Nr. 12 Soest, 16 december 1974 NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op maandag 16 december 1974, te 19.00 uur. VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M. Oorver-van Haaften. SECRETARIS de heer H. Borreman. Tegenwoordig de leden: G.M.J. van Aalst, mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius, J.J. van den Brakel, J.J. Ebbers, M.A. van Ee, mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelissen, mevrouw J. Greefhorst-Van Overdam, K. de Haan, J.W. Hilhorst, D. Hoekstra, mevrouw E. Korthuis-Elion, P.C. Lange, R.A. van Logtenstein, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-En- tink, G.A.W.G.A. Plomp, J.R. van Poppelen (later) A.H.F. Smit, G. Stam, mevrouw M.F. van Stiphout-Croonenberg, P.L.J.M. Storimans, C. Verheus, J. Visser en K. de Wilde. Afwezig met kennisgeving het lid: W.A. Blaauw. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed door de voorzitter plaats. De VOORZITTER deelt mede dat bericht van verhindering is ontvangen van de heer Blaauw. Vervolgens stelt zij aan de orde: 267 Algemene beschouwingen van de fractievoorzitters met betrekking tot de vaststelling van de begroting der gemeente en die der bedrijven en tot goedkeuring van de begroting van de stichting zwembaden Soest, het openluchttheater en de sportstichting voor het jaar 1975. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Welvaart, welvaart, welvaart, welvaart. Dat moet u, mevrouw de burgemeester van een gemeente met een sluiten de begroting, als muziek in de oren klinken. De pro gressieven in Soest staan eveneens een sluitende be groting voor, al begint het beladen woord „welvaart" langzamerhand taboe te worden in de kringen die ik hier in de raad vertegenwoordig en die steeds meer zullen gaan ijveren voor welzijn. Reeds in oud-testa- mentische tijden bad de spreukendichter om niet al leen te worden gespaard voor armoede, maar ook voor rijkdom. Welzijn is de leidraad voor de inrich ting en vormgeving van een heel andere samenleving, door de regering omschreven als „een open en meer ontspannen maatschappij, die gekenmerkt wordt door een rechtvaardiger verdeling van macht, inkomen, be zit, kennis en cultuur". Enerzijds dienen velen weer baarder te worden gemaakt om hun rechtmatig aan deel te verwerven, anderzijds moet het verdelingssy steem als zodanig worden hervormd. Welzijn kan zich pas ontwikkelen, wanneer het de kans krijgt zich in alle sectors van het beleid te manifesteren. Daarbij moet de mens centraal staan en de taak van vooral de plaatselijke overheid zich richten op de specifieke aspecten van welzijn: educatie, cultuur, volksge zondheid, hulpverlening, recreatie en milieuhygiëne. Bij een paar knelpunten van dit beleid in Soest wil ik vanavond kanttekeningen plaatsen. Onoverkomelijke bezwaren maken wij tegen de uit gavenverhoging in 1975 van f. 400.000,-- ten behoeve van het onderhoud wegen in vergelijking met 1974, tenzij hiervoor de Molenstraat eindelijk eens wordt opgeknapt. In het algemeen vertoont het gemeentelijk budget een beeld dat wordt gekenmerkt door een zeer geringe flexibiliteit. De raad kan hooguit voor 5% morrelen in de marge van de welzijnsgevoelens van burgemeester en wethouders. Daarom is al onze hoop gevestigd op de nieuwe structuurschets en het nieuwe ontwikkelingsplan. Er zullen enkele miljoenen moe ten worden gestoken in de door mij zojuist geschetste welzijnssector, wanneer men wil dat de gemeenteraad nog geloofwaardig overkomt bij het Soester publiek in deze benarde, onzekere en zenuwslopende onheils tijden. Geen duur cultureel centrum, geen dure Eng- weg (of Van Ee-weg, want dat is hetzelfde), geen ste riel stadspark of volumineus politiebureau. Een doel matig en eenvoudig nieuw stadhuis moet snel worden gebouwd. Het oude gemeentehuis kan zeer belangrijke diensten verlenen aan het welzijn van Soest. Met deze simpele voorstellen is de tijdelijke beschikking over de saldireserve tot een bedrag van f. 50.000,- voor een gedeeltelijke dekking van het aanvankelijke be grotingstekort niet alleen verantwoord, maar te gering. Wij stellen het college voor nog eens f. 50.000,- van deze reserve te bestemmen voor een onderzoek - bij voorbeeld door de werkgroep 2000 - naar de welzijns behoefte van this small town in mass society. Planning is ook voor het welzijnswerk essentieel, niet alleen om het beleid te rationaliseren, maar juist om de doeleinden vast te stellen in confrontatie met de behoeften van de bevolking. Hoe staat het trouwens met die opbouwwerker? Is er al een advertentie ge plaatst Op het terrein van de uitvoering gezondheidszorg lijkt er onzes inziens eveneens een belangrijke taak weggelegd voor het gemeentebestuur. Progressief Soest denkt hierbij dan met name aan het stimuleren van een meer omlijnde samenwerking tussen de huis arts, de wijkverpleegkundige en de maatschappelijk werker. Deze samenwerking lijkt meer kans van sla gen te bieden nu de wijkverpleegkunde en het maat schappelijk werk sedert kort in deze gemeente wor den gebundeld. Van samenwerking tussen de zojuist genoemde disciplines en functies is nog geen sprake. Vooral in nieuwe wijken liggen kansen voor een ex perimentele aanpak van een gecoördineerde dienst verlening. Een zogenaamd wijkgezondheidscentrum (zoals in Maarssen) - waarvan de oprichting de laatste tijd door de rijksoverheid onder meer via een premie stelsel wordt gestimuleerd - zou Overhees en Soester- berg niet misstaan. Het antwoord van het college op mijn kennelijk onbegrepen vraag 1.58 is onjuist. Over de contacten van het college met de werkgroep buitenlandse werknemers Soest zijn wij bij nader in zien toch wel tevreden. De noodzakelijke werkbespre kingen met de gemeente zijn op gang gekomen en er is voldoende medewerking en steun toegezegd. Onze complimenten aan het adres van de betrokken wet houder zijn welgemeend. 207

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1974 | | pagina 208