit als be doeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Or dening (voorbereidingsbesluit). De heer DE WILDE zegt dat in de commissie ruimte lijke ordening de nadruk is gelegd op het feit, dat een voorbereidingsbesluit het karakter heeft van een bevriezing van de bestaande situatie in die zin, dat er niets mag gebeuren dat strijdig kan zijn met hetgeen in het toekomstige bestemmingsplan wordt beoogd. Dat is logisch, want er moeten nu geen dingen gebeu ren die strijdig zijn met de bedoeling van het bestem mingsplan. Dat betekent wel, dat de gebieden waarop een voorbereidingsbesluit wordt gelegd, steeds met zorg moeten worden gekozen. Een voorbereidingsbesluit heeft op zich zelf het na deel dat eigenaars van percelen en gronden worden belemmerd in de mogelijkheden die zij hebben. Die be lemmering wordt gerechtvaardigd door het feit, dat er eventueel een bestemmingsplan komt. Wanneer dat bestemmingsplan lang op zich zou laten wachten (of misschien helemaal niet komt, wanneer het bestem mingsplan geen verandering brengt in de bestemming van de gronden), dan is er sprake van een niet toelaat bare inperking van de rechten van de belanghebbenden. In de commissie heeft spreker medegedeeld, dat hij ten aanzien van het bestemmingsplan Kortend voren bedoelde twijfel heeft. In de commissie is afgespro ken, dat het voorbereidingsbesluit voor dit jaar nog zou worden gehandhaafd. Toegezegd is dat het colle ge nog dit jaar zal bekijken of volgend jaar voor die zelfde gronden een nieuw voorbereidingsbesluit moet worden genomen. Hij had deze toezegging graag in de stukken gehad, maar het is ook mogelijk dat het col lege deze toezegging thans bevestigt. De VOORZITTER bevestigt de in de commissie ruimtelijke ordening gedane toezegging. Het college heeft in de commissie toegegeven, dat in de loop van dit jaar de visie van het college met betrekking tot het gebied Kortend bekend moet worden. In de loop van het komende jaar zal niet alleen in de commissie ruimtelijke ordening, maar ook daarbuiten de discussie kunnen plaatsvinden over het ontwikke- 193

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 194