1.
gebeu-
nge-
admi-
sn B,
ïeente
aizend
g?
fers
r zijn
aan.
inde
Iet col-
n be
rden
tijd
n ach-
ak en
nede-
ns een
lecre-
mij
at er
Tijd
:daan
ien
hetgeen
ig. Wan-
admi-
loeten
er
itie en
d aan-
ap-
rvoor
ierig
ie be-
aor een
r!
irerken
eel
et feit
gecon-
ig van
in. In
j de
wel
ag
:uurs-
voor
>mt.
lier
waar
de
apende
Nu een belangrijk deel van het woningbedrijf naar elders
wordt verplaatst, zou het aan te bevelen zijn deze materie
eens opnieuw te bezien. Ten aanzien van de in de toekomst
te verrichten voorzieningen zal moeten worden getracht een
meerjarig prioriteitenschema op te stellen waarmede syste
matisch wordt gewerkt.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Het is onvermij
delijk dat ik het roerend eens ben met de heer Van Ee. Wat
de heer Van Ee heeft gezegd over de salariskosten, de kaar
tenbak en de tijdschrijverij had ik zelf kunnen zeggen. Ik
zou ook wel willen dat de administratie drastisch wordt ver
beterd.
Ook ik heb bewondering voor de heer VandenBroek van de
plantsoenendienst die erg milieubewust is en erg goede din
gen doet. Toch zou ik graag willen dat Soest zich aansluit
bij een onderzoek van de gemeente Baarn naar de mogelijk
heden van alternatieve beplanting. Al dat gras in Soest is
toch eigenlijk wel een verschrikking. Gras is groen en dat is
al een bezwaar. Dat is lelijk. Gras is conservatief. Gras geeft
geen enkele bijdrage aan het milieu. Gras is rechts. Ik meen
dat wij, wanneer wij enkele groenstroken veranderen in wat
wilde tuinen - a la Louis Leroy -, een nog veel mooiere ge
meente krijgen. Waarschijnlijk besparen wij dan ook een he
leboel kosten en grasmaaierij.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Een van
de door ons naar voren gebrachte punten tijdens de algeme
ne beschouwingen betrof het afwegen van de opbrengsten
en de kosten van de administratieve werkzaamheden tegen
elkaar. Dat punt was onder meer ingegeven door de gevraag
de uitbreiding van het administratieve apparaat van ge
meentewerken. Ter zake kunnen wij ons aansluiten bij het
geen de heer Van Ee heeft gezegd.
Het zonder meer wegkiepen van al die kaartenbakken ge
tuigt mijns inziens van een wat minder inzicht in de functie
van de nacalculatie en het verbijzonderen van kosten in de
nacalculatie. De nacalculatie dient een aantal doelen, nl.
het verbijzonderen van de kosten, het geven van een goede
informatie (wat heeft wat gekost), het geven van een basis
voor een budgettering van het volgend jaar, het verkrijgen
van een middel voor de noodzakelijke interne controle en
het verkrijgen van een middel om te komen tot waarderin
gen van activa op bepaalde punten. Wij moeten die kaarten
bakken dan ook niet zonder meer in de sloot of in een vuil
container storten. Wij moeten wel bekijken in hoeverre deze
zaken beter en efficiënter kunnen worden georganiseerd.
Een van de mogelijkheden is het niet uitbreiden van het
personeelsbestand. Daardoor zal de drang bestaan om te
komen tot een betere afweging van nut en offers.
Ik wilde juist stellen dat wij zo bijzonder gelukkig zijn met
veel gras in onze gemeente. Nu zou men onmiddellijk kun
nen zeggen, dat wij dan rechts zijn, maar ik heb ook linkse
mensen op het gras zien opereren. Wij zijn toch wel erg blij
met veel gras en grote oppervlakten gras. Ik meen dat er
juist moet worden gekomen tot nog grotere grasoppervlak
ten die kunnen worden gebruikt door mensen om daarop te
recreëren en om zich daarop te bewegen. In Canada staan
er zelfs in de plantsoenen bordjes met het opschrift „loop
a.u.b. op het gras". Dat gebeurt in Soest ook meer en meer
en ik meen dat de politie die gewoonte met alle mogelijke
lankmoedigheid dient te bekijken. Wij hebben derhalve ook
waardering voor de plantsoenendienst, maar wij willen meer
groen, rechts gras.
Dat de tijdschrijverij een achterhaalde zaak is, is een stelling
uit het ongerijmde, als zodanig niet bewezen en zelfs niet
waar. Integendeel. Met onze geautomatiseerde systemen
gaan wij hoe langer hoe meer tijd schrijven, omdat de men
sen zich daarbij zelf realiseren wat zij doen en hoe zij het
doen. Dat hierbij het controle-element van het tijd schrijven
wat op de achtergrond komt te liggen, is een heel andere
zaak. Zelfs prikklokken worden tegenwoordig weer inge
voerd in verband met de variabele werktijden. Deze prikklok
ken kunnen dan verder worden gebruikt voor het automati
seren van het tijd schrijven. Hierop verder ingaan gaat naar
ik meen een beetje te ver. Het tijd schrijven is zeker geen
achterhaalde zaak om te zien waarmede men bezig is.
Wij hebben grote waardering voor hetgeen wordt verricht
door de mensen van gemeentewerken. Zij hebben Soest in
het afgelopen jaar op een naar ik meen alleszins prettig ni
veau gehouden en wij hopen dat dat ook zo zal blijven.
Wij hebben dan ook geen enkele moeite met een uitbrei
ding van het krediet voor het onderhoud van de wegen. On
ze klachten over bij voorbeeld de Lange Brinkweg blijven
voortdurend aanhouden en ik meen dan ook niet dat het op
dit moment zinvol is om op die post te gaan beknibbelen.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Er is een aan
tal belangwekkende zaken aan de orde gesteld waarover ook
ik een paar opmerkingen wil maken. Voordat ik verklaar dat
ik het met iemand al dan niet eens ben, wil ik een poging
doen om gewaar te worden wat er eigenlijk aan de orde is.
Wanneer ik het goed begrijp zegt de heer Van Ee, dat er
een niet juiste verhouding dreigt te ontstaan tussen hetgeen
wij aan salarissen en sociale lasten betalen en hetgeen er
wordt omgezet. Bij die constatering zet ik een vraagteken.
Ik meen dat wij in de gaten moeten houden dat de posten
(behorend tot hoofdstuk VI; ik zal direct een paar van die
posten noemen; er is natuurlijk een duidelijk verband tus
sen de dienst gemeentewerken en het hoofdstuk openbare
werken) als gevolg van de verbeterde begrotingspositie
zeer aanzienlijk zijn uitgebreid, wellicht meer dan het in
flatiepercentage vordert. Ik betwijfel derhalve of de juist
heid van de stelling - er dreigt een wanverhouding te ont
staan tussen de salarissen en de sociale lasten enerzijds en
de omzet anderzijds - wel te bewijzen valt.
Een post die ik op het oog heb is bijvoorbeeld post 6.14
(overige wegen, straten, pleinen en paden). Voor het on
derhoud van de deklagen hebben wij in 1974 een bedrag
van f. 488.750,- uitgetrokken en voor 1975 wordt een be
drag van f. 713.239,- gevraagd.
De heer OLDENBOOM: Uitbestedingen veranderen ook de
verhouding!
De heer DE WILDE: Ik heb het over de vraag hoe het zit
met betrekking tot het ambtenarenbestand en de taken die
moeten worden verricht. Het onderhoud van de deklagen is
voor een deel uitbesteden, maar ook voor een deel organi
satie en toezicht, dat wil zeggen initiërend werk van de
dienst gemeentewerken. Ik beweer dat in 1974 ten onrech
te moest worden volstaan met zo'n laag bedrag om de be
groting sluitend te maken (ik meen dat uit vroegere stukken
te weten)
De VOORZITTER: Dat klopt.
De heer DE WILDE: en ik vind het erg gelukkig dat die
post op het niveau kon worden gebracht waarop hij moest
worden gebracht, want met het onderhoud van deklagen
kan niet durend uitstel worden betracht.
Voorts noem ik post 6.24 (wandelplaatsen en plantsoe
nen). Voor 1974 was een bedrag uitgetrokken van
f. 1.522.218,-, maar voor 1975 is dat bedrag verhoogd tot
f. 1.902.245,-; een verhoging van vier ton derhalve. Dat is
werk dat voor een belangrijk stuk in eigen beheer gebeurt
door onze eigen mensen. Gelukkig dat er meer geld beschik
baar is om meer werk te kunnen verzetten. Dit zijn de pos
ten die bij een krappe begrotingspositie het eerste hebben te
lijden. Door de verbeterde begrotingspositie is dat in 1975
niet meer het geval.
243