lingsplan. Dat zal tot gevolg hebben dat, wanneer er volgend jaar november-december weer een voorberei- dingsbesluit moet worden genomen, de visie van het college exact kan worden vermeld. Dan zal ook dui delijk zijn of het nuttig is de zaak te bevriezen of dat er een einde moet komen aan die bevriezing, omdat de visie betrekking heeft op een tijdstip dat nog ver weg ligt. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 238 Voorstel tot het verdagen van de beslissing over de vaststelling van het bestemmingsplan „Landelijk Ge bied". De heer VISSER verheugt zich zeer over het feit dat de beslissing over de vaststelling van het ontwerp-be- stemmingsplan Landelijk Gebied drie maanden wordt uitgesteld. Misschien kan in die tussentijd worden ge sproken met de mensen die een camping hebben in Soestduinen en die dreigen „wegbestemd" te worden, hetgeen erg jammer zou zijn, want het zijn allemaal heel lieve Amsterdammers en Rotterdammers die daar een stukje recreatie vinden. Een en ander ziet er keurig uit. De VOORZITTER zegt er niet zo'n bezwaar tegen te hebben dat de heer Visser af en toe wat buiten de or de zegt, maar hetgeen hij nu naar voren brengt is een heel eind buiten de orde. In het geding is het al dan niet nemen van een beslissing over het ontwerp-be- stemmingsplan Landelijk Gebied. Er kan nu worden gesproken over het al dan niet verdagen, maar op het ogenblik is de inhoud van het ontwerp-bestemmingsplan niet aan de orde. De heer VISSER merkt op te zijn begonnen met de mededeling, dat hij zich erover verheugt, dat de be slissing drie maanden wordt uitgesteld. Vervolgens legt hij uit waarom hij dat zo fijn vindt. De VOORZITTER zegt dat het college het ontwerp- bestemmingsplan ook nog wel in één maand gereed zou kunnen krijgen. Binnenkort vindt er een hearing plaats. Zij weet niet precies of er ook met betrekking tot het gemeentelijk kampeerbedrijf formele bezwaar schriften zijn ingediend. Dat is wel het geval ten aan zien van de andere kampeerterreinen. Tijdens de hoor zittingen kunnen de bezwaren worden toegelicht. De heer VISSER: Is er een bezwaar ingediend tegen het gemeentelijk kampeerbedrijf? De VOORZITTER: Dat weet ik niet uit mijn hoofd. De heer VISSER: Ik mag nu niets meer over deze zaak zeggen? De VOORZITTER: Neen. De heer VISSER: Dat is jammer. De VOORZITTER: Dat is heel jammer, maar het is wel zo. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 239 Voorstel tot het verdagen van de beslissing over de vaststelling van het bestemmingsplan „Industrieter rein, eerste herziening". 240 Voorstel tot het intrekken van een gedeelte van het bestemmingsplan „Steenberghe I". Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 241 Voorstel tot het aangaan van een vaste geldlening met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten. De heer VAN LOGTENSTEIN zegt geen moeite te hebben met het voorstel, omdat het geld bestemd is voor de betaling van de kosten die zijn verbonden aan eerder genomen raadsbesluiten. Hij wil echter terugkomen op hetgeen in juli jl. in de raad is gezegd naar aanleiding van de aanleg centrale antenne-inrichting in het plan Overhees. De VOORZITTER: Nu bent u weer met een kapstok bezig. De heer VAN LOGTENSTEIN: Dat weet ik. De VOORZITTER: Ik ben van plan om daarop heel streng te letten, want anders komen wij van kwaad tot erger. Aan de orde is thans het al dan niet aangaan van een geldlening. De heer VAN LOGTENSTEIN: Er zijn destijds toe zeggingen gedaan. Deze toezeggingen zou ik wel tot papieren informatie verwerkt willen zien. De VOORZITTER: Er moet nog een overzicht wor den gemaakt. Dat komt aan de orde. Mevrouw ALTING-AMBROSIUS merkt op dat de Bank voor Nederlandsche Gemeenten de lening op 22 oktober jl. heeft aangeboden. De gemeente moest vóór 31 oktober jl. een beslissing nemen over het al dan niet aannemen van de aanbieding. Het schijnt normaal te zijn dat een gemeente slechts tien dagen de tijd heeft om mede te delen of een aangeboden le ning al dan niet wordt aanvaard. Deze periode is altijd net te kort om de gemeenteraad te laten beslissen over de al dan niet aanneming van de lening. Dat betekent dat de beslissing altijd door het college moet worden genomen. Nu is er ook al een beslissing genomen en toch gaat de raad nog over de geldlening praten. De VOORZITTER: Wij aanvaarden zo'n lening onder de voorwaarde, dat de goedkeuring van de gemeente raad en gedeputeerde staten wordt verkregen. Wij aanvaarden alleen iets onder bepaalde voorbehouden. Mevrouw ALTING-AMBROSIUS: Daar ben ik blij om. De heer VAN POPPELEN herinnert eraan, dat de Ne derlandsche Bank het bankdisconto heeft verlaagd. De vraag kan dan ook worden gesteld of het vermelde rentepercentage niet erg hoog is. Is renteverlaging mo gelijk? De VOORZITTER: Ik vrees dat die mogelijkheid niet aanwezig is Wethouder DE HAAN zegt dat er sprake is van een oude lening. De VOORZITTER merkt op dat de situatie in het ver leden wel eens omgekeerd is geweest. Te hopen zij dat die gevallen elkaar een beetje compenseren. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 242 Voorstel tot verlenging van het jachtrecht aan de heer W, van Dorresteyn, Wieksloterweg 23 te Soest. Mevrouw ORANJE-ENTINK zegt haar stem niet te kunnen geven aan het onderhavige voorstel, omdat zij tegen het jagen (het recreatief doden van beesten) is. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Mevrouw Oranje-Entink krijgt op haar verzoek aante kening in de notulen, dat zij zich met de genomen be slissing niet heeft verenigd. 243. Voorstel tot aankoop van een perceel grond met op stallen, gelegen aan de Beukenlaan te Soest van de heer W. Sukel, 194

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 195